H9.1: Vitamines en deficiënties (inclusief weekinleiding) Flashcards
er zijn essentiële aminozuren
wanneer heeft een voedingseiwit een hoge biologische waarde?
als alle essentiële aminozuren aanwezig zijn in de onderlinge verhouding nodig voor de mens (ei, melk, vlees)
wat gebeurt er als je te weinig van een bepaald essentieel aminozuur binnenkrijgt?
dan ga je je eigen eiwitten afbreken
vetzuren
- polyonverzadigde vetzuren
- mono-onverzadigde vetzuren
- verzadigde vetzuren
polyonverzadigde vetzuren
- omega-3
- omega-6
- omega-9
verzadigde vetuzren
- langketen
- mediumketen
wat zijn essentiële vetzuren?
- omega-3 (n-3)
- omega-6 (n-6)
n-6
dan is de eerste onverzadigdheid vanaf de methylkant de 6de binding
welke onverzadigdheid kan ons lichaam zelf aanbrengen?
9 plaatsen vanaf de carboxylgroep (oliezuur)
wat voor onverzadigdheid brengen wij zelf aan
cis
waar kunnen wij onverzadigdheden zelf toevoegen?
aan de rechterkant (de carboxylkant)
omega-3
- visolie
- walnoten
= hersenfunctie
= visus
omega-6
- plantenolie
= ontsteking
= plaatjesaggregatie
= vasodilatatie
monoonverzadigde vetzuren
olijfolie
= in membranen als bouwsteen
verzadigde vetzuren
dierlijk vet
trans vetzuur
= energie vet
volgorde van gezond naar ongezond
omega-3 > omega-6 > monoonverzadigde vetzuren > verzadigde vetzuren
cis-vetzuren
knik => flexibiliteit in membraan
= goed !!!
functies voedingsvezels
- vertraagt vertering (lagere glycemische index want het duurt langer voordat glucose vrijkomt)
- langer verzadigingsgevoel
- bindt galzure zouten
- goed voor darmperistaltiek
- bevordering darmflora
waarom zijn vitamines belangrijk?
het zijn cofactoren voor belangrijke enzymen
vetoplosbare vitamines
ADEK => genregulatie