W6HC6: Omzettingen tussen suiker, vet en aminozuren bij vasten Flashcards
Lactaat vorming
Ery’s hebben geen mitochondriën -> lactaat vorming als afvalproduct van de verbranding -> naar lever -> gluconeogenese
Glycogenolyse
glycogeen -> glucose-6-P -> glucose
- glucose-6-fosfatase zit alleen in de lever, haalt de P eruit.
- fosforylase maakt de glucose eenheden vrij uit glycogeen
Glucose-6-fosfaat
- in spier richting pyruvaat (glycolyse)
- in lever richting glucose, omdat PFK1 uit is gezet tijdens de glycogenolyse door hormonen
- bij lage insuline spiegel in de lever: fosforylase en G6P-ase staan aan, PFK1 en pyruvaatkinase staan uit
Gluconeogenese
- lactaat -> pyruvaat -> via oxaalacetaat en PEPCK de omgekeerde glycolyse in -> via fructose 1,6 biofosfatase naar glucose-6-fosfaat
- gluconeogenese als PEP ck, pyruvaat ck en fructose 1,6 biofosfatase aan staan
Glycerol gluconeogenese
- moet geactiveerd worden door glycerol kinase -> glycerol 3-fosfaat -> oxidatie tot dihydroxyacetonfosfaat
- geen glycogeen uit glycerol-3-fosfaat omdat de glycogeen synthese uitstaat.
C-skelet van aminozuren
- glucogene aminozuren: glucose kan gemaakt worden, leveren extra oxaalacetaat
- ketogene aminozuren: levert Acetyl-CoA, leveren bijdrage ketonlichaam vorming
Alanine en glutamaat
Hebben een aminogroep, die je kwijt moet om glucose te kunnen vormen -> aminogroep wordt onschadelijk gemaakt door hem in ureum om te zetten in de lever
Aminozuur mobilisatie vanuit spier tijdens vasten
- netto eiwitafbraak
- spier gebruikt zelf vertakt-keten aminozuren als brandstof
- de daarbij horende aminogroep wordt naar de lever getransporteerd ivv alanine of glutamine
- andere aminozuren gaan naar de lever
Stikstoftransport via alanine
- in spier wordt leucine geoxideerd, moet de aminogroep kwijt zien te raken -> transaminering: aminogroep wordt op alfa-ketonglutaraat gezet -> glutamaat -> aminogroep kan worden overgedragen naar pyruvaat -> alanine
Stikstoftransport via glutamine
- glutamine is een afgeleide van glutamaat, bevat een 2e aminogroep -> gaat naar de lever, daar wordt de ammoniak vrijgemaakt voor de ureumcyclus en heb je weer glutamaat. De 2e aminogroep kan ook vrijgemaakt worden zodat die beschikbaar is voor de ureumcyclus
Vetzuuroxidatie
- bèta oxidatie: in mitochondrion, achtereenvolgens wordt elke keer de bèta verbinding verbroken, elke stap levert ook NADH: vorming Acetyl-CoA
- Acetyl-CoA’s gaan de vetzuurcyclus in, levert FADH2
- NADH en FADH2 die nodig zijn voor de mitochondriale ademhaling, waarbij heel veel ATP gevormd wordt.
Citraat gaat niet de vetzuursynthese in door
Vetzuursynthese staat uit door hormonen.
Citroenzuurcylus bij vetzuuroxidatie
Staat op een laag pitje, omdat de oxaalacetaat concentratie te laag is en omdat er al voldaan is aan de ATP behoefte. Hierdoor kan de Acetyl-CoA vooral ketonlichamen vormen
De oxaalacetaat concentratie is laag door
het wordt gebruikt door de glyconeogenese. De ATP behoefte van de levercel is al voldaan door de vele NADH en FADH2 van de bèta-oxidatie.
Vetzuuroxidatie is essentieel voor de gluconeogenese
- pyruvaat carboxylase is alleen actief als er heel veel acetyl-CoA aanwezig is
- levert NADH en ATP nodig voor de gluconeogenese