CBL dermato Flashcards

1
Q

scabies: wat + kliniek

A

Scabies
- = een parasitaire huidaandoening (scabiësmijt) -> Transmissie: langdurig huidcontact of via besmette lakens. (transmissie gebeurt onder meer na verblijf in buitenland in minder hygiënische omstandigheden bv trektocht)

kliniek:
- papuleus exantheem, eczematie, krabletsels
- gangetjes zichtbaar (zijkanten van vingers, polsen, enkels, strekzijde ellebogen, tepels en genitaliën)
- forse jeuk: voornamelijk ’s nachts, vaak familiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

scabies D/

A

kliniek + identificatie scabiesmijt op huidschraapsel (thv gangetje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

scabies R/

A
  • Permethrine 5% lokaal = 1e lijn
    (van top tot teen insmeren - behalve ogen, crème 8-12u ter plaatse laten, alle contactpersonen, bed/kledij wassen)
  • Ivermectine systemisch = 2e lijn

persisterende jeuk: Irritatie -> lokaal CS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

erysipelas (wondroos) kliniek

A

= een acute oppervlakkige cellulitis van de huid, veroorzaakt door Streptococcus pyogenes (groep A).

scherp begrensde roodheid
- snel uitbreidend
- pijnlijk
- warm aanvoelend

ingangspoort infectie zoeken (mogelijks voetwondje in kader van diabetes)

  • ALTIJD gepaard met alg sympt: malaise, koorts (cellulitis kan tevens algemene symptomen veroorzaken, echter niet altijd).

DD cellulitis: minder scherp begrensd (vnl stafylo)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

erysipelas R/

A

syst AB hoge dosis: flucloxacilline 500mg 4x/d 10-14d
- clindamycine: breder bij DM

(opm: cellulitis: zelfde beh)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke info heb je naast breslow nog nodig van de patholoog voor T stage bepaling melanoom?

A

ulceratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De TNM stadiëring van maligne melanoma op APO is gebaseerd op:

A
  • Breslow dikte van het letsel
  • al dan niet aanwezigheid van ulceratie en microsatellieten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

psoriasis arthropathica/artritis

A

Psoriasis is een chronische huidaandoening (met opstoten en remissies), vnl gekenmerkt door rode, schilferende plaques.

Psoriasis arthropathica tast voornamelijk PIP en DIP gewrichten aan, leidend tot ‘sausage’ vingers.

Tevens frequent aanwezigheid van nagelpsoriasis (gele nagels = Oelfleck fenomeen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

psoriasis vormen (vulgaris)

A

en plaques
- scherpomgrensde dieprode plaques met witte schilferlaag (kaarsvetfenomeen)
- niet jeukend (uitz: scalp)
- symmetrisch
- voorkeursplaats: ellebogen, knieën, scalp (geen haarverlies), sacrum, handpalm en voetzool
- inversa: enkel in grote plooien

guttata
- kleine druppelgrote letsels over ganse lichaam, minder schilfering
- vaak na acute infectie (vb. streptokokken)

psoriasis vd nagels
- putjes, geelbruine verkleuring (oelfleck fenomeen), gedeeltelijke loslating

psoriasis vd slijmvliezen
- zz, vb. annulus migrans tong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

psoriasis vormen (non-vulgaris)

A

psoriasis pustulosa (steriele pustels)
o gelokaliseerd
- palmo-plantair (associatie met roken)
- acrodermatitis continua van Hallopeau: distale vingers ( gepaard met gewrichtsaantasting)
o gegeneraliseerd: levensbedreigend! (acuut, koorts, talrijke steriele pustels op erythemateuze ondergrond, triggers: stop CS, laag Ca, zws)

psoriasis erythrodermie (zz, hospitalisatie)
- koorts en malaise
- heel lichaam vuurrood en warm -> afschilferen
- verlies warmte, vocht, eiwitten

psoriasis arthropathica
- vnl DIP en PIP (sausage)
- “ “ mutilans: erosieve veranderingen bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

psoriasis beleid

A

geef uitleg over pso
(chron, nt-infect huidaandoening met familiaal voorkomen, altijd uitlokkende factor nodig, typische kliniek = niet-jeukende scherp begrensde dieprode plaques met dikke witte schilferlaag)

//

mild-matig: lokale beh
- lokale CS: monotherapie of combi met vit D derivaat (tacalcitol)
[opm: dovobet, xamiol, enstilum = combipreparaat]

andere lokale behandelingen:
- als overmatige schilfering eerst salicylzuur
- vochtinbrengende crèmes
- teren (anti-inflamm, bij mensen die steeds meer CS nodig h) (waarvoor nood aan 2 w hospitalisatie)

matig-ernstig (niet reagerend op lokale therapie): fysische beh (CI: VG huidkanker)
- fototherapie: UVB
- fotochemotherapie: PUVA (psoraleen - UVA; niet tijdens zws)
[monotherapie of in combi met lokale beh]

ernstig: systemische beh
- Retinoiden (acitretine) =1e keuze
- Methotrexaat (+: psoriasis arthritis)
- Cyclosporine

Biologicals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorbeelden lokale CS: klasse 1 tem 4

A
  1. zwak (gelaat)
    hydrocortisone
  2. matig (plooien, genitalia)
    clobetason
  3. sterk (handpalm, voetzool, scalp, lichaam)
    betamethasonvaleraat
  4. zeer sterk (handpalm, voetzool, scalp, lichaam)
    betamethasondiproprionaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

AE van MTX

A
  • hepatotoxisch
  • toename infectie < immuunsupressief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

AE van Cyclosporine

A
  • nefrotoxisch
  • toename infectie < immuunsupressief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

dermatomycosis
- oorz
- klin / vss presentaties

A

tinea < dermatofyt (vss soorten schimmels)

benaming ~ plaats
- corporis (dermatofyt vd niet behaarde huid, excl handen en voeten): erythematosquameuze plaque, randactiviteit, centrale genezing
- cruris (liesplooi, soms uitbreiding nr gluteusstreek): erythematosquameuze plaques, randactiviteit, minder schilfering, soms maceratie, vaak jonge mannen (bij sportieve mensen soms in combi met tinea pedis), jeuk
- capitis: Microsporie - Trichophytie - Kerion celsie - (Favus)
- faciei: animale (inflamm) vs humane (chron) vorm
- barbae: folliculitis aspect - sycosis barbae - kerion celsie
- pedis: interdigitaal (schilfering tss 4&5 teen, evt surinf) - dishydrotisch (forse inflamm, vesikels/pustels) - erythematosquameus (fijne schilfering voetzool, evt two-feet-one-hand syndr [§]) - voetrug (zz)
- manuum (schilfering: vnl versterkte schilfering huidlijnen, weinig inflamm, unilat, vaak in combi met tinea pedis erythematosquameus type [§])

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Microsporie kliniek

A

Geen volledige kaalheid, stoppelveld
Roodheid
Folliculaire pustels

opm: groene fluorescentie bij Woodlamp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Trichophytie kliniek

A

Volledige kaalheid
Weinig inflammatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Kerion Celsi kliniek

A

Felle inflammatie
Karbonkelachtige afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

onychomycose

A

DLSO = distale en laterale subunguale onychomycose
o Infectie via laterale en distale vrije nagelrand
o Verdikking van de nagelplaat
o Brokkelig wit materiaal onder nagel

SWO = superficiële witte onychomycose
o Infectie rechtstreeks via opp van nagelplaat
o witverkleuring van de nagel

PSO = proximale subunguale onychomycose
o Infectie via proximale nagelwal
o Proximale witverkleuring van nagel
o Steeds aan onderliggende immuundeficiënties denken

TDO = totale dystrofische onychomycose
o Eindstadium van vorige types
o R/ verwijderen van dikke dystrofische nagel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

opp mycosen D/

A

RMO van huidschilfers (direct resultaat, KOH om celwanden keratinocyten op te lossen)

type dermatofyt kan je vaststellen via: kweek op schimmel
- duurt meerdere weken (zo geen groei na 4 weken: definitief negatieve cultuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

opp mycosen R/

A

Preventie: huid schoon en droog houden, immunodef opheffen (stop CS), …

Lokaal:
- T pedis interdigitalis, T cruris, T corporis: Imidazolen (miconazole) of Allylamines (terbinafine)
- Onychomycose: Amorolfine

Systemisch: allyamines (terbinafine) of triazolen (fluconazole)
- Oncychomycose
- Tinea capitis en barbae
- Tinea corporis uitgebreid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

jeukende papels op enkels en polsen + een witte reticulaire tekening thv de mondmucosa -> D/

A

lichen planus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

lichen planus

A
  • = benigne inflammatoire aandoening van de huid en de orale en genitale slijmvliezen
  • vooral tussen 25-70 jaar (vrijwel nooit bij kinderen)
  • Jeukende, vlakke glanzende polygonale papels, rood tot roodpaars -> met aan het oppervlak een netwerk van fijn vertakte wittige streepjes (Wickhamse striae) die zichtbaar worden na insmeren met paraffine/olie.
  • voorkeursplaatsen: buigzijden van polsen en onderarmen, nek, sacraalstreek, genitaliën (scrotum, penis), enkels, onderrug [Gelaat en scalp blijven meestal gespaard]
  • ¾ van patiënten met lichen planus toont orale aantasting, vnl van wangmucosa en tong -> waarbij reticulair type meest frequent voorkomt (= discreet verheven witte lijntjes of striae van Wickham, asymptomatisch).
  • R/ CS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Pityriasis rosea

A
  • = acuut verlopende erythemato-squameuze dermatose
  • geneest spontaan (in 5-6 weken) -> moet niet behandeld w
  • vnl tussen 10e en 35e jaar
  • In 80% voorafgegaan dr een ‘herald patch’ of ‘plaque mère’: solitaire ovaal/ronde 2-5 cm grote laesie, helderrood (soms bruinrood), soms ingezonken bruinkleurig centrum, bedekt met schilfers, op de romp/dij/bovenarm.
  • Meestal asymptomatisch, kan echter gepaard gaan met jeuk

kenmerken:
- op romp en proximaal deel extremiteiten, soms beneden elleboog (50%), in gezicht (15%), palmoplantair (zelden)
- symmetrisch gedistribueerde, ovale laesies met lengte-as volgens de splijtlijnen vd huid (dennenboom configuratie)
- 1-2 cm groot
- ovaalvormige roze-rode plekjes met pityriasiforme schilfering. De oudere vertonen centrale verbleking en een fijne schilferzoom binnen de rode rand (medaillon)
- scherp begrensd
- roze rood / bleek centrum
- erythematosquameuze plaques (NB: zeer zelden vesiculeus, vesiculobulleus)

CAVE: als pt met je komt met symmetrische uitslag op romp & ledematen, subacuut tot acuut ontstaan => medicamenteuze rash tot tegendeel bewezen is! Typisch maculeus/papuleus, geen schilfering. Lichte jeuk

24
Q

pityriasis versicolor

A
  • = Oppervlakkige schimmelinfectie van de huid, veroorzaakt door een sporenvormende gist (Malassezia furfur, voorheen Pityrosporum ovale genoemd, commensaal dat kan overgroeien).
  • Scherp begrensde gehypopigmenteerde en/of gehyperpigmenteerde maculae, gering schilferend (bij tangentiele trekkracht), en soms licht jeukend. Meestal op het bovenste gedeelte van de romp en de bovenarmen, maar het komt ook voor op de bovenbenen en op het hoofd, vooral in de hals en nek.
  • R/ itraconazol of fluconazol
25
Q

Zalmrode rash met schilfers op bovenarmen en bovenlichaam sinds 2 weken aanwezig, jeukend. Dennenboompatroon. 1 groter letsel onder tepel. jeukend. -> D/

A

Pityriasis rosea

26
Q

Trichotillomanie =

A

dwangmatig uittrekken van haren

27
Q

Alopecia androgenetica bij vrouwen: patroon?

A

meestal craniaal met intacte voorste haargrens

28
Q

Alopecia areata

A

pleksgewijze haaruitval

29
Q

Telogeen effluvium

A

diffuse haaruitval
- Er kunnen omstandigheden (vb stress) optreden waardr haren stoppen met groeien en overgaan in de telogene fase, waarna ze vervolgens gaan uitvallen. (typisch 3-4 maanden na stress episode; telogene fase wordt eerst doorlopen)
- Zou men een trichogram maken dan zijn er relatief meer telogene haren.

30
Q

haargroei: fasen

A
  • Groeifase = anagene fase
  • Overgangsfase = katagene fase
  • Rustfase = telogene fase, waarna haar spontaan uitval
31
Q

Erysipelas bij een patiënt met peni-allergie:

A

clindamycine

32
Q

atopisch eczeem (= constitutioneel eczeem)
- wat
- onset
- pathogenese

A

JEUKENDE erythematosquameuze (roodheid, schilfering) huidafwijking
met een CHRONISCH recidiverend beloop

Ontstaat meestal op jonge leeftijd
- atopie = erfelijke aanleg om allergisch te reageren (IgE-gemedieerd)
- Correlatie astma en rhinoconjunctivitis
(Wie atopisch is, kan in de loop vh leven last krijgen van allerlei klachten die daar bijhoren, zoals atopisch eczeem/hooikoorts/astma.)

Pathogenese:
- instrinsieke/genet afwijkingen
o verminderde epidermale barrièrefunctie (transepidermaal waterverlies zorgt voor droge huid -> verhoogde penetratie irritantia/allergenen)
o onaangepaste/overdreven immuunrespons op antigenen die de huid binnendringen
- omgevingsfactoren: irritantie (water, zweet, solventen, …) en allergenen (huisstofmijt/schimmel/pollen/…, voeding)

33
Q

allergische mars

A

voedingsintolerantie -> atopisch eczeem -> astma -> rhinoconjunctivitis

opm voeding:
<2j: koemelk, kippeneiwit, peulvruchten: kunnen daar uitgroeien
>2j: vruchten, noten, groente, vlees, vis, …: meestal voor het leven

34
Q

atopisch eczeem: typische lokalisatie?

A

Symmetrisch!

  • Zuigelingen:
    (voor)hoofd en wangen
    evt uitbreiding ledematen
  • Kinderen/jongeren:
    elleboog- en knieplooien, polsen
    hals, oogleden (dubbele onderste ooglidplooi)
  • Volwassenen:
    Gelokaliseerd: chronisch handeczeem, head-and-neck
    -> lichenificatie, schilfervorming, jeuk
    Gegeneraliseerd: heel de huid verdikt en gelichenificeerd
35
Q

atopisch eczeem D/

A

klinisch + gestegen serum totaal IgE (bloedonderzoek)

Aanvullend opsporen IgE gemedieerde allergieën bij anamnestische aanwijzingen: specifieke IgE-AS (serum), huidpriktest

36
Q

atopisch eczeem R/

A

PREVENTIE: irritantia en allergenen vermijden

OPSTOOT
Anti-inflammatoir
- Lokaal CS (afbouwen (reboud) en niet te lang gebruiken!)
- (2e lijn: calcineurine inhibitoren bv. Tacrolimus)
- zeer ernstig eczeem: UV-therapie, systemisch immuunsuppressie (cyclosporine, mtx, …), biologicals (dupilumab)

Anti-surinfecties
- Bacterieel: lokaal antiseptica (chloorhexidine), lokaal AB (fusidinezuur), systemisch AB (flucloxacilline)
- Viraal: (val)aciclovir

Anti-jeuk
- 1e lijn: goede hydratatie + anti-inflamm R/
- 2e lijn: H1 anti-histaminica (vb Atarax, ‘s avonds)

37
Q

complicaties atopisch eczeem

A

Droge huid is ook meer doorlaatbaar voor…
- allergenen, waardoor een contactallergie kan ontstaan
- bacteriën, waardoor een geimpetiginiseerd eczeem kan ontstaan (surinfectie S Aureus)
- Herpes Simplex surinfectie -> eczema herpeticum

38
Q

Erythema chronicum migrans =

A
  • = een erythemateuze ringvormige vlek met centrifugale uitbreiding en centrale genezingstendens
  • die zich ontwikkelt rond besmette tekenbeet. -> Deze teek (Ixodes Ricinus) bevindt zich voornamelijk in bossen (kreupelhout, hoog gras, varens).
  • ECM is meestal niet pijnlijk en veroorzaakt geen jeuk.
39
Q

erythema nodosum

A
  • acuut verschijnen van pijnlijke rode subcutane zwellingen
  • vnl aan de voorzijde van de onderbenen (pre-tibiaal)
  • De meest voorkomende onderliggende aandoeningen zijn sarcoidose en Crohn bij volwassenen en streptokokken infectie bij kinderen.
  • De ontstekingen voelen warm aan en zijn drukpijnlijk.
  • R/ symptomatisch (bedrust, NSAID, evt compressie steunkousen)
40
Q

tumor op onderlip (begonnen als niet-helend ulcus) bij patient die rookt en leukoplakie (scherp begrensd, niet afschrapbaar, wit letsels) heeft

A

spinocellulair carcinoom

=> Elke persisterende nodule, plaque, papel of ulcus is verdacht voor SCC.
- Belangrijkste oorzakelijke factoren voor SCC lip zijn tabak (en alcohol).
- Leukoplakie is een frequent voorloper-letsel.
- Klein korstje dat niet geneest na 2w = verdacht!

41
Q

BCC
- wat
- RF
- soorten
- D/
- beleid

A

maligne tumor van keratinocyt
- meest voorkomende vorm huidkanker
- zelden metastase (zelden levensbedreigend), maar destructief!
- vnl thv gelaat/hoofd en romp

RF: zonlicht, huidtype, immunodef, erfeliljk, straling, …

soorten: nodulair (glanzende papel), ulcererend, nodulair-ulcererend, oppervlakkig, scleroserend/sprieterig, gepigmenteerd, infiltratief, multifocaal

D/ anamnese, KO, biopsie (APO)

R/ exisie (Mohs igv ongunstige prognose of recidief), RT bij grotere en diep infiltrerende tumoren, soms curettage, …

42
Q

SCC
- wat
- RF
- D/
- beleid

A

maligne tumor van keratinocyt
- groeit sneller dan BCC, kan soms uitzaaien nr LK en andere organen
- kan evt ontstaan in precursor letsel (ziekte van Bowen, actinische keratose)
- vnl thv schedelhuid, gelaat, oren, lippen, onderarm, handrug, been (zonexpositie)

typisch nodule met soms centrale ulceratie (evt pijn),
kan ook mucosaal of genitaal

RF: zonexpositie, huidtype, immunodef, langdurige wonden, …

D/ anamnese, KO, biopsie (APO)
aanvullende diagnostiek: echo (+ punctie) bij verdenking LK, CT, MRI

Beleid: excisie / evt Mohs, RT, soms curettage met coag, cryo

43
Q

melanoma
- wat
- RF
- soorten
- KO
- beleid

A

huidkanker uit melanocyt (zeer kwaadaardig)

RF: UV, licht huidtype, fam VG, …

vss soorten: superficiaal spreidend, nodulair, lentigo maligna, acrolentigineus

KO: dermatoscopie, ABCDE, palpatie regionale LK

beleid:
biopsie + APO -> brede excisie (marge ~ Breslow-diepte)
follow up + preventie (zonverbranding vermijden)

44
Q

ABCDE beoordeling naevi

A

Naevi kunnen worden beoordeeld volgens de ABCDE regel. Hierbij staat elke letter voor een kenmerk van een naevus dat wijst op mogelijke overgang naar een melanoom.
=>
Asymmetrie
Border (onregelm rand)
Color (vss kleuren)
Diameter (>6mm)
Evolutie

opm: vraag ook na of jeukend/bloedend/zweertjes/ …

45
Q

irritatie contactdermatitis

A

= niet-specifieke inflammatoire aandoening van de huid, teweeggebracht via activatie van de aangeboren immuniteit door pro-inflammatoire eigenschappen van chemicaliën

  • huidletsels beperkt tot contactsite
  • brandend
  • geen geactiveerde T-cellen, patch test neg

R/ Symptomatisch, Huidcontact vermijden

46
Q

Allergische contactdermatitis

A

= een vertraagde (uren-dagen) allergische huidrespons, gemedieerd door hapteen- specifieke T-cellen (verworven immuniteit)
- Bij een gesensibiliseerde persoon
- huidletsels niet beperkt tot contactsite
- jeuk
- geactiveerde T cellen (antigeen-specifieke cellen), patch test pos

R/ Symptomatisch, Identificatie allergeen, contact vermijden

47
Q

dermatomyositis kenmerken

A
  • proximale spierzwakte(CK↑)
  • lilaverkleuring oogleden met oedeem
  • Gottronse papels op je knokels.
  • periunguaal erytheem, rafelige nagelriemen (met scheurtjes en loshangende velletjes)
  • Vaak paraneoplastisch fenomeen!
48
Q

periunguale megacapillairen (zichtbaar op capillaroscopie)

A

sclerodermie

49
Q

urticaria (netelroos)

A

aanwezigheid van één of meerdere urticae (kwaddels): vluchtige, afgeplatte, omschreven verhevenheden vd huid (berustend op oedeem)
- acute urticaria (< 6 weken bestaand) en chronische urticaria (> 6 weken)
- jeuk

uitlokkers
- GM (AB, ACE-I, …)
- voeding
- contact
- infectie
- fysische factoren: warmte (cholinergische), koude, UV (solaire), dermatografisme

R/ eliminatie oorzaak, antihistaminica, adrenaline bij dreigende anafylactische shock of larynxoedeem

50
Q

PMLE

A

= polymorfe lichteruptie
= meest voorkomende lichtdermatose
- voornamelijk bij jonge vrouwen
- gepaard gaande met jeukende papels na wisselende zonblootstelling (uren tot dagen)
- voornamelijk in V-hals en op armen, zelden in aangezicht (daar is reeds ‘gewenning’ aan de zon).
- Vaak geen epidermale S/ (vocht, blaasjes, korstjes, schilfering).
- Zonprotectie = behandeling PMLE.
-> indien niet helpt, mogelijks onvoldoende aangebracht: minimaal factor 50 met UVB en UVA filter, elke 2-3 uur aan te brengen.
- Normaal spontane regressie na 2-4d.

51
Q

Vrouw neemt antibiotica want ze heeft sinusitis. Nu komt ze op spoed: maculopapuleuze rash, eosinofilie in bloed en urine, acute nierinsufficiëntie (creatinine is 3,15). Wat doe je?

A

Stop met die antibiotica en controleer de nierfunctie na 3 dagen.

52
Q

Antibiotica veroorzaken frequent drugerupties (samen met anti-epileptica, NSAIDs, ACE-inhibitoren en thiazide diuretica).

Een mogelijke eruptie is DRESS (drug reaction with eosinophilia and systemic symptoms). DRESS begint als morbilliform exantheem (maculopapuleus), later meer oedemateus met typisch oedeem van het gelaat. Tevens prominente eosinofilie in het bloed en viscerale aantasting (acute nierinsufficiëntie). => Behandeling van DRESS bestaat hoofdzakelijk uit stopzetting van het oorzakelijk agens.

A

/

53
Q

psoriasis mogelijk uitlokkende/verergerende factoren

A

Irritatie, wrijving, trauma

UV !!! (cfr Koebner)

Infecties (streptokokken)

GM: Lithium, Antimalaria, Betablokkers

Psychische stress

(roken, alcohol)

54
Q

Behandeling van gegeneraliseerde psoriasis opgekomen ikv stress; reeds ingesmeerd met cortisone zonder succes -> volgende stap?

A

PUVA
- uitleg: bij gegeneraliseerde psoriasis wordt snel maximum dosis vitamine D (als add-on therapie bij corticosteroïden) overschreden (omdat je heel lichaam moet insmeren). Risico op hypercalciemie dan!. PUVA = alternatief. PUVA wordt vooral bij heel dikke plaques gebruikt.

55
Q

Fototherapie ikv psoriasis: bij uitgebreide dermatosen, cave: hoger risico op carcinomen

UVB therapie bij opp, uitgebreide dermatose
- cave: gevoeliger zonnebrand

UVA therapie bij diepe, uitgebreide dermatosen
- cave: snel verouderen huid

PUVA therapie (= psoralen + UVA) → topische psoralen 2u te appliceren voor UVA
- voordeel: toename antiproliferatieve en anti-inflammatoire effecten UVA
- nadeel: verhoogd risico op ontwikkeling spinocellulaire carcinomen

A

/

56
Q

letsel op onderlip dat er al maanden-jaren is. Ulcererend en makkelijk bloedend D/

A

SCC
- Elke persisterende nodule, plaque, papel of ulcus is verdacht voor SCC.
- Voornamelijk indien chronische UV blootstelling (oudere man).
- Gedifferentieerd SCC bedraagt centrale ulceratie met perifeer harde boord, ongedifferentieerd SCC bedraagt bloedende en zacht aanvoelende papel/nodule (slechtere prognose).

57
Q
A