CBL NKO en MKA en allergie Flashcards

1
Q

le fort 1

A

bovenkaaksfractuur enkel;

typisch gestoorde occlusie, hematoom omslaagplooi, bilat epistaxis

GEEN BRILHEMATOOM

°°°
Le Fort Type I fractures classically occur from a downward force against the upper teeth. 56% of these fractures occur from low velocity mechanisms.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

le fort 2

A

brilhematoom, gestoorde occlusie, bilat epistaxis, bilat uitval N infraorbitalis, liquorree

°°°°
Le Fort Type II and III fractures are most commonly from high velocity mechanisms. Le Fort II fractures classically occur from force delivered at the level of the nasal bones.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

le fort 3

A

brilhematoom, fractuur arcus zygomaticus, reuk verdwenen (deels), bilat epistaxis, ingezakte neusbrug, dish face (dislocatie middengezicht naar beneden), blindheid (1 of beide ogen), liquorree, gestoorde occlusie

°°°
Le Fort Type II and III fractures are most commonly from high velocity mechanisms. Le Fort III fractures classically occur from force delivered at the level of the nasal bridge and orbits.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Patiënt met verhaal van chronische obstructieve rhinosinusitis. Anterieure rhinoscopie toont heldere afloop bilateraal en bleek, glanzend weefsel protubereert uit middelste meatus. Wat gaat je het meeste bijbrengen?

A

Neusendoscopie → betere visualisatie van poliep dan de ant rhinoscopie

RX sinussen → weinig info, nooit doen!

CT sinussen → meeste info over uitgebreidheid van inflammatie en toestand ostiomeataal complex + in voorbereiding op evt FESS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kind 2-3j met eerst bloedneus paar dagen; dan nadien purulente secreties in zelfde neusgat. Ook pijn.

D/

A

Corpus alienum
- bloeding tgv trauma bij inbrengen
- nadien purulente secretie is typisch
vooral bij kleine kindjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kindje 5-6j van wie leerkracht en ouders klagen dat hij slecht luistert. Meermaals otitiden met AB gehad. Vlakke curve op tympanogram. Op otoscopie beeld van glue ear. Wat doe je?

A

Niks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Glue ear = OME

-> aanpak

A

OME: gunstige spontane evolutie, afname in prevalentie na leeftijd 6j
→ Bij eerste raadpleging nog conservatief blijven
→ controle na 3m, als dan nog aanwezig + >30dB gehoorverlies wel TV buisjes
(dus na 2e raadpleging TV buisjes en evt adenoidectomie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Indicaties voor TVbuisje:

A
  • Min 3m bezig + >30dB verlies
  • Retractie TV → atelectase → cave cholesteatoom
  • Recidiverende surinfecties (OMA) met blijvende OME
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

TV buisjes plaatsen nadeel

A

dat kind onder algemene anesthesie moet, dus je wilt dit vermijden zo lang mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pt is gestoken door wesp. Geen angio-oedoeem, dyspneu, … Wel pijn ter hoogte van steek, roodheid daar, dicht bij oog met periorbitale zwelling, oog nog zichtbaar. Wat doe je?

A

ijs opleggen
- Gezien unilateraal karakter en afwezigheid van tekens van anafylaxis geen toediening van adrenaline IM.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Man met gezwollen tong, voor de rest geen andere tekens van allergie/anafylaxie/dyspnee, nam een CCB, ACE I. (allebei al 10j) Wat is waarschijnlijk oorzaak?

A

ACE I angio oedeem

→ kan zowel bij opstart als na langdurig gebruik optreden

R/ onmiddellijk staken van ACE inhibitor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoofdpijn en rhinorree sinds 1 à 2 weken.

Klinisch purulente slijmen, postnasale drip, drukpijn maxillaire sinus,

wat doe je?

A

NSAID + nasale CS

  • Bij rhinitisklachten > 7d aanhouden -> klinische D/ rhinosinusitis maxillaris. R/ middels analgetica, decongestiva, stomen en AB (doch AB wordt voorbehouden voor ernstigere gevallen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

acute virale rhinitis: (meestal), door banale virale verkoudheid (duurt normaal < 10d), rinovirussen, coronavirussen, RSV, para-infleunza (geen R/ nodig)

post-virale rhinosinusitis: ook ontsteking van neus en neusbijholten -> indien sympotmen >10d OF toenemen na 5d
- meestal acuut-postivraal: aangezichtspijn, malaise, purulente rinorroe en neusobstructie
- =>R/:
secretolytica
lokale neusspoeling
inhalatie warme damp
topische nasale steroïden
analgetica

Chronisch: eventueel FESS

bacteriëel indien > 37° koorts en heel hevige pijn, unilaterale dominantie (heel klein percentage)
-> R/ zelfde als viraal, maar associatie van AB

A

/

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

aspirine inname
Even later dyspnee
Had poliepen.

Meest waarschijnlijke oorzaak dyspnee?

A

Reactie op aspirine
=> APA syndr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

6j, stoot tegen neus gehad en had 15 minuten neusbloeding.
al meerdere malen langdurige neusbloedingen gehad, altijd links.

Geen andere symptomen.

Welk onderzoek doe je?

A

Rhinoscopia anterior
- kijken of je een locus Kisselbach ziet die de bloeding kan veroorzaken (en die dan dicht te branden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

epistaxis: klin + R/

A

bij jongeren neusbloeding meestal door locus Kisselbach (vooral tijdens jeugd veel vaatjes)
-> uitgelokt door trauma, neuspeuteren…

R/ van neusbloeding
- strookjes watten met lidocaïne + vasoconstricticum neusdruppels (xylometazoline)
- indien plaats van bloeding duidelijk: elektrocaustiek of chemocaustiek

(ter info: bij ouderen vooral bloeding uit a. spenopalatina)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ziekte van Rendu-Osler-Weber

A

Ontbreken van de kleine bloedvaatjes (haarvaatjes) tussen aders en slagaders waardoor uitzettingen (teleangiectasieën) van de bloedvaten ontstaan die gemakkelijk bloeden door hun dunne wand

=> genetsiche aandeoening met multipele telangiëctasieën in de neus
- R/ met Yag-lasar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

obstructieve neusklachten + Atopische constitutie.

Behandeling?

A

CS neusspray

→ dagelijks mometasone (of beclometason, budesonide, gluticason) bij allergische rhinitis in onderhoud indien neusobstructie op de voorgrond staat (duurt enkele dagen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

R/ allergische rhinitis

A

stap 1 = vermijden van allergenen + informeer pt dat je puur symptoomcontrole doet

stap 2 = medicamenteus volgens duur en ernst
- Antihistaminica: snelle bestrijdiing van jeuk/neusloop/conjunctivitis) -> helpt dus in acute fase tgn hypersecretie
- Nasale CS: krachtige anti-inflammatie; pas na enkele dagen effect (therapietrouw: 1x/d)

20
Q

allergische rhinitis: beh volgens ernst

A

lichte intermittente rhinitis:
- anti-histaminicum (remt rinorroe, niezen, jeuk)
- decongestivum (niet langer dan 7 dagen wegens risico rhinitis medicamentosa, via vasoconstrictie effect op zwelling neusmucosa) of antileukotrieën (vergelijkbaar met antihistaminicum)

matig tot ernstig:
- lokaal CS
- eventueel in combinatie met antihistaminicum of antileukotrieen -> opvolging is belangrijk (eventueel CS dosis verhogen)

21
Q

onderscheid bij allergische rhinitis

A

hooikoorts pt: sneezers, runners
- S/ veel neusloop, tranende ogen
- R/ antihistaminica

Blockers pt:
- S/ neusobstructie (typisch bij huisstofmijt)
- R/ nasale CS

22
Q

Casus over anafylaxie. Wat spoor je op in het bloed om diagnose te stellen?

A

Tryptase

23
Q

Tryptase

A

w vrijgezet door de mastcellen

=> is gouden standaard voor serologische diagnose van anafylaxie.

24
Q

RAST of totaal IgE: interpretatie

A

RAST en totaal IgE tonen enkel aan dat patiënt ergens voor gesensibiliseerd is.

25
Q

Chymase

A

wordt ook door mastcellen vrijgezet

maar is geen standaard test

26
Q

Histamine vr diagnose anafylaxie?

A

nee, tryptase

Histamine is gestegen tijdens de eerste minuten, maar normaliseert na 30-60 min.

27
Q

onderdelen van de behandeling van Menière

A

betahistine
-> zou voor betere resorptie endolymfe zorgen

diuretica
-> alternatief voor betahistine, maar heeft meer metabolische effect

zoutarmdieet
→ zout, stress, cafeïne vermijden

anti-emetica
→ in acute fase

28
Q

Epley manoevre = R/ van …

A

BPPV

29
Q

Ranula =

A

obstructie glandula sublingualis, in de mondbodem, kan uitpuilen in de hals

30
Q

Thyroglossuscyste =

A

mediane halscyste die traag groeit, embryologische restant

31
Q

Hygroma =

A

lymfatische malformatie, van bij geboorte aanwezig

32
Q

Meisje, 18j, komt op consultatie wegens een zwelling in de hals op de middellijn die de laatste tijd langzaam is opgekomen. de zwelling voelt zacht aan. wat is de minst waarschijnlijke diagnose?
Zwelling uitgaande van de schildklier
* thyroglossus cyste
* ranula
* dermoidcyste
* cystisch hygroma

A

cystisch hygroma

=> aanwezig bij geboorte!!!

33
Q

dermoid cyste

A

Een dermoid cyste is een zeldzame hamartomateuze afwijking. Het kunnen zeer grote cysten zijn, met wisselende inhoud (huidschilfers, talg, haren, tanden, bot, etc.). Ze zijn vaak gesitueerd langs embryonale sluitingslijnen (periorbitaal, neuswortel, processus mastoideus, fontanellen). Dermoidcysten kunnen overal voorkomen maar het meest in de huid, intracraniaal, in het ruggenmerg, in de mondbodem en in de ovaria. De cysten ontstaan tijdens de embryonale ontwikkeling en zijn dus vanaf de geboorte al aanwezig, maar worden soms pas op latere leeftijd ontdekt, als ze klachten geven door groei, druk op omgevende structuren, of infectie / ontsteking

34
Q

jeuk in de mond bij het eten van rauwe appelen en wortels. de laatste jaren heeft hij ook last van neusverstopping, vnl in de lente. Hij eet geen steenvruchten, dus je weet niet of het niet ook daarbijbij optreedt. wat raad je aan?

A

D/ oraal allergie syndroom (berkenpollen gerelateerd)

=> Vermijd rauwe appel en wortel
- fout om mensen zaken te verbieden, wel juist om aan te raden te vermijden bij last

35
Q

NERD (NSAID exacerbated respiratory disease) of APA (asthma/poliposis nasalis/aspirin hypersensitivity) reactie

A

= Acute hypersensitiviteit reactie (< 24u) op NSAIDS met dyspnoe, bronchospasme, hypersecretie en nasale congestie en voorafbestaande asthma/poliposis klachten

36
Q

pt met rash/jeuk/resp klachten na amoxiclav -> beter na adrenaline
=> beste technische onderzoek om allergie aan amoxiclavulaanzuur te bewijzen?

A

Huidtesten na 4 weken (RAST was dus niet het juist antwoord)
- Bij type 1 IgE gemedieerde reactie huidtesten vanaf 4-6 weken.

37
Q

overgevoeligheidsreacties

A

Type1 overgevoeligheidsreactie:
- IgE, Th2 gemedieerd.
- Onmiddellijke type: binnen uur na inname; tot max 6u erna.
- Vaak bij voedsel-/medicatie allergie; alsook allergie voor bijen- en wespengif.
- S/ anafylaxie, urticaria rash, jeuk, angiooedeem, bronchospasme

<-> type 4 overgevoeligheidsreactie:
- T cel gemedieerd
- vertraagd (>24u na blootstelling, aanhouden enkele dagen).
- Vb contactdermatitis, trage gm allergie

38
Q

PO provocatietest?

A

alleen indien niet-provocerende testen ongevalideerd zijn

39
Q

5 eenheden PC van bloedgroep O negatief.

Kort hierna ontwikkelt ze een anafylactische shock.

Wat zal je vinden op een bloedname bij haar?

A

Afwezig IgA
- IgA deficiëntie is de meest voorkomende immunodeficiëntie. Deze is meestal asymptomatisch, een frequente presentatie is dmv anaphylactische transfusie reactie

40
Q

Frequente oorzaak van allergische reactie op bloedtransfusie is …

A

een uitgesproken IgA deficiëntie bij de patiënt waardoor deze antilichamen vormt tegen IgA’s in het donorbloed.

41
Q

wespensteek met allergische reactie (urticaria gegeneraliseerd, dyspnoe, rood, hypotens, tachycard) R/

A

Adrenaline IM

42
Q

Een man merkt dat hij jeuk kreegt in de mond bij het eten van perziken. Ander fruit en ook perzik in blik geven geen klachten. Wat is hier gaande?

A

Een primaire voedselallergie voor perzik

  • (Cave: primair = niet kruisreactieve allergie. Is dus typisch allergisch reactie op 1 enkele soort allergeen)
43
Q

Een kruisallergie voor berkenpollen

A

typisch bij appelen -> secundaire kruisreactieve allergie

44
Q

Een kruisallergie met latex

A

typisch bij bananen -> secundaire kruisreactieve allergie

45
Q

Foto van voetzool met een onbestemde dermatose. Jongeman sport veel, zweetvoeten. Familiaal belast voor atopie. Wat doe je voor diagnose?

A

RMO
- sporter met last van zweetvoeten -> best RMO doen om schimmel uit te sluiten.

[Zou ook contact allergie kunnen zijn (Patch-test), maar dat kan je dan later testen als je initiële behandeling niet werkt].