bipolar disorder -> artikel kowatch diagnose Flashcards
Diagnose, fenomenologie, differentiële diagnose en comorbiditeit van pediatrische bipolaire stoornis
De prevalentie voor volwassenen is 2.1%, voor adolescenten 2.3% en voor 7-21 jaar 1.8%.
De symptomen beginnen vaak tussen 15-19 jaar.
diagnose
Diagnose
Ouders zullen vaak zeggen dat hun kinderen altijd humeurig en geïrriteerd zijn, dus als clinicus is het handig om te vragen of er perioden zijn waarin de kinderen euthymisch (stabiel/goed humeur) zijn en andere perioden waarin hun stemming verhoogd is. Dan hebben ze minder slaap nodig, ze hebben meer projecten aan de hand en hebben ongepast seksueel gedrag.
Prepuberale kinderen voldoen vaak niet aan criteria voor een manische episode, dit komt vaker voor in midden-adolescentie.
Bij adolescenten is er vaak eerst een ernstige depressieve episode gevolgd door een manische episode, direct erna of maanden tot jaren later.
fenomenologie
Fenomenologie
Een cyclus is een uitgesproken verschuiving in stemming en energie van het ene uiterste naar het andere. Een episode is een langdurige periode van stemming dysregulatie die vaak meerdere cycli in polariteit omvat. Snelle cycling zijn 4 of meer stemmingsepisodes in 1 jaar.
Adolescenten ervaarden meer depressieve symptomen dan manische of hypomanische symptomen.
Veel kinderen onder de 13 jaar worden gediagnosticeerd met andere gespecificeerde bipolaire en gerelateerde stoornissen door een gebrek aan symptomen die voldoen aan de criteria voor een episode. Zij ervaren vaak geïrriteerdheid, stemmingslabiliteit en een slechter verloop van ziekte dan patiënten met een later begin.
Adolescenten hebben vaker symptomen van bipolaire stoornis I of II met episodes van depressie of typische manische episodes en substantiemisbruik en zelfmoordpogingen.
In het plaatje hiernaast is de prevalentie van manische symptomen te zien.
Cyclus: korte periode van stemmings wisselingen.
Epidose: over langere tijd dezelfde stemming
rode vlag symptomen en kenmerken
Rode vlag symptomen en kenmerken
1. Woede en agressie: het kind uit agressie meerdere keren per dag, urenlang, met weinig provocatie waardoor de ouders ‘op eieren lopen’. Ouders zijn bang voor een publieke woede-uitbarsting, want het kind is oncontroleerbaar. Kinderen zonder BD zullen maar kort agressie tonen als ze ‘nee’ horen.
2. Verminderde slaapbehoefte: kinderen hebben een episodische verminderde slaapbehoefte, terwijl kinderen met ADHD slapeloosheid hebben.
3. Spontane stemmingswisselingen: kinderen zonder BD zijn over het algemeen humeurig met hun ouders en broers en/of zussen en goed met hun peers, maar ze hebben vaak geen ‘overdreven’ stemmingswisselingen. Adolescente patiënten met BD voelen zich vaak onrealistisch grandioos.
4. Hoog risicogedrag: mensen met BD kunnen acties vertonen die niet gepast zijn in de context waarin ze voorkomen.
5. Familiegeschiedenis: 10.6% van kinderen van ouders met BD hadden bipolaire spectrumstoornissen vergeleken 0.8% van ouders zonder BD. Andere risicofactoren zijn vroege depressie, psychotische kenmerken en terugkerende episodes van depressie.
differentiële diagnose (adhd, odd, anxiety, fas)
- ADHD: kenmerken die overeenkomen zijn geïrriteerdheid, hyperactiviteit, versnelde spraak en afleidbaarheid, hierdoor wordt een juiste diagnose lastig. ADHD en BD kan onderscheiden worden doordat de meeste manische symptomen meer voorkomen bij BD en omdat de symptomen bij ADHD niet veel veranderen en bij BD verandert de stemming en het gedrag juist wel bij episodes.
- Oppositional defiant disorder (ODD): dit is een patroon van boze en geïrriteerde stemming, argumentatief en uitdagend gedrag, of wraakzucht dat minstens 6 maanden duurt. ODD is, in tegenstelling tot cycli, een chronische stoornis. Mensen met ODD ervaren geen manische symptomen.
- Anxiety stoornissen: deze kunnen stemmingswisselingen en geïrriteerdheid veroorzaken. Clinici moeten focussen op signalen van manisch gedrag aangezien dat een indicator van BD is.
- Fetal Alcohol Syndrome (FAS): is een neurogedragsstoornis die geassocieerd is met prenatale blootstelling aan alcohol. Patiënten hebben permanente breinschade, achterblijvende groei en abnormale gezichtskenmerken. FAS is makkelijk te diagnosticeren met familiegeschiedenis en dysmorfische signalen. Maar bij een alcohol-gerelateerde neuro-ontwikkelingsstoornis is familiegeschiedenis onduidelijk en zijn er symptomen zoals slechte impulscontrole, gebreken in schoolprestatie (vooral wiskunde) en stemming dysregulatie.
comorbide stoornissen
Comorbide stoornissen
60%-90% van pediatrische patiënten met BD hebben ADHD.
47%-88% van patiënten met BD hebben ODD.
Kinderen met BD hebben vaker anxiety stoornissen dan pediatrische patiënten zonder BD.
Adolescenten met BD hebben 5x zoveel kans op een substantiegebruiksstoornis.
Manische symptomen herkennen in patiënten met comorbiditeit
Clinici moeten onderzoeken of stemmingssymptomen of gedragssymptomen eerder kwamen en moeten zich afvragen wat er gebeurt als kinderen stemmingscycli hebben. Vaak verergeren gedragssymptomen bij een bipolaire episode.