H8.6: Metabool syndroom Flashcards

1
Q

hoe meet je insuline resistentie?

A

eerst: patienten kregen 2 infusen: 1 met insuline (vaste hoeveelheid 10mM/kg/minuut) 1 met glucose. de glucosewaarden moeten normaal blijven en glucose wordt dus gemeten en zo nodig toegediend. hoe meer glucose je extra moet toedienen hoe beter de gevoeligheid

nu: nuchter glucose meten volgens HOMA methode:

nuchter insuline x nuchter glucose / 22,5 = index

index moet < 1.5,
>2.5 = insuline resistent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

iemand met goede insuline gevoeligheid tijdens niks eten

A

op zich niet hele lage insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

insuline receptor

A

insuline bindt aan alfa unit. signaal wordt doorgeven via de beta unit door het celmembraan in het cytoplasma. daar fosforylering van eiwitten => effecten

hier kan van alles mis gaan met resistentie tot gevolg.
wat men denkt dat fout gaat is de signaaltransductie in de cel;

normaal: door binding van insuline aan de receptor krijg je activatie van IRS pathway => GLUT4 open waardoor glucose kan worden opgenomen + activatie NO =>vaatverwijding
resistentie: IRS-1 gestoord, dus glucose ophoping + NO werkt niet meer goed dus aders kunnen niet ontspannen => hypertensie. ipv IRS-1 gaan nu MAP kinase pathway aan => inflammatie en celproliferatie => metabool styndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

metabool syndroom

A

heel erg geassocieerd met HVZ, ook al heb je geen diabetes. is eigenlijk hele proces voordat je diabetes diagnose krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

criteria voor metabool syndroom

A

van de volgende 5 criteria minimaal 3:
- viscerale obesitas: bij mannan omtrek > 102cm bij vrouwen >88cm
- hypertensie
- verhoogde glucosewaarde
- verhoogde triglyceriden
- verlaagd HDL niveau

alle criteria zijn internationaal hetzelfde qua afkapwaarden behalve viscerale obesitas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

metaboolsyndromen gevaren

A
  • meer HVZ
  • meer diabetes T2
  • verhoogde kanker
  • meer sterfte algemeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

metabool syndroom behandeling

A
  • risicofactoren behandelen
  • leefstijl verbeteren voor insuline resistentie te verbeteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly