bipolar disorder -> artikel marangoni: verschil met adhd en overeenkomsten Flashcards

1
Q

Bipolaire stoornis en ADHD: comorbiditeit en diagnostische onderscheidingen

A

 ADHD en bipolaire stoornis (BD) komen vaak samen voor. Attention-deficit/hyperactivity disorder (ADHD) heeft een vroeg begin (vaak vóór 12 jaar) met aanhoudende (6 maanden of langer) symptomen van onoplettendheid en/of hyperactiviteit en impulsiviteit die niet consistent is met ontwikkeling, het veroorzaakt beperking van normaal functioneren in minstens 2 omgevingen (thuis, school).
 ADHD is de meest voorkomende stoornis in kinderen en 75% is man.
 Er ontbreekt nog informatie over de oorzaken van deze stoornissen en de oorzaken voor hun onder-, over- en misdiagnose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Differentiële diagnose van ADHD en BD

A

 De diagnose van ADHD en BD wordt bemoeilijkt door andere stoornissen en complexe comorbiditeit. 50%+ had een gedragsstoornis (CD) of oppositional defiant disorder (ODD). Het moeilijkste onderscheid tussen BD en ADHD is de combinatie met CD en/of ODD, omdat die symptomen (woedeaanval, agressief gedrag) overlapt met symptomen van manische of gemixte episodes.
 ODD en CD in een kind met ADHD kan het risico verhogen voor verbale en fysieke agressie of eigendomsvernieling en vervaagt de grenzen tussen BD en ADHD.
 Kenmerken BD: prominente stemming, slaap en agressief gedrag, vooral als impulsief gedrag komt door geld, seks en substanties.
 Kenmerken ADHD: wiebelen en rusteloosheid en inefficiënt en ongeorganiseerde prestaties door onoplettendheid, afleidbaarheid en vergeetachtigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Epidemiologie

A

 De prevalentie van ADHD is 1.7%-16% in jongeren en 1%-5% in volwassenen. ADHD houdt bij 1/3e aan in volwassenheid en 2/3e heeft dan ook nog last van symptomen.
 In klinische steekproeven hebben kinderen met ADHD een verhoogd risico op comorbide BD.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Klinische kenmerken

A

 Het verschil tussen ADHD en manische of gemixte episodes van BD berust op 3 benaderingen:
1. Vergelijking door overlappende symptomen te elimineren: alle maniesymptomen, behalve hyperenergie en afleidbaarheid, zijn significant en substantieel frequenter bij BD dan ADHD.
 Dit verlaagt de kans op het bijdragen aan de differentiële diagnose vanwege hun relatief lage prevalentie.
2. Vergelijking door chronologische symptoomvolgorde: kijken naar de leeftijden.
 1-6 jaar: woedeaanvallen, slechte frustratietolerantie, impulsiviteit, meer agressie, lagere aandacht boog, hyperactiviteit en geïrriteerdheid.
 7-12 jaar: volwassen depressie, manie en psychose.
 Nachtmerries, bedplassen en fysieke klachten komen vaker voor bij BD dan ADHD.
3. Vergelijking door Child Behavior Checklist (CBCL): BD met verhoogde anxiety/depressie, agressief gedrag en aandacht problemen onderscheidt BD van ADHD (CBCL-dysregulatie profiel).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verschil in specifieke symptomen -> hyperactiviteit

A

Hyperactiviteit
 BD heeft chronische of onderbroken perioden van intense hyperactiviteit of agitatie, vaak met verhoogde impulsiviteit en agressie. Meer drijfkracht en interesse, slapeloosheid en grandioosheid zorgen voor verhoogde activiteit en meer productiviteit. Er kunnen echter ook perioden van lage activiteit, vermoeidheid en ‘verveling’ zijn.
 Bij kinderen met ADHD kunnen de eisen van de klas zorgen voor meer rusteloosheid, wiebelen en hyperactief gedrag, vooral als er focus en lange inzet verwacht wordt.
 Bij BD zijn circadiaanse ritmes aangepast en dat zorgt voor grotere fluctuaties van energie en activiteit, van erg hoog tot erg laag, en voor een voorkeur voor de avonduren (eveningness), met een verbeterde stemming en energie later op de dag, vaak voorafgaand en belemmerend voor slaap.
 Bij ADHD zijn er hoge, maar relatief stabiele niveaus van locomotorische activiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verschil in specifieke symptomen -> slaapverstoringen en cardiaans ritme

A

Verstoringen van slaap en circadiaanse ritmes
 Ultra snelle cycling zijn frequente fluctuaties van energieniveaus en komt veel voor bij jongeren met BD. Hyperactiviteit overdag én ’s nachts verstoort circadiaanse ritmes en beïnvloedt gedrag en slaap.
 Vroege slapeloosheid en slaapresistentie komen zowel voor bij BD als ADHD. Parasomnie (abnormaal zenuwstelsel tijdens slaap), verminderde totale slaap, gefragmenteerde slaap en enuresis (bedplassen) komen vaker voor bij kinderen met BD.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verschil in specifieke symptomen -> stemming, suicidaliteit en psychose

A

Stemming, suïcidaliteit en psychose
 Stemmingssymptomen zijn prominent in BD, maar stemmingsfluctuaties en dysregulatie komen veel voor bij kinderen en adolescenten met ADHD.
 Precursoren van BD zijn ernstige geïrriteerdheid, dysforie, huilbuien, woedeaanvallen en stemmingslabiliteit.
 Bij kinderen met ADHD zijn stemmingssymptomen secundair van academische tot sociale moeilijkheden.
 Suïcidaliteit, zoals suïcidale/dood ideeën en pogingen, komt vooral voor bij BD, maar ADHD verhoogt wel het risico op zelfmoord.
 Psychose, zoals wanen, hallucinaties, catatonische kenmerken en bizar gedrag, komt vooral voor in jongeren met BD, maar niet bij ADHD.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verschil in specifieke symptomen -> agressief en hyperseksueel gedrag

A

Agressief en hyperseksueel gedrag
 Bij BD komt verbale agressie, geen controle over woede, gewelddadig gedrag dat leidt tot eigendomsvernieling of fysieke agressie vaak voor. Bij ADHD komt verbale en fysieke agressie door geïrriteerdheid terwijl eigendomsvernieling onopzettelijk is en gerelateerd is aan onoplettendheid, impulsiviteit en slechte coördinatie of beperkte motorvaardigheden.
 Sommige kinderen en adolescenten met BD hebben een vroegrijpe interesse in seksuele afbeeldingen/inhoud en meer seksueel gedrag. Hyperseksueel gedrag is geen onderdeel van ADHD.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verschil in specifieke symptomen -> academisch functioneren

A

Academische functioneren
 Bij kinderen met ADHD interfereren moeilijkheden met onoplettendheid, resistentie bij huiswerk afmaken en slechte concentratie vaak met academische prestatie.
 Bij kinderen met BD zijn prestaties variabel en oneven, soms doen ze het heel goed en soms ervaren ze perioden van emotionele instabiliteit en depressieve fasen of perioden van verhoogde anxiety.
 Somatische klachten kunnen BD voorspellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Familiegeschiedenis

A

 De meest significante risicofactor voor BD is een positieve familiegeschiedenis (90% kans). De erfelijkheid van BD is 58%-85%.
 De erfelijkheid van ADHD is 60%-80%, dit weerspiegelt een polygenetisch of oligogenetisch risicomechanisme.
 Een familie met ADHD voorspelt ook BD (27%-30%) en een familie met BD voorspelt ook ADHD (6%).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verloop

A

 BD en ADHD kunnen onder-, over- of foutief gediagnosticeerd worden. Als een symptoom onder de diagnostische drempelwaarde is, moet de arts bepalen:
1. Dat een teken/symptoom een verandering van de basis weerspiegelt.
2. Dat het niet verklaard wordt door situationele factoren.
3. Dat het niet alleen komt door een ontwikkelingsvertraging.
4. Dat het een onafhankelijk verloop heeft.
 De meerderheid van BD ervaart temperament stemmingssymptomen vóór hun eerste episode. BD verloopt in perioden (onvoorspelbaar) van manie en depressie met verschillende lengtes waardoor BD vaak foutief wordt gediagnosticeerd.
 ADHD heeft een chronisch en onophoudelijk verloop tot in volwassenheid (bij 50%), zoals antisociaal en crimineel gedrag. Symptomen van hyperactiviteit verbeteren over tijd, maar onoplettendheid niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

behandeling respons

A

Behandelingsrespons
 Als BD en ADHD comorbide zijn, is er vaak een combinatie van behandeling nodig.
 Stemmingsstabilisatoren en atypische antipsychotica kunnen voordelig zijn voor kinderen met een vroeg begin van BD, maar verhogen niet de aandacht van kinderen met ADHD en zijn geassocieerd met serieuze bijwerkingen.
 Stimulanten zijn niet effectief bij BD, ze veroorzaken verstoringen in slaap en circadiaanse ritmes.
 Bij mensen met ADHD was de kans op het krijgen van BD significant en positief geassocieerd met langere behandeling met methylfenidaat, gemixte amfetaminezouten, atomoxetine en antidepressiva.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

conclusie

A

Conclusie
 BD en ADHD hebben gelijke leeftijden van begin en comorbiditeit, een chronisch, levenslang verloop met verstoring in educatie, werk en ontwikkeling. De ontwikkeling van biomarkeringen kan ADHD en BD onderscheiden.
 Limitaties:
 Het is een niet-systematische literatuurreview.
 Het bevat geen bevindingen van cognitieve, neuropsychologische en neuroimaging onderzoeken, omdat dit vaak niet beschikbaar is voor clinici.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly