VO8.3 Flashcards

1
Q

exocriene pancreas

A

acini

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

endocriene pancreas

A

eilandjes van langerhans met bindweefselkap eromheen. n Dit kapsel zorgt ervoor dat ze niet worden aangedaan als de
exocriene pancreas afsterft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de … pancreas kleurt meer

A

exocriene:
omdat daar veel rRNA (ribosomen; zuur) aanwezig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

delta cellen

A

somatostatine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

glucagonoma

A

hyperglykemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

insulinoma

A

hypoglykemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

metformine

A

remt de gluconeogenese via stimulatie van
ATP kinase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

GABA

A
  • neurotransmitter
  • wordt tegelijkertijd afgegeven met insuline door de β-cel.
  • zorgt ervoor dat het Cl
    -kanaal van de α-cel open gaat en Cl de cel binnen gaat, waardoor er hyperpolarisatie plaatsvindt.
    Hierdoor is er geen influx van Ca
    2+ en ook geen glucagonafgifte, wanneer insuline afgifte
    plaatsvindt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly