CBL oftalmo Flashcards

1
Q

kwadrantanopsie waar letsel?

A

Radiatus optica (rechts)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sinds enkele uren pijn oog, fotofoob, deze namiddag had ze de haag gesnoeid. Welk onderzoek ga je doen?

A

Fluoresceïne

(Cornealetsel visualiseren dmv fluoresceïne)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

glaucoomverhaal
-> Welke medicatie heeft dit uitgelokt?

A

Amitriptyline
= TCA: anticholinerg effect → mydriase → acuut gesloten hoek glaucoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

GLAUCOOM

A

S/
- heel plots ontstaan
- algemene klachten op voorgrond (nausea, braken).
- Daarbuiten ook heel hevige, stekende oogpijn, uitstralend naar hoofd.

Typisch
- oudere pt: hypermetropie (kleiner oog, verziend) + gezwollen lens (cataract).
- 1ste last: ’s avonds bij schemer; ziet gekleurde halo’s rond lichtbronnen..
- Mydriase is uitlokkende factor (’s avonds bij donker; oogdruppels bij oogarts; anticholinergica (antihistaminica, bronchodilatantia, antidepressiva, spasmolytica)

D/
- lichtstijve semimydriatische pupil (afwezige pupilreflex)
- palpatie toont keihard oog (50-80mmHg)
- vlakke voorkamer, doffe cornea.

R/ urgentie! => ↓ oogdruk
Direct naar spoed + zo snel mog beh! -> risico = blindheid (excavatie oogzenuw)
- geef als HA bij acute aanval bv al timolol druppels en tablet acetazolamide

ACUUT
- diamox 500mg IV bolus (acetazolamide)
- cornea nt helder -> IV mannitol
- pilocarpine kuur (= cholinergica): 30 min na diamox/mannitol -> openen voorkamerhoek
- nausea -> litican IV

DAARNA iridotomie (permanente verbinding tss voorste – achterste oogsegment)
- yag laser (herldere cornea) of chirurgisch (wazige cornea)
- ander oog preventieve Yag iridotomie (want 50% risico aanval acuut glaucoom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

virale keratoconjunctivitis kliniek

A

pijnlijk rood oog, evt oedeem oogleden, chemosis, geen pus. Als er ook keratitis is: lichtschuw, halo’s, tranen, ↓ visus.

foto: witte stippen = subepitheliale cornea infiltraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

virale conjunctivitis R/

A

Zeer besmettelijk, goed handen wanden.

geen topicale CS!

Wel topicale AB voor bact.surinfectie te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

boomtakvormig epitheeldefect na fluoresceine -> denk aan …

A

herpeskeratitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bacteriële conjunctivitis herkennen

A

Pus, toegkleefde ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

acute bacteriële keratitis: ulcus

A

marginaal ulcus (visus nl, bv na aansl conjunctivitis)

vs

centraal ulcus (visusdaling; RF = contactlenzen; tyndall hypopyon, perforatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pt ziet zwarte vlekjes, vooral tegen een witte muur -> TO

A

fundoscopie (glasvochtbloeding uitsluiten)
- nadien evt echo om retinaloslating uit te sluiten zo onvoldoende visualisatie (dus echo als je de retina dr bloedin niet volledig kan visualiseren in fundoscopie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

floaters DD

A

glasvochtbloeding/loslating

retinaloslating

gewone floaters in vitreum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

glasvochtbloeding S/

A

= bloed komt in het glasvocht

voorafgaand zien van grote hoeveelheid zwarte stippen -> dan heel plotse, pijnloze visusdaling (helemaal zwart)

Uitwendig normaal oog!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

glasvochtbloeding oorzaken en R/

A

retinascheur, diabetische retinopathie, …

R/ als netvlies los ligt moet je iets doen, anders afwachten, evt vitrectomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

retinaloslating kliniek

A

voorlopend lichtflitsen en zwarte vlekjes, op het moment zelf: een donkere vlek in de periferie die zich nr centraal uitbreidt “als een gordijn

zodra macula los ligt gt visusscherpte dalen

D/ oftalmoscopie met wijde pupil

R/ externe operatie of intern (vitrectomie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Man, 32j. Wilt de laatste tijd niet meer in het donker rijden. Bij het buitenkomen loopt hij vaak tegen mensen en dingen aan wat hij sociaal storend vindt. Thuis heeft hij geen problemen. Lezen gaat nog vrij normaal. Bij KO bemerk je tunnelzicht.

D/

A

Retinitis pigmentosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Retinitis pigmentosa

A

= primaire progressieve degeneratie van staafjes + pigmentepitheel, late fase ook kegeltjes
- staafjes (f°: weinig licht)
- pigmentepitheel (f°: hinderlijke weerkaatsingen voorkomen, retina-bloedbarriere, …)
- kegeltjes (f°: daglicht)

S/
→ 1ste nachtblindheid (moeilijk zien in donker)
→ 2de concentrische beperking gezichtsveld = kokerzien (centraal zich blijft heel lang gespaard; dus lezen blijft heel lang gespaard)
→ 3de centrale visusdaling

D/
- fundoscopie: pigmentophopingen (zwarte spiculae perifeer; centraal normaal)
- elektroretinografie (flashERG): gedaalde tot afwezige respons v staafjes (en kegeltjes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

cataract kliniek

A

S/
- progressief wazigere visus, geen gezichtsveldbeperking.
- Kleuren worden fletser(mat, niet helder).
- Bij laagstaande zon is het zich beduidend scherper!
- Bij globale cataract: monoculair diplopie (DD abducens parese: binoculair diplopie)

KO:
- dichtbij zien ze nog scherp. Als ze stenopeïsche opening gebruiken gaat het ook beter).

E/
- meestal primair (seniel: ↑ age)
- ook secundair (na trauma, na CS, na DM,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

tijdje terug even een waas voor het rechteroog. Nu plots volledig verlies van zicht in dat oog.

D/

A

Occlusie a centralis retinae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Occlusie a centralis retinae kliniek

A

= plots verlies retinale bevloeiing
→ plots visusverlies (plotse unilat blindheid, “alsof het licht uitvalt”)

kan voorafgegaan w door wazig zien (amaurosis fugax)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

amaurosis fugax

A

= vluchtige blindheid
= het verschijnsel dat mensen plotseling en kortdurend met één oog niet meer kunnen zien.

-> meestal veroorzaakt door een onderbreking van de bloedtoevoer naar het netvlies
(andere oorz: TIA, arteriitis temporalis, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

refractieonderzoek

A

heeft te maken met zichtafwijkingen, myopie (bijziend), hypermetropie (verziendheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

occipitaal infarct: visus?

A

Occipitaal infarct → geen monoculair visusverlies, wel unilateraal deel van gezichtsveld ; achromatopsie

23
Q

opticusglioom: visus?

A

progressieve verergering van wazig nr blind, geen plotse visusdaling

24
Q

22-jarige meisje rood pijnlijk oog, pijn zit diep in het oog: gevoel dat er iets in zit, niet brandend. Lichte fotofobie en gezichtsverlies. Geen tranenvloed. Pijnstillende druppels helpen niet. Pericorneale roodheid en miosis.

A

acute iritis (uveitis)
< spondylo arthritis

< = >
* Acanthamoeben → bij contactlensdragers, wel tranenvloed en effect van pijnstillende druppels
* herpes keratitis → tranenvloed, wel effect van pijnstillende druppels
* keratoconjuctivitis sicca → irritatie, branderigheid + tranenvloed (reflextranen)
* giant papillary conjunctivitis → bij contactlensdragers, wel tranenvloed en effect van pijnstillende druppels, bobbels op conjunctiva van oogleden

25
Q

Kliniek acute iritis (uveitis)

A

diepe pijn in oog, pericorneale roodheid, miotische pupil, fotofobie en visusdaling
→ geen oppervlakkig letsel dus geen effect van pijnstillende druppels

=> oa geassocieerd met SpA

26
Q

lenzendrager met aanhoudend rood oog waarvoor meermaals AB druppels. De oftalmoloog stelt een dendritisch ulcus thv cornea vast. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? D/

A

Herpeskeratitis owv dendritisch ulcus (pathognomonisch)

& geen effect van AB druppels (viraal)

27
Q

Alarmtekens voor retinaloslating:

A

lichtflitsen, gordijnteken

28
Q

Kind met ‘s avonds rare ‘schijn’ in oog bij onderzoek bij HA niets. Wat doe je?

A

Oogarts (alarmsymptoom; dus urgente doorverwijzing)
-> Leukocorie !

29
Q

Leukocorie

A

= witte schijn vd pupil ( vaak alleen zichtbaar bij bepaalde belichting & in donkere omgeving).

Oog lijkt dof.
Pupilreflex: witte reflex.

→ DD retinoblastoom(!), unilaterale cataract(!), toxoplasmose, ROP (premature retinopathie)

30
Q

Retinoblastoom =

A

kwaadaardige tumor in het netvlies van het oog
- meestal bij kinderen onder de vijf jaar (kan omdat netvlies nog groeit)

D/ klinisch + beeldvorming

casus: het lijkt me als huisarts dat als je niks vindt, eerst de oogarts biomicroscopisch en fundoscopisch moet kijken, nadien pas beeldvorming

31
Q

normale oogdruk:

A

10-21 mmHg

32
Q

60j, braken en nausea, pijnlijk rood oog -> denk aan

A

acuut glaucoom
- typisch bij oudere pt (hypermetropie + cataract hbb ze vaker)
- pijnlijk rood oog, halo’s rond lichtbronnen, semi-mydriatische lichtstijve pupil
- nausea en braken — algemene symptomen meestal op de voorgrond!

33
Q

Pt krijgt tak in oog. Daarna tranend oog, pijn, lichtschuw. Diagnose?

A

Cornea erosie
→ trauma en kliniek (lichtschuw)

< = >

  • Episcleritis → niet trauma-gerelateerd, milde ontsteking, irritatie eerder dan echte pijn
  • Scleritis → niet trauma-gerelateerd, wel ernstige pijnklachten
  • Vreemd voorwerp → op zich mogelijk, maar vermoedelijk niet zozeer lichtschuw
34
Q

DD rode oog

A

PIJNLOOS (“citroen en sinaasappel pijnloos”)
* conjunctivitis (viraal, bacterieel, allergisch, dr irritatie)
* episcleritis
* subconjunctivale bloeding
* pterygium

PIJNLIJK (“droge cornflakes is altijd kei slecht”)
* droge ogen
* cornea-erosie (vb corpus alienum)
* iritis
* acuut gesloten hoek glaucoom
* keratitis (vb dr lagoftalmie, …)
* scleritis (episcleritis: geringe klachten zoals irritatie)

35
Q

S/ conjunctivitis

A

alg:
- roodheid
- geen echte pijn, branderigheid
- afscheiding (tranen/etter)
- normale visus
- D/ anamnese, evt fluoresceinekleuring

virale conjunctivitis
- S/ oedeem oogleden, chemosis, pijnlijke pre-auriculaire klieren
- begint meestal unilat -> dan vaak uitbreiding nr bilat
- evt in associatie met viraal syndr: verkoudheid, pt kan zich grieperig voelen
- complicatie = adenovirale infectie/conjunctivitis kan zich ontwikkelen tot virale keratoconjunctivitis: S/ traanvloed, lichtschuwheid, pijn, visusdaling! (subepitheliale cornea-infiltraten)

bact conjunctivitis
- S/ pus, dichtgeplakte ogen (meestal zelflimiterend)
- argumenten dat bact conjunctivitits meer wss dan virale: gn eerdere episodes in VG, dichtgeplakte oogleden
- argumenten chlamydia: bilat hardnekkige conjunctivitis met follikelvorming (R/ AB om uitbreiding te vermijden)

allergisch
- acute dermatoconjunctivitis (contactallergie dr allergenen): S/ zwelling en roodheid van huid rondom oog, jeuk
- allergische conjunctivitis (IgE gemedieerde allergische reactie bv op omgevingsfact zoals pollen/huisstofmijt/huisdieren): S/ jeuk, zwelling, tranen, rhinitis; bilateraal
=> zz: lentekataar (keratoconjuctivitis: oa lichtschuwheid) -> giant papillary conjunctivitis (vnl onder bovenste ooglid), meestal ook andere tekens allergie (gras, pollen) // opm: giant papillary conjunctivitis kan ook bij dragers zachte ooglenzen (-> stop)

conjunctivitis dr irritatie
- mechanische prikkeling < stofdeeltjes, contactlens, krassende wimpers (vb. entropion), corpus alienum (cave ° keratitis)
- chemisch < vb zwemmen in chloorhoudend water
- UV licht < vb tijdens skiën / lassen (hoornvlies vol puntjes)

36
Q

R/ conjunctivitis

A

viraal: topicaal AB (om bact surinfectie te voorkomen)
- geen topicale CS (want risico infectie)
- hygiëne want besmettelijk

bact: geneest meestal zonder anti-bact therapie; spoelen met water
- als blijvende klachten (> 3d) of bij cornea-afwijkingen: wel lokale AB, breedspectrum (vb Chlooramfenicol druppels of zalf)

allergisch:
- acute dermatoconjunctivitis (contactallergie):
stop behandeling / uitlokkende factor
=> allergeen (vb. oogdruppels -> iatrogeen, contactlensvloeistof, cosmetica, haarverzorgingsmiddelen, stoffen onbewust in ogen gewreven)
- allergische conjunctivitis:
antihistaminica oogdruppels, topicale cortisone in acute fase, subconjunctivale injectie cortisone

irritatie: opheffen oorzaak (vb verwijderen corpus alienum, zonnebril, lasbril …), evt oogzalf

37
Q

episcleritis S/ + R/

A

= milde (auto-immuun) onsteking van oppervlakkige BWlagen (= episclera) grenzend aan de sclera

S/ sectoriële roodheid, eerder irritatie

R/ meestal geen therapie nodig

38
Q

subconjunctivale bloeding: oorzaken en R/

A

spontaan
na wrijven in oog
hoesten, valsalva
hypertensie
anticoagulantie

//

R/ verdwijnt spontaan (recidiverend: perifeer bloedbeeld aanvragen)

39
Q

pterygium: wat, S/, R/

A

als reactie op eenzelfde soort prikkel zoals freq blootst zon / wind

= conjunctivaplooi groei vanuit nasaal in rechting van centrum vd cornea

S/ geen klachten indien klein, indien groeiend kan het leiden tot irritatie of slechter zicht (dr astigmatisme of blokkeren lichtinval van oog)

R/ als voor pupil dan operatieve verwijdering, maar kans op recidief
(recidief tss 5-80%; kleinere kans op recidief met gebruik van conjunctivatransplant)

40
Q

pingueculum: wat, S/, R/

A

[als reactie op eenzelfde soort prikkel zoals freq blootst zon / wind]

= grijsgele verhevenheid in oogspleet naast limbus (overgang conjunctiva - cornea)

S/ cosmetisch storend, geen visusdaling

R/ geen beh nodig

41
Q

droge ogen: S/, D/, R/

A

[vb. keratoconjunctivitis sicca, KCS]

S/
- irritatie, branderigheid, jeuk, pijn
- tranende ogen, visusdaling

D/
- schirmer test ( < 10mm / 5min = lage traanproductie), biomicroscopie

R/
- kunsttranen / zalf
- afsluiten traanpunt (punctumplug)

42
Q

cornea erose: wat, R/

A

= oppervlakkige verwonding cornea

R/ zalf, pijnstilling PO, drukverband (oog afgedekt, geen oogknipperen)

opm recidiverende erosie: epithelialisatie verloopt niet goed (meeste pijn bij ontwaken)

43
Q

iritis oorzaken

A

endogeen: geassocieerde systeemziekte (30%; vb JIA, ankyloserende spondylitis, IBD, sarcoidose)

exogeen: perforerend trauma / ulcus

44
Q

iritis: wat, S/

A

= intraoculaire ontsteking, behoort tot uveitis (uvea: iris, corpus ciliaris, choroidea)

roodheid (conjunctivaal, rondom de iris)
pijn
miosis (< kramp m contrictor pupillar, oedeem iris)
visusdaling
fotofobie
heldere cornea, geen etterig secreet

45
Q

D/ en R/ iritis

A

D/ biomicroscopie = spleetlamp (troebel voorkamervocht, tyndall fenomeen, hypopyon, synechiae)

