H9.4: Samenhang van het metabolisme in verschillende organen Flashcards

1
Q

waarom kunnen vetzuren niet worden geoxydeerd door de hersenen?

A

de hersenen hebben wel CPT-1, maar niet op de juiste plek. het zit namelijk alleen in microsomen en niet in de mitochondria. het is een andere vorm CPT-1. hierdoor kunnen vetzuren het mitochondrium niet in en kan er geen oxydatie gebeuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vetzuuropname in de hersenen

A

door BBB. bindt aan fattyacid binding protein FABP. wordt acetyl-CoA. vanaf acetyl-CoA kan fosfolipidesynthese, óf vetzuuroxydatie plaatsvinden. dus waarom geen vetzuuroxydatie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarom kan vetzuur niet omgezet worden in glucose

A
  • bij vetzuurafbraak krijg je acetyl-CoA. om dit de citroenzuurcyclus in te laten gaan heb je oxaalacetaat nodig. maar je verliest je twee C-atomen van acetyl-CoA in de vorm van CO2. acetyl-CoA voegt netto dus niks van oxaalacetaat toe
  • PDH (pyruvaatdehydrogenase) maakt acetyl-CoA uit pyruvaat. dit is onomkeerbaar, dus van acetyl-CoA kan geen pyruvaat worden gemaakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

op welke twee manieren kan acetyl-CoA de gluconeogenese in?

A
  • via pyruvaat
  • via de citroenzuurcyclus naar oxaalacetaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

PDH

A

pyruvaat => acetyl-CoA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe wordt PDH geactiveerd?

A

door defosforylering door insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom maak je ketonlichamen? en geen glucose

A

tijdens vetzuuroxydatie krijg je heel veel NADH en FADH2. hier heeft de citroenzuurcyclus weinig aan toe te voegen dus gaat hij veel minder hard lopen

ook is er tijdens vasten geen oxaalacetaat, want dit wordt gebruikt voor de gluconeogenese. hierdoor komt de citroenzuurcyclus ook stil te liggen. eerst moet acetyl-CoA zich ophopen voordat er ketonlichamen worden gevormd

bovendien is er pas ketogenese is gevaste toestand bij lage insuline dus lage omzet van het pyruvaat uit glucose naar acetyl-CoA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom maak je ketonlichamen niet uit glucose?

A

omdat dus acetyl-CoA de pyruvaatdehydrogenase remt waardoor die acetyl-CoA concentratie nooit hoog genoeg kan worden om ketonlichamen mee te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

PDH kinase

A

fosforyleert de E1 subunit van PDH waardoor het PDH complex inactief wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe wordt PDH geremdddd??

A
  • NADH en acetyl-CoA remmen PDH direct
  • NADH, acetyl-CoA en ATP activeren PDH kinase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarom blijft ook na langdurig vasten glucose nodig voor de hersenen?

A

in de hersenen is glucose nodig, omdat dit essentieel is voor de citroenzuurcyclus en de citroenzuurcyclus is verantwoordelijk voor het maken van neurotransmitters, purines en steroiden etc.
zonder glucose is de citroenzuurcyclus aflopend, omdat er steeds intermediairen uit de cyclus worden gehaald voor andere doeleinden. deze moeten worden aangevuld vanuit pyruvaat.
pyruvaat carboxylase zet pyruvaat om naar oxaalacetaat. dit heet de anaplerotische werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe draagt spierglycogeen toch bij aan de bloedsuikerspiegel

A

spierglycogenolyse wodt niet geactiveerd door glucagon, maar door contractie.
bij contractie stijgt de calciumconcentratie ; dit activeert fosforylase kinase. bij contractie stijgt ook de AMP concentratie, waardoor fosforylase wordt gestimuleerd. dit leidt beide tot glycogenolyse.

een stijging van AMP zorgt ook voor stijging van PFK-1 en dit stimuleert glycolyse.(wordt geen glucose want er is dus geen glucose-6-fosfatase in de spier). hieruit ontstaat pyruvaat. met dit pyruvaat kan je anaeroob lactaat maken, dat in de lever kan worden gebruikt bij gluconeogenese. (cori-cyclus)

bij langer vasten is er adrenaline en cortisol. adrenaline zorgt ervoor dat cAMP wordt verhoogd, waardoor PKA wordt geactiveerd en dus weer fosforylase kinase en fosforylase worden geactiveerd. hierdoor heb je dus weer glycogenolyse.
adrenaline zorgt ook voor fosforylering van PFK2. dit verhoogt de fructose-2,6-bisfosfaat spiegel (in tegenstelling tot de lever waar deze concentratie verlaagd is in gevaste toestand). dit verhoogt PFK1 dus de glycolyse

ook heb je cortisol. dit mobiliseert de aminozuren uit eiwitten., die voor het grootste deel naar de lever zullen gaan voor gluconeogenese. maar vnmlk de vertakt ketenige aminozuren gaan in de spier zelf de citroenzuurcyclus in. maar dan heb je nog de NH3 groep. die plakt op pyruvaat. dan krijg je alanine. dit gaat naar de lever en levert daar bij aan de gluconeogenese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe werkt glycogenolyse in de lever?

A

glucagon zorgt voor een verhoging van cAMP. dit activeert PKA. dat activeert fosforylase kinase waardoor de glycogenolyse geactiveerd wordt (en tegelijkertijd de glycogeensynthase uitgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waarom leidt lactose niet tot vetvorming en sucrose wel?

A

galactose bij opname wordt vnmlk door de lever opgenomen en wordt omgezet in galactose-1-fosfaat. dit kan weer omgezet worden in glucose-1-fosfaat. hieruit kan glycolyse gedaan worden. galactose gedraagt zich dus gewoon als glucose.

fructose wordt ook eigenlijk alleen in de lever worden verwerkt. hier wordt het fructose-1-fosfaat. het gaat downstream de glycolyse in en kan niet terug naar boven dus zal verbrand worden op als vetzuren worden opgeslagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly