POKR - neurologie Flashcards

1
Q

Convulsies - differentieel diagnose

A
  1. Structurele afwijkingen
    - Bloeding/ ischemie (CVA)
    - RIP
    - Congenitale structurele afwijking
  2. Niet-structurele afwijkingen
    - Metabole stoornis
    - Infecties
    - Toxisch
  3. Epilepsie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

watershed infarct

A

= infarct ter hoogte van grensgebieden grote arteries

  • paralyse (arm&raquo_space; been)
  • mood disturbances
  • visusverlies
  • convulsies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

doorbloeding hersenen

A

a. carotis interna - splitst in:
- a. ophtalmica
- a. cerebri anterior
- a. cerebri media

de a. cerebri anterior zijn met elkaar verbonden via a. communicans anterior

a. vertebralis (x2) -> a. basillaris ->
- a. cerebri posterior
- cerebellum
- ruggenmerg (a. spinalis anterior)

a. cerebri posterior zijn met anterieure circulatie verbonden via a. communicans posterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

CVA t.h.v. a cerebri anterior

A
  • contralaterale parese (been > arm)
  • contralaterale gevoelsstoornis been
  • urinaire incontinentie

cave indien bilateraal infarct of afhankelijkheid 1 a. carotis interne

  • parese van beide benen
  • gedragsverandering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

CVA t.h.v. a. cerebri media

A
  • contralaterale parese (gelaat, arm > been)
  • gevoelsstoornis (gelaat en arm)
  • homonieme hemianopsie

in de dominante hemisfeer:
- afasie

in de niet-dominante hemisfeer
- neglect
- agnosie
- apraxie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Afasie van Broca

A
  • taalbegrip -
  • coherent verhaal
  • woordvindingsmoeilijkheden
  • langzaam praten in korte zinnen
  • agrammatisme
  • gyrus frontalis inferior (links)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Afasie van Wernicke

A
  • taalbegrip -
  • praat veel en onsamenhangend
  • woordvindingsmoeilijkheden
  • incoherent verhaal
  • parietaal kwab links
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

CVA t.h.v. a. carotis interna

A
  • contralaterale hemiparese met dysarthrie
  • contralaterale gevoelsstoornis
  • contralaterale homonieme hemianopsie
  • blikdeviatie naar letsel

cave risico op ontstaan maligne infarct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

maligne infarct

A

= ontstaan van overdruk en inklemming na CVA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

CVA t.h.v. top a. basilaris

A
  • bewustzijnsstoornis
  • bilaterale mydriase
  • bilaterale piramidale stoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

CVA t.h.v. a. basillaris

A
  • piramidale parese
  • dysfagie/ dysarthrie
  • “locked-in” syndroom: bewust maar enkel nog in staat ogen te bewegen
  • diplopie
  • nystagmus
  • coma
  • dood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

CVA t.h.v. a. vertebralis

A

= syndroom van Wallenberg

  • vertigo/ nausea/ nystagmus
  • ipsilaterale hemi-ataxie
  • ipsilateraal Horner
  • dysfagie/ heesheid
  • alternerende gedissocieerde thermo-analgesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Lacunair infarct

A

= uitvallen van 1 functie, terwijl de rest nog intact blijft.

  • motorisch = capsula interna
  • sensorisch = thalamus
  • ataxie/ pons
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

CI voor trombolyse

A
  • gebruik van antistolling
  • majeure heelkunde <2 weken
  • VG van hemorragisch CVA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Metabole stoornissen die convulsies kunnen uitlokken:

A
  1. Hypo- en Hyperglycemie
  2. Hypo- en HyperNa+
  3. Hypo Ca2+
  4. Hypo Mg2+
    - cave pt. met ethylabusus
  5. Ureum
  6. Leverfalen
  7. Hypoxie

let op: K+ niet !, hyper Ca2+ en Mg2+ ook niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gevolgen hyperK+

A

! Ritmestoornissen !
spierzwakte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Gevolgen hyperCa2+

A

hypercalcemische coma

18
Q

Meningitis

A
  • koorts
  • hoofdpijn
  • misselijkheid en braken
  • nekstijfheid
19
Q

Lumbaalvocht
- normaal

A

WBC: 0-5
Glycemie: 60%
Eiwit: 150-450

20
Q

Lumbaal vocht
- bacteriële infectie

A

WBC: 100-1.000 met polynucleairen
Glycemie: <60%
Eiwit: >450

21
Q

Lumbaal vocht
- virale infectie

A

WBC: 25-1.000 (lymfocytair)
Glycemie: nl
Eiwit: nl - gestegen

22
Q

oorzaken van bacteriële meningitis met leeftijd

A

Neonaat:
- listeria
- streptokok groep B

2-20j
- N. Mengitidis
- H. Influenza
- .

> 20 j
- pneumokok

cave bij zwangere vrouwen risico op listeria mengitis

23
Q

Behandeling van bacteriele meningitis

A

eerst een LP voor alle therapie op te starten

  1. Antibiotica (Ceftriaxone p.IV)
  2. CS
24
Q

Lyme
- stadium 2
- stadium 3
- behandeling

A
  • LYMFOCYTAIRE MENINGITIS
  • bilaterale facialis parese
  • pijnlijke radiculitis
  • hartritmestoornis
  • gewrichtsstoornissen

chronische encephalitis

  • cephalosporine 3e gen IV
25
Q

Encephalitis

A

= meningitis +
- bewustzijnstoornis
- focale neurologische stoornissen
- epilepsie
- geheugenstoornis

  • enterovirus
  • HSV-1 R/ acyclovir
26
Q

Toxische oorzaken convulsies

A

Medicamenteus
- derving van benzo’ s / barbituraten
- derving van ethyl
- cocaine/ amfetamines acuut
- TCA
- AD en AP
- sederende anti-His
- antimalaria
- chinolones
- CS p IV
- tramadol

27
Q

1e keuze bij tonisch-conische epilepsie

A

Valproaat

28
Q

1e keuze bij focale aanvallen

A

Lamotrigine
Levetiracetam (Kepra)

29
Q

Behandeling status epilepticus

A
  1. aanval stoppen d.m.v. benzodiazepines
    - Temesta 4 mg. p. IV
    - Valium 0,1 - 0,15 mg/kg IM
  2. Onderhoudsbehandeling starten
    - Kepra 3g
    - Depaking 25 mg/kg
  3. Uitlokkende factoren bestrijden
  4. Complicaties opvangen
    - cerebrale stoornissen
    - hypoxische/ metabole encephalopathie
    - hersenoedeem
    - aritmie
    - respiratoir falen
    - acedemie
    - elektrolyten stoornis
    - indeukingsfractuur
    - posterieure schouderdislocatie
    - aspiratiepneumonie
30
Q

spanningshoofdpijn

A
  • drukkende, holocraniele hoofdpijn
  • geen geassocieerde symptomen

R/ paracetamol

31
Q

migraine

A
  • hemicraniele hoofdpijn
  • drukkend / bonzend / kloppend
  • +/- aura
  • met geassocieerde symptomen (foto-, sonofobie)
  • misselijkheid en braken

R/
acute opstoot:
- paracetamol en naproxen
- triptanen (2x/ aanval)
- domperidone

32
Q

clusterhoofdpijn

A
  • periorbitale hoofdpijn
  • in clusters van 100-150 minuten
  • autonome symptomen (HORNER)

R/
acuut: 100% O2 en triptanen
onderhoud: verapamill en CS

33
Q

Triade van Wernicke

A

= Wernicke encephalopathy

Ataxie
Oogbewegingsstoornis
Verwarring

34
Q

“comateuze patient”

A
  1. normale hersenstamreflexen, geen lateraliserende symptomen
  • hersenstamreflexen: pupil reflex, doll’ s eyes
  1. normale hersenstamreflexen, wel lateraliserende symptomen
  • afw. pijnreflex (niet reageren op pijnprikkel)
  1. geen hersenstamreflexen, lateraliserende symptomen
    = COMA
35
Q

Normale hersenstamreflex, geen lateraliserende tekens
d.d.

A
  1. Metabole afwijkingen/ Intoxicaties
  2. SAH
  3. Epilepsie
  4. CO-intoxicatie
36
Q

SAH

A
  1. “Worst”-ever headache
  2. bewustzijnsindaling
  3. nekstijfheid
37
Q

CO-intoxicatie

A
  • misselijkheid en braken
  • KUSMAULE ademhaling
  • flushing (in praktijk niet zo duidelijk)
38
Q

Normale hersenstamreflexen, lateraliserende tekens

A

= geen reactie op pijnprikkel/ pijnprikkel in extensie

  • CVA
  • herpes simplex encefalitis
  • tumor
  • abces
  • metabool/ infectieus
  • encephalopathy bij pt. met voorafbestaand hersenletsel*
  • frequenter dan je denkt: pt. met vg van CVA plots parese en bewustzijnsstoornis bij pneumonie/ urineweginfectie
39
Q

lokatie in hersenstam
- Ademhaling

A

Medulla

40
Q

Lokatie in hersenstam
- Oculocefale reflex

A

Bij de vestibulo-oculaire reflex draaien de ogen naar rechts als het hoofd naar links beweegt, of andersom.

pons

41
Q

Lokatie in hersenstam
- lichtreflex

A

pons

42
Q

normale druk hydroencephalopathy (NPH)

A
  1. Urine-incontinentie
  2. Gangstoornis
  3. Dementie