W6HC6: Omzettingen tussen suiker, vet en aminozuren bij vasten Flashcards

1
Q

Lactaat vorming

A

Ery’s hebben geen mitochondriën -> lactaat vorming als afvalproduct van de verbranding -> naar lever -> gluconeogenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Glycogenolyse

A

glycogeen -> glucose-6-P -> glucose

  • glucose-6-fosfatase zit alleen in de lever, haalt de P eruit.
  • fosforylase maakt de glucose eenheden vrij uit glycogeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Glucose-6-fosfaat

A
  • in spier richting pyruvaat (glycolyse)
  • in lever richting glucose, omdat PFK1 uit is gezet tijdens de glycogenolyse door hormonen
  • bij lage insuline spiegel in de lever: fosforylase en G6P-ase staan aan, PFK1 en pyruvaatkinase staan uit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gluconeogenese

A
  • lactaat -> pyruvaat -> via oxaalacetaat en PEPCK de omgekeerde glycolyse in -> via fructose 1,6 biofosfatase naar glucose-6-fosfaat
  • gluconeogenese als PEP ck, pyruvaat ck en fructose 1,6 biofosfatase aan staan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Glycerol gluconeogenese

A
  • moet geactiveerd worden door glycerol kinase -> glycerol 3-fosfaat -> oxidatie tot dihydroxyacetonfosfaat
  • geen glycogeen uit glycerol-3-fosfaat omdat de glycogeen synthese uitstaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

C-skelet van aminozuren

A
  • glucogene aminozuren: glucose kan gemaakt worden, leveren extra oxaalacetaat
  • ketogene aminozuren: levert Acetyl-CoA, leveren bijdrage ketonlichaam vorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Alanine en glutamaat

A

Hebben een aminogroep, die je kwijt moet om glucose te kunnen vormen -> aminogroep wordt onschadelijk gemaakt door hem in ureum om te zetten in de lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aminozuur mobilisatie vanuit spier tijdens vasten

A
  • netto eiwitafbraak
  • spier gebruikt zelf vertakt-keten aminozuren als brandstof
  • de daarbij horende aminogroep wordt naar de lever getransporteerd ivv alanine of glutamine
  • andere aminozuren gaan naar de lever
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stikstoftransport via alanine

A
  • in spier wordt leucine geoxideerd, moet de aminogroep kwijt zien te raken -> transaminering: aminogroep wordt op alfa-ketonglutaraat gezet -> glutamaat -> aminogroep kan worden overgedragen naar pyruvaat -> alanine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stikstoftransport via glutamine

A
  • glutamine is een afgeleide van glutamaat, bevat een 2e aminogroep -> gaat naar de lever, daar wordt de ammoniak vrijgemaakt voor de ureumcyclus en heb je weer glutamaat. De 2e aminogroep kan ook vrijgemaakt worden zodat die beschikbaar is voor de ureumcyclus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vetzuuroxidatie

A
  1. bèta oxidatie: in mitochondrion, achtereenvolgens wordt elke keer de bèta verbinding verbroken, elke stap levert ook NADH: vorming Acetyl-CoA
  2. Acetyl-CoA’s gaan de vetzuurcyclus in, levert FADH2
  3. NADH en FADH2 die nodig zijn voor de mitochondriale ademhaling, waarbij heel veel ATP gevormd wordt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Citraat gaat niet de vetzuursynthese in door

A

Vetzuursynthese staat uit door hormonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Citroenzuurcylus bij vetzuuroxidatie

A

Staat op een laag pitje, omdat de oxaalacetaat concentratie te laag is en omdat er al voldaan is aan de ATP behoefte. Hierdoor kan de Acetyl-CoA vooral ketonlichamen vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De oxaalacetaat concentratie is laag door

A

het wordt gebruikt door de glyconeogenese. De ATP behoefte van de levercel is al voldaan door de vele NADH en FADH2 van de bèta-oxidatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vetzuuroxidatie is essentieel voor de gluconeogenese

A
  • pyruvaat carboxylase is alleen actief als er heel veel acetyl-CoA aanwezig is
  • levert NADH en ATP nodig voor de gluconeogenese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly