HC.2 - Ethiek van preventie Flashcards

1
Q

Wat is Primaire preventie?

A

Primaire preventie: Voorkomen van ziekte bij gezonde individuen (bv. vaccinaties, leefstijlinterventies).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is secundaire preventie?

A

Secundaire preventie: Vroegtijdig opsporen en behandelen van een ziekte in een presymptomatisch stadium (bv. bevolkingsonderzoek).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is tertiaire preventie?

A

Tertiaire preventie: Voorkomen dat een ziekte tot complicaties leidt of verergert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wats paternalisme ookal weer?

A

A: Paternalisme is het beperken van iemands vrijheid of autonomie om die persoon te beschermen of te helpen, vaak met de intentie om hun welzijn te bevorderen, zelfs als ze het daar zelf niet mee eens zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wnr baarmoederhals, borst- en darmkanker screening?

A

Baarmoeder: 30-60
Borst: 50-75
Darm: 55-75

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Q: Welke ethische principes spelen een rol bij bevolkingsonderzoek?

A

Weldoen (beneficence): Vroegtijdige opsporing en behandeling levert gezondheidswinst op voor groepen en individuen.

Niet-schaden (non-maleficence): Bevolkingsonderzoek mag geen onnodige nadelen opleveren voor deelnemers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nadelen BVO?

A
  • Belasting en risico’s van de test en/of vervolgonderzoek.
  • Foute testuitslagen: fout-positieven en fout-negatieven.
  • Overdiagnostiek en overbehandeling.
  • Ongezochte bevindingen (incidental findings).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Q: Wat zijn de criteria van Wilson & Jungner en de Gezondheidsraad voor bevolkingsonderzoek?

A
  • Screening moet gericht zijn op een belangrijk gezondheidsprobleem.
  • Voordelen van screening moeten opwegen tegen nadelen (bv. vroege opsporing moet zinvol zijn).
  • De test moet betrouwbaar en veilig zijn.
  • Informatie en vrijwilligheid: deelnemers moeten goed geïnformeerd zijn en vrijwillig meedoen.
  • Het programma moet voldoen aan doelmatigheid, kosteneffectiviteit en rechtvaardigheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly