VO.2 - Secundaire preventie: Neonatale- en HPV-screening Flashcards

1
Q

Q: Wat is het doel van bevolkingsonderzoek in Nederland?

A
  1. Vroegtijdige opsporing van ziekten en gezondheidsrisico’s.
  2. Balans tussen gezondheidswinst en belasting voor gezonde mensen.
  3. Op wetenschappelijke en ethische afwegingen gebaseerd.
  4. Adviezen van de Gezondheidsraad spelen een belangrijke rol.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Q: Welke twee bevolkingsonderzoeken zijn recent aangepast?

A
  1. Baarmoederhalskankeronderzoek → sinds 2017 test op hrHPV.
  2. Neonatale hielprikscreening → uitgebreid naar 19 aandoeningen, uitbreiding naar 31 gepland.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Q: Welke ethische en praktische vragen roepen bevolkingsonderzoeken op?

A
  • Is het ethisch verantwoord om gezonde mensen te belasten met tests?
  • Hoe groot is de daadwerkelijke gezondheidswinst?
  • In hoeverre beïnvloedt bevolkingsonderzoek de autonomie van individuen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Q: Wat houdt het vernieuwde bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in?

A
  • Test op aanwezigheid van hrHPV in plaats van alleen cytologische afwijkingen.
  • Zelfafnameset beschikbaar voor vrouwen die geen uitstrijkje willen.
  • Vrouwen tussen 30-60 jaar krijgen elke 5 of 10 jaar een uitnodiging.
  • HPV-positieve vrouwen op 60 jaar krijgen een extra test op 65-jarige leeftijd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Q: Wat zijn voordelen van de hrHPV-test ten opzichte van cytologische screening?

A

Hogere sensitiviteit → betere detectie van risicofactoren en voorstadia van kanker.

Automatisering → minder subjectieve beoordeling door laboranten.

Zelfafnameset → meer toegankelijkheid voor vrouwen die geen uitstrijkje willen laten maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Q: Wat zijn mogelijke uitslagen van een uitstrijkje in het vernieuwde bevolkingsonderzoek?

A
  • Geen HPV → geen vervolgonderzoek nodig.
  • Wel HPV, geen afwijkende cellen → controle uitstrijkje na 12 maanden.
  • Wel HPV, kleine afwijkingen, geen HPV16/18 → controle uitstrijkje na 12 maanden.
  • Wel HPV, kleine afwijkingen, HPV16/18 → vervolgonderzoek bij gynaecoloog.
  • Wel HPV, ernstige afwijkingen → vervolgonderzoek bij gynaecoloog.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Q: Wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van baarmoederhalskanker bij HPV-positieve vrouwen?

A
  • Verminderde afweer (bijv. HIV of immunosuppressieve medicatie).
  • Roken.
  • Chlamydia- of herpesinfectie.
  • Infectie met meerdere HPV-typen.
  • Veel wisselende seksuele contacten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Q: Wat is de overleving van baarmoederhalskanker afhankelijk van het stadium?

A
  • Vroege detectie → 5-jaarsoverleving 98%.
  • Uitgezaaide kanker → 5-jaarsoverleving 7%.
  • Gemiddelde 5-jaarsoverleving in Nederland → 67%.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Q: Wat is opportunistische screening en waarom wordt het afgeraden?

A
  • Op eigen initiatief een uitstrijkje laten maken buiten bevolkingsonderzoek.
  • Komt in Nederland weinig voor, elders wel (bijv. tot 50 uitstrijkjes in een leven).
  • Weinig effectief en niet doelmatig → verhoogt sterftecijfers niet significant.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Q: Wat houdt de neonatale hielprikscreening in?

A
  • Screening op ernstige, vaak erfelijke aandoeningen in de eerste levensweek.
  • In 2024 uitgebreid naar 27 aandoeningen.
  • Doel: vroegtijdige opsporing om snel te kunnen behandelen.
  • Jaarlijks: 170.000 screenings, 200 zieke kinderen opgespoord.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Q: Wat zijn fout-positieven en fout-negatieven bij de hielprikscreening?

A

Fout-positieven: pasgeborenen met een afwijkende hielprikuitslag, maar zonder ziekte.

Fout-negatieven: kinderen met een ziekte die niet gedetecteerd wordt in de screening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Q: Wat zijn de ethische dilemma’s rond neonatale hielprikscreening?

A
  • Moeten ouders standaard geïnformeerd worden over de uitslag, ook als die normaal is?
  • Hoe om te gaan met nevenbevindingen die niet direct behandeld kunnen worden?
  • Is uitbreiding naar meer aandoeningen altijd wenselijk?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Q: Wat zijn de drie voorlichtingsmomenten over de hielprik?

A
  • Schriftelijk bij het eerste consult in de zwangerschap.
  • Mondeling en schriftelijk bij het bevallingsgesprek.
  • Schriftelijk bij geboorteaangifte.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Q: Wat zijn de kosten van de hielprikscreening?

A

Jaarlijks €19,1 miljoen gefinancierd vanuit de Rijksbegroting.

Diagnostiek en behandeling vallen onder de Zorgverzekeringswet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Q: Wat zijn de verschillen tussen HPV-screening en hielprikscreening op het punt van ‘informed choice’?

A
  • HPV-screening: vrijwillige deelname, nadruk op autonomie.
  • Hielprikscreening: standaardprocedure, impliciete acceptatie door ouders.
  • Ethiek: HPV-screening raakt individuele autonomie meer dan de hielprikscreening.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Q: Wat is het effect van HPV-vaccinatie op de screening?

A
  • Beschermt tegen HPV16 en HPV18, die 70% van baarmoederhalskanker veroorzaken.
  • Effectiviteit: ±87% bescherming tegen baarmoederhalskanker.
  • Onzekerheid: of levenslange bescherming nodig is, of herhalingsvaccinaties nodig zijn.
17
Q

Q: Wat zijn de belangrijkste criteria van de Gezondheidsraad voor verantwoord bevolkingsonderzoek?

A
  • Gericht op een belangrijk gezondheidsprobleem.
  • Duidelijke gezondheidswinst en voordelen moeten opwegen tegen nadelen.
  • Betrouwbare en valide screeningstest.
  • Respect voor autonomie van deelnemers.
  • Kosteneffectief en rechtvaardig gebruik van middelen.