H6.4: Stress en ondervoeding Flashcards
intermediair metabolisme
metabolisme vanaf wanneer voedingsstoffen al zijn opgenomen vanuit de darm
glucose vanuit de darm
- als glycogeen opgeslagen in de lever
- meteen gebruikt door de hersenen
- als glycogeen opgeslagen in de spieren
- als triglyceriden opgeslagen in adipeus weefsel
aminozuren vanuit de darm
- als spiereiwit opgeslagen in de spieren
vetten vanuit de darm
- als triglyceriden opgeslagen in adipeus weefsel
- als vetten opgeslagen in spierweefsel
anabolisme
de reactie na de maaltijd die erop gericht is om alle voedingsstoffen op te slaan waardoor er een toename is van de lean body mass en het vetweefsel
catabolisme
tegenovergestelde van anabolisme: bij vasten
reacties die ervoor zorgen dat energie wordt vrijgemaakt waardoor de body energy stores worden depleted
wat gebeurt er als je catabool bent met je vetweefsel?
uit vetweefsel worden TG afgebroken tot vetzuren. dit kan direct als energie wordne gebruikt door niet-CZS weefsels, maar het kan ook tot ketonen worden omgezet en vormt dan een energiebron voor de hersenen.
wat gebeurt er als je catabool bent met je spierweefsel?
eiwitten worden afgebroken tot losse aminozuren die in de lever worden gebruikt voor gluconeogenese waarbij glucose ontstaat. dit kunnen de hersenen gebruiken.
fuel metabolism in the catabolic phase
memoraid
fuel metabolism in the anabolic phase
memoraid
catabole sequentie
memoraid
wat is het belangrijkste hormoon in de anabolistische fase van het metabolisme?
insuline
wat doet insuline?
- stimuleert glucose uptake in lever- en spiercellen stimuleren
- stimuleert aanmaak van eiwitten
- stimuleert lipgenese
- remt lipolyse, proteolyse en glycogenolyse (catabole processen)
- stimuleert elektrolyten uptake
wat is het belangrijkste hormoon bij catabolisme?
glucagon
waardoor wordt glucagon afgifte geremd?
insuline