HC.5 - Jeugdgezondheidszorg: een kennismaking! Flashcards
Q: Wat is het doel van de jeugdgezondheidszorg (JGZ)?
- Bijdragen aan een gezonde en veilige opgroeisituatie van jeugdigen.
- Preventief en vrijwillig.
- Individueel en collectief aanbod.
Q: Hoe effectief is de jeugdgezondheidszorg?
Kosten: € 433 miljoen per jaar (€ 108 per kind per jaar).
Opbrengst: € 5,6 miljard per jaar → winst: € 5,2 miljard!
elke geinvest 1 euro levert 11eu
Q: Wat is een voorbeeld van de impact van JGZ op sterftepreventie?
Wiegendood: onverwacht overlijden zonder duidelijke oorzaak in het eerste levensjaar.
Door preventieve adviezen en begeleiding is de incidentie sterk gedaald.
Q: Wat is de geschiedenis van de jeugdgezondheidszorg in Nederland?
1901: Eerste consultatiebureau voor zuigelingen (gericht op sterftereductie).
1904: Eerste schoolartsendienst.
Door de jaren heen: Dalende sterftecijfers, verschuiving van focus naar algehele gezondheidsbevordering.
Q: Wie is verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg?
- Gemeenten zijn verantwoordelijk.
- Uitvoering door GGD, thuiszorg en CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin).
- Georganiseerd in drie leeftijdsgroepen:
0-4 jaar
4-12 jaar
12-18 jaar
Q: Hoe is de JGZ georganiseerd?
- Landelijk professioneel kader bepaalt richtlijnen.
- Flexibel basispakket aangepast aan lokale behoeften.
- CJG Rijnmond speelt een belangrijke rol in Rotterdam.
Q: Wat zijn de belangrijkste taken van CJG Rijnmond?
- Monitoren van de ontwikkeling van kinderen.
- Verlenen van basis medische zorg.
- Opvoedondersteuning bieden.
- Uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma.
Q: Wat valt onder de basis medische zorg van CJG?
- Lichamelijke en cognitieve ontwikkeling volgen.
- Gedrag en psychosociale gezondheid in kaart brengen.
- Beoordelen van basiszorg (voeding, slaap, ouderschap).
Q: Wat houdt het Rijksvaccinatieprogramma in?
Vaccinaties tegen infectieziekten zoals polio, mazelen, kinkhoest, HPV, meningokokken en pneumokokken.
Wordt uitgevoerd door de JGZ (CJG/GGD).
Q: Welke vormen van opvoedondersteuning biedt de JGZ?
- Lichte opvoedondersteuning.
- Specifieke begeleiding zoals videohometraining.
- Handelingsgerichte diagnostiek.
Q: Welke professionals werken binnen de CJG Rijnmond?
- Jeugdarts.
- Jeugdverpleegkundige.
- (Dokters)assistente.
- (Ortho)pedagoog.
- Peuterconsulente.
- Ondersteunende diensten.
Q: Hoe werkt de JGZ in de praktijk?
- Basiscontactmomenten voor alle kinderen.
- Extra contactmomenten indien nodig.
- Inloopspreekuren voor ouders.
- Afstemming van zorg met andere hulpverleners.
- Voorlichtingsbijeenkomsten.
- Samenwerking met ondersteuningsteams en ketenpartners.
Q: Welke contactmomenten biedt de JGZ?
- Prenataal huisbezoek.
- Maternale kinkhoest- en griepvaccinatie.
- Webinars voor ouders.
- Apps voor pubers om gezondheid te monitoren.
Q: Met welke netwerkpartners werkt de JGZ samen?
- Huisarts.
- Specialisten (kinderartsen, psychologen).
- Fysiotherapeut en logopedist.
- Lactatiekundige (borstvoedingsadvies).
- Pedagogen en wijkteams.
- Scholen en kinderopvang (KDV/PSZ).
Q: Welke omgevingsfactoren beïnvloeden de gezondheid van een kind?
- Wet- en regelgeving.
- Staat van de gezondheidszorg.
- Culturele achtergrond.
- Financiële situatie van het gezin.
- Woonomgeving.
- Kennisniveau en vaardigheden van ouders
Q: Wat zijn omgevingsfactoren die een rol kunnen spelen?
- Gezonde voeding is te duur.
- Slechte woonomstandigheden (kleine huizen, slecht geïsoleerd).
- Beperkte zelfredzaamheid of mantelzorg.
- Adviezen uit de familie (oma’s, buurvrouwen).
- Invloed van social media op opvoeding.
Q: Wat is de kernboodschap van jeugdgezondheidszorg?
- Preventie loont – vroege interventies hebben een groot effect.
- Kostenbesparend – kleine investering levert grote gezondheidswinst op.
- Gezondheid wordt beïnvloed door meerdere factoren.
- Zorgprofessionals moeten een patiënt zien in zijn omgeving.
- JGZ blijft zich ontwikkelen en aanpassen aan maatschappelijke veranderingen.
Effectiviteit JGZ? (wat verminderd ziekte en dood)?
- Vaccinaties
- Adviezen tegen wiegendood
- Hielprik
- Screening
Q: Wat houdt ouderschap in?
- Welzijn van de ouder(s) – hoe goed een ouder zich voelt, heeft invloed op het kind.
- Opvoedvertrouwen – het zelfvertrouwen van een ouder in opvoeding.
- Ouderschapsbeleving – hoe ouders hun rol als ouder ervaren.
Q: Wat houdt opvoeden in?
- Basiszorg – zorgen voor voeding, hygiëne en medische zorg.
- Affectie – liefde en emotionele ondersteuning geven.
- Stimuleren van ontwikkeling – aanmoedigen van leren, spelen en zelfstandigheid.
- Stabiliteit gezin – een veilige en gestructureerde omgeving bieden.
Q: Waarom is een goede ouder-kindrelatie belangrijk?
Beïnvloedt emotionele en cognitieve ontwikkeling van het kind.
Zorgt voor veilig hechtingsgedrag en zelfvertrouwen bij het kind.
Voorkomt gedragsproblemen en stress op latere leeftijd.