therapy voor depressie -> CIIT & effectiviteit CBT Flashcards
artikel Cain -> CIIT
Contemporary Integrative Interpersonal Theory (CIIT)
* Belangrijkste van psychotherapie = dat het flexibel is.
* CIIT is flexibel.
* Centraal staat de interpersoonlijke situatie -> hierdoor kan de casus worden geformuleerd en doelen en dynamieken worden vastgesteld.
* Zes core assumptions:
1. Uitingen van persoonlijkheid en psychopathologie komen voornamelijk voor in interpersoonlijke situaties.
2. Gedrag is georganiseerd naast agency (dominantie VS passiviteit) en communion (warmte VS koudheid) dimensies.
3. Deze structuur van dimensies werken binnen niveaus van ervaring (behavior, traits en motives).
4. De motives verklaren het interpersoonlijke gedrag (satisfying or frustrating agentic and communal motives drives interpersonal behaviors).
5. De interpersonal transaction cycle voorspelt patronen en afwijkingen (deviations) en deze laten soms psychopathology zien.
* Deze laat zien dat dominant gedrag passief gedrag aanwakkert, warm gedrag warm gedrag aanwakkert en koud koud gedrag aanwakkert.
6. Afwijkingen van normale patronen laten interpersoonlijke of psychologische disfunctie zien.
artikel Cain -> interpersoonlijke situaties CIIT
- Interpersoonlijke situaties:
1. Omvatten twee of meer mensen en behoren tot de meest invloedrijke situaties die we in ons leven meemaken.
2. Belangrijke psychologische kenmerken van interpersoonlijke situaties zijn de percepties van agency (dominantie VS passiviteit/onderdanig) en communion (warm VS koud) gedrag van zelf en ander binnen en tussen sociale interacties.
artikel cain -> Interpersonal circumplex, twee interventie strategieën & rest artikel
- Interpersonal Circumplex (IPC) = model dat interpersoonlijk functioneren organiseert in circulaire patronen gebaseerd op agency en communion.
- Twee interventie strategieën die voortkomen uit de interpersoonlijke theorie:
1. Noncomplementary responding = niet spiegelen van gedrag.
2. Therapeutic metacommunication = metacommunicatie over relatie met therapeut. - Met patronen worden bijvoorbeeld individuele verschillen bedoeld (bv. als iemand een hostile style heeft dan eerder vatbaar voor depressie).
De rest van dit artikel gaat over de case van Laura.
* Laura heeft moeite in relaties omdat ze vaak controlerend en afstandelijk is.
* In therapie leert ze nieuwe manieren van omgaan met anderen, zoals minder vijandig en meer open zijn.
Artikel cuijpers effectiviteit CBT -> introductie & doel
De effectiviteit van cognitieve gedragstherapie (CBT; een vorm van psychotherapie) voor het behandelen van depressie wordt overschat door 3 redenen:
1. Publicatiebias: de neiging van auteurs om manuscripten ter publicatie in te dienen, of van tijdschriften om manuscripten te aanvaarden, op basis van de richting of de sterkte van de bevindingen van het onderzoek. -> bewijs voor gevonden dat ongepubliceerde onderzoeken de gemiddelde effect size van CBT met meer dan 25% konden laten zakken.
2. De kwaliteit van veel trials is suboptimaal, niet alle trials voldoen aan de basisindicatoren van kwaliteit. Degenen van meer kwaliteit, lieten lagere effect sizes zien -> Dit geld van studies tot 2008, nu zijn er meer studies van betere kwaliteit en is het niet bekend wat de beste schatting van de effect size van CBT is.
3. Veel trials gebruiken wachtlijsten als controlegroep en dit kan zorgen voor ‘nocebo’ effect, als CBT hiermee wordt vergeleken lijkt het effect groter. Verbeteringen gevonden bij patiënten op wachtlijsten zijn lager dan verwacht kan worden op basis van spontaneous remission. Andere controle condities, zoals care-as-usual en placebo, kunnen en betere schatting van de werkelijke effect grootte van CBT voorspellen
Nocebo: het tegenovergestelde van placebo, en staat voor een behandeling dat een nadelig effect lijkt te veroorzaken.
Doel artikel: meest recente en nauwkeurige schattingen van de effecten van CBT rapporteren in behandeling van depressie (MDD), gegeneraliseerde angststoornis (GAD), paniekstoornis (PAD) en sociale angststoornis (SAD), rekening houdend met de drie bovengenoemde problemen; publicatiebias, lage kwaliteit trials en nocebo-effect van wachtlijst controlegroepen.
Artikel cuijpers effectiviteit CBT -> methode
Methode
* Deze meta-analyse bevat 144 trials, waarvan 54 voor major depressive disorder (MDD), 24 voor generalized anxiety disorder (GAD), 30 voor panic disorder (PAD) en 36 voor social anxiety disorder (SAD).
* Er waren 184 vergelijkingen tussen CBT en een controleconditie en er waren in totaal 11.030 patiënten.
* Slechts 25 studies (17,4%) voldeden aan alle vier de kwaliteitscriteria, 62 voldeden aan twee of drie criteria en de overige 57 voldeden aan één of geen van de criteria. Van de onderzoeken die in 2010 of later werden uitgevoerd, werd 29,5% beoordeeld als van hoge kwaliteit, vergeleken met 12,0% van de oudere studies.
* Effect sizes: werden berekend met Hedges’ g -> 0.8 = hoog, 0.5 = gemiddeld, 0.2 = laag
* CBT was individueel in 87 vergelijkingen, in groepsformatie in 53, in zelfgestuurd formaat in 35 en in gemixt formaat in 9.
Artikel cuijpers effectiviteit CBT -> resultaten
Resulaten
* Effect van CBT op MDD: de gepoolde effectgrootte van de 63 vergelijkingen was 0.75, met een hoge heterogeniteit. 11 van 63 onderzoeken waren van hoge kwaliteit.
* Studies met een wachtlijst controlegroep hadden significant grotere effectgroottes dan met care-as-usual en pil-placebo controlegroepen
* 44,4 % van MDD vs CBT studies waren gebaseerd op wachtlijst controle groepen wat resulteerde in significant grotere effect sizes dan mensen in normale zorg of pill placebo controle groepen.
* CBT is waarschijnlijk effectief in behandeling van MDD, GAD, PAD en SAD, met effecten die groter zijn bij wachtlijst controle groep dan care as usual groepen en pill placebo.
* Vanwege klein aantal studies met hoge kwaliteit zijn de effecten nog niet zeker.
Artikel cuijpers effectiviteit CBT -> discussie en limitaties
Discussie
* De algemene effecten voor alle 4 de stoornissen waren groot, van 0.75 voor MDD.
* Het eerste probleem, publicatiebias, beïnvloedde vooral de uitkomsten van CBT voor GAD en MDD. Bij MDD miste 14% waardoor de effectgrootte daalde van 0.75 tot 0.65.
* Het tweede probleem was de kwaliteit van de trials. In de meeste onderzoeken was de kwaliteit laag of onbekend. Van alle stoornissen waren 25 trials (17.4%) van hoge kwaliteit. Dus de algemene effectgrootte van alle stoornissen is nog onbekend. Er waren lagere effect sizes in hoge kwaliteit studies voor SAD en PAD, maar niet zoveel bewijs voor MDD en GAD.
* Het derde probleem was de invloed van wachtlijsten controlegroepen op de effecten van CBT. Veel onderzoeken hadden dit, dus veel van het bewijs van de effecten van CBT is gebaseerd op het gebruik van wachtlijsten controlegroepen. Echter zorgde dit voor nocebo, waarbij de effecten overschat worden.
* Waiting List higher effect size ☹
Dus CBT is waarschijnlijk effectief in het behandelen van de stoornissen. De effecten zijn groot vergeleken met wachtlijsten controlegroepen, maar klein tot gemiddeld vergeleken met conservatieve controlegroepen.
Limitaties
* De inclusiecriteria was streng.
* Sommige controlegroepen zijn te heterogeen.
* Er werd gefocust op korte termijn uitkomsten.
* Door het kleine aantal onderzoeken van hoge kwaliteit moeten de resultaten voorzichtig geïnterpreteerd worden.