R/ CS topicaal (collyrium + zalf) + atropine 1% (2x/d)

46
Q

acute iritis: complicaties

A

secundair glaucoom, cataract

47
Q

oorz + S/ acuut gesloten hoek glaucoom

A

oorzaak: blokkering van het trabeculum corneosclerale door de basis van de iris

//

prodromen (anamnese: periodes van intermittente oogdrukstijging al eens voorgedaan):
- mistig zicht, halo’s (gekleurde ringen rond lichtbron)

S/
- plotse hevige pijn in/rond oog (< plotse stijging IOD), evt uitstralend nr hoofd
- visusdaling (< oedeem cornea-epitheel)
- nausea, braken (< n vagus irritatie)

objectieve tekens:
- rood oog
- afwezige pupilreflex (lichtstijve pupil)
- oog keihard (50-80 mmHg)
- voorste oogkamer ondiep (< hoge druk; spleetlamp)
- cornea troebel/dof

//

opm: typische elementen
- ouderen + hypermetroop + gezwollen lens (cataract)
- bij schemer (iris in hoek)
- iatrogeen (na pupildilatatie, anti-cholinergica)
-> mydriase = uitlokkende factor

48
Q

R/ acuut gesloten hoek glaucoom

A

Direct naar spoed + zo snel mog beh! -> risico = blindheid (excavatie oogzenuw)
- geef als HA bij acute aanval bv al timolol druppels en tablet acetazolamide

ACUUT
diamox 500mg IV bolus (acetazolamide)
cornea nt helder -> IV mannitol
pilocarpine kuur (= cholinergica): 30 min na diamox/mannitol -> openen voorkamerhoek
nausea -> litican IV

DAARNA iridotomie (permanente verbinding tss voorste – achterste oogsegment)
- yag laser (herldere cornea) of chirurgisch (wazige cornea)
- ander oog preventieve Yag iridotomie (want 50% risico aanval acuut glaucoom)

49
Q

keratitis: oorz + vss types + S/ + complicaties

A

= ontsteking vd cornea (< infectieus, contactlenzen, schimmels/amoeben)

types
- acute bacteriële keratitis: marginaal ulcus (visus nl, bv na aansl conjunctivitis) vs centraal ulcus (visusdaling; RF = contactlenzen; tyndall hypopyon, perforatie)
- herpetische keratitis: unilat, minder uitgespr sympt, recidiverend
- zona oftalmica: verminderde corneagevoeligh
- acanthamoeba keratitis (< zachte contactlenzen, subtropisch zwembad): unilat (hevige pijn + roodh), fotofobie, ringvormig cornea abces -> verlittekening

S/
- pijn
- conjunctivale vaatinjectie
- daling gezichtsscherpte
- tranen
- lichtschuwheid
- halo’s

complicaties: blijvende littekens hoornvlies, recidief
(hoornvliesontst kan leiden tot corneaal ulcus)

50
Q

neuroparalytische keratitis: S/ en R/

A

S/
- geen pijn!
- verminderde corneagevoeligheid
- verminderde knipreflex

R/
- Cornea vochtig houden dmv kunsttranen/ zalf
- Bacteriële infectie -> lokale antibiotica
- Soms blefarorafie (gedeeltelijk sluiten ooglid: chirurgisch, inspuiting botox)

51
Q

legoftalmie: wat + mogelijk gevolg

A

= onvolledig sluiten vd ogen

=> uitdrogen cornea -> °bacteriële keratitis

52
Q

R/ keratitis

A

acute bacteriële keratitis: lokaal AB
herpetische keratitis: aciclovir oogzalf
zona oftalmica: aciclovir IV/PO
acanthamoeba keratitis gespecialiseerde R/ (vb cornea TX)

53
Q

scleritis: wat, S/, R/

A

= ontsteking van diepe BWlagen (slera betrokken)

S/ ernstige pijn

R/
- onderzoek nr onderliggende systeemziekte (50% geassocieerd; vb. IBD, SLE, RA, …)
- infectieus: antimicrobiële middelen
- niet-infectieus: lokale CS (evt systemisch CS/immunosupressie) en lokaal/systemisch NSAIDs
- necrotiserend: alkylerende agentia (cyclofosfamide, biologicals)