W6HC5: Stress en ondervoeding Flashcards

1
Q

Intermediair metabolisme

A

Alle reacties in het lichaam die betrokken zijn bij het opslaan en voortbrengen van energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anabolisme

A

Metabolische reacties die leiden tot het opslaan van energie, zijn bedoeld om de energievoorraden op peil te houden -> leidt tot verhoging lean body mass en adipose weefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Katabolisme

A

Metabolische reacties die leiden tot het vrijkomen van energie, halen dit uit de energievoorraden -> afname vetweefsel en lean body mass

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Insuline stimuleert

A
  • glucose opname
  • glycolyse
  • glycogeen synthese
  • eiwitsynthese
  • proteolyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Glucagon

A
  • stimuleert glycogenolyse, lipolyse, proteolyse en ketogenese
  • belangrijkste katabole hormoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cortisol en catecholaminen

A
  • contra-regulerende hormonen en stress hormonen

- in bijnier gemaakt: cortex maakt minerale corticoïden, cortisol en seks hormonen, medulla maakt de catecholaminen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cortisol ritme

A

In de ochtend is de hoogste ATCH en cortisol productie, in de loop van de dag wordt het lager, het laagst om 12 uur ‘s nachts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Feedback systeem wordt beïnvloed door stress

A
  • stress kan leiden tot verhoging ACTH -> meer cortisol -> kan zorgen dat het op een hoger niveau wordt afgestemd
  • bijniermerg kan oiv stressprikkels zorgen voor versterkte afgifte van (nor)adrenaline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Chronische stress

A

Hoge cortisol en catecholamine spiegels zorgen ervoor dat de spier als vetmassa zullen afnemen en de hoge bloeddruk en hartfrequentie blijven bestaan -> herstel wordt bemoeilijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly