VO. 2 - Sterfteverschillen Flashcards

1
Q

Q: Welke gegevensbron wordt gebruikt voor sterftegegevens in Nederland?

A

A: Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat sterftegegevens verzamelt via doodsoorzaakverklaringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Q: Welke formulieren moet een arts invullen bij overlijden?

A

A-verklaring: Verklaring van overlijden voor de burgerlijke stand.

B-verklaring: Doodsoorzaakverklaring voor het CBS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Q: Wanneer mag een behandelend arts géén verklaring van overlijden afgeven?

A
  1. Bij een niet-natuurlijke dood (ongeval, zelfmoord, misdrijf of euthanasie).
  2. Bij twijfel over de doodsoorzaak → zaak overdragen aan de gemeentelijk lijkschouwer (GGD).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Q: Wat is de belangrijkste gegevensbron voor het stellen van een ‘volksgezondheidsdiagnose’?

A

A: De doodsoorzakenstatistiek van het CBS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Q: Wat kan de doodsoorzakenstatistiek van het CBS inzichtelijk maken?

A
  • Welke volksgezondheidsproblemen de meeste sterfte veroorzaken.
  • Trends in sterfte over de tijd.
  • Regionale, sociaaleconomische en internationale sterfteverschillen.
  • Beleidsinformatie voor VWS en gemeenten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Q: Welke bron wordt gebruikt om regionale sterftegegevens te verkrijgen?

A

A: Statline van het CBS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Q: Hoe kunnen sterftecijfers correct worden vergeleken tussen regio’s?

A

A: Door standaardisatie naar leeftijd om vertekening door demografische verschillen te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Q: Wat was in 2023 de bruto sterfte aan ischemische hartziekten in Nederland?

A

A: 53,3 per 100.000 inwoners.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Q: Wat zijn de sterftecijfers aan IHZ per leeftijdsgroep in Nederland?

A

0-50 jaar: 1,9 per 100.000
50-70 jaar: 38,9 per 100.000
70+ jaar: 354,3 per 100.000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Q: Hoe wordt de direct voor leeftijd gestandaardiseerde sterfte berekend?

A

Gebruik de leeftijdsspecifieke sterftecijfers van Nederland als referentie.

Pas deze toe op de populatie van de perifere regio en Rotterdam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Q: Hoe wordt de indirect gestandaardiseerde sterfte berekend?

A

Gebruik de leeftijdsspecifieke sterfte van de perifere regio/Rotterdam.

Pas deze toe op de leeftijdsopbouw van Nederland.

Dit levert een Standardized Mortality Ratio (SMR) op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Q: In welke regio’s is de sterfte aan ischemische hartziekten het hoogst en laagst?

A

Hoogst: Groningen en Limburg.

Laagst: Utrecht en Hollands Midden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Q: Welke risicofactoren dragen bij aan verschillen in IHZ-sterfte?

A
  • Roken
  • Overgewicht (BMI >25)
  • Ernstig overgewicht (BMI >30)
  • Hypertensie
  • Onvoldoende lichaamsbeweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Q: Hoe wordt de Populatie Attributieve Fractie (PAF) berekend?

A

PAF= (prevalentie x (RR-1)) / (prevalentie x (RR-1) +1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Q: Kunnen PAF-waarden van verschillende risicofactoren opgeteld worden?

A

A: Nee, omdat mensen vaak aan meerdere risicofactoren tegelijk worden blootgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Q: Welke risicofactor draagt het meest bij aan sterfteverschillen in jouw regio?

A

A: Dit wordt berekend door PAF-waarden voor jouw regio en Nederland te vergelijken.

17
Q

Q: Welke interventies kunnen de sterfte aan IHZ verlagen?

A

Accijnsverhoging op sigaretten (+20%) → Daling van rokers van 24,4% naar 17,4%.

Minimale Interventie Strategie (MIS) + Nicotine Replacement Therapy (NRT) → Daling naar 22,4%.

18
Q

Q: Hoe wordt de Potentiële Impact Fractie (PIF) berekend?

A

PIF= ((prevalentie oud - prevalentie na interventie) x (RR-1)) / (prevalentie oud x (RR-1)+1)

Dit geeft aan hoeveel sterfte aan IHZ voorkomen kan worden door de interventie.

19
Q

Q: Waarom is accijnsverhoging effectiever dan MIS?

A

Accijnsverhoging verlaagt het totale aantal rokers sterker.

MIS richt zich op individuele motivatie, terwijl accijnzen breed effect hebben.

Beste strategie: beide interventies combineren voor maximaal effect.

20
Q

Q: Waarom wordt standaardisatie toegepast?

A

Om sterftecijfers tussen populaties met verschillende leeftijdsopbouw te vergelijken.

Voorkomt vertekening door demografische factoren.

21
Q

Q: Wat is het verschil tussen directe en indirecte standaardisatie?

A

Directe standaardisatie: leeftijdsspecifieke sterftecijfers van regio’s worden toegepast op een standaardpopulatie.

Indirecte standaardisatie: sterftecijfers van de standaardpopulatie worden toegepast op de leeftijdsopbouw van regio’s.