CBL cardio en vaat Flashcards

1
Q

hartfalen beleid

A

ACUTE AANPAK
- uitlokkende factoren aanpakken (infectie, anemie, aritmie)
- energiebehoefte hart reduceren (bedrust, zout- en vochtrestrictie)
- algemeen:
o overvulling -> lisdiuretica IV bolus (later PO)
o vasodilatatie (carvaton + cedocard) -> enkel als voldoende hoge BD
o pols > 140/min -> overweeg digitalis (niet chronisch)
- zuurstof (5-10L met masker)
- monitoring vitale parameters (HR, sat, BD, urinedebiet, bloedgas bij ventilatie)
- (geen BB in acute fase!)

ONDERHOUD
o HFrEF
- ACE-I
- BB
- MRA: spironolactone (K-sparend diuretica, aldosteron antagonist)
- SGLT2i
- + lisdiuretica PO naar nood

(andere: ARB, SL nitraten, Entresto)

o HFpEF
- SGLT2i
- evt ACE-I bij hoge BD
- overvulling: lisdiureticum
- soms spironolactone (niet veel evidentie hier)
- BB niet eigenlijk, want snel HR nuttig

(=> en CV preventie: dieet, beweging, rookstop, vaccinatie influenza en pneumokokken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vkf R/

A

(1) nagaan of HD stabiel?
- niet HD verdragen: cardioversie
- hemodynamisch verdragen: neem je tijd

(2) wrm VKF?
- modificeerbare factn? onderliggend hartlijden?
- -> substraat modific (statines, ACE-I)
- -> levensstijl aanpassingen: vermagering, meer bewegen, behandeling slaapapnee; stop roken, goede controle DM

(3) trombo-emobisch risico?
- geef acuut eenmalig clexane (want als toch nog ingreep nodig dan geen probleem itt DOAC) => nr PO indien gn trobotisch event: DOAC (> vit K anta: INR 2-3 nastreven)
- chronisch: nagaan of antico aangewezen
CHA2DS2VASc 1 of meer = antico aangewezen (vaak levenslang)
HASBLED 3 of meer: overweeg of antico wel wenselijk of dosisreductie

(4) klachten? invloed op ADL?
- evt cardioversie (medicamenteus / elektrisch = synchroon) = ritme controle (°)
=> let op antistol (4w DOAC na cardioversie; als VKF > 48u en pt neemt chron nog geen anticoag dan eerst TEE doen om intra-cardiale trombi uit te sluiten)

weeg rate-control tov ritme-control af (Dosis is vss vr acute aanpak en onderhoud!)
o ritme controle (initiëren door HA ontraden: cardioloog -> antiaritmica) (°)
- flecaïnide (CI: struct hartlijden), amiodarone
- vb. preventie bij paroxysmale VKF, vb. 1e aanval vkf, vb. belangrijke klachten, vb < 65j

o rate controle
- 1e k: BB (sotalol (mag bij ischemisch hartlijden), bisoprolol) - evt digoxine toevoegen,
2e k: Ca-anta (diltiazem, verapamil),
digitalis (bv bij snelle vkf)
- vb. persisterende VKF, vb. recidiv vkf ondanks beh, vb. weinig klachten, vb. > 65j, vb. bel onderliggend hartlijden

Evt ablatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HF kliniek

A

dyspnee rust/inspanning
vermoeidheid
anorexie
abnormale gewichtstoename

enkelzwelling
gestegen CVD
tachycardie
tachypnee, basale longreutels, pleura-uitstorting

(opm acuut harfalen: snel begin of snelle toename vd klachten, angstig, transpireren, klamme koude handen, reutelende/versnelde AH, verlaagde saturatie, zittende houding, pols meestal snel en zwak, BD in ernstige situaties soms verlaagd, hartgeruis/aritmie/extra toon, longcrepitatie/ronchi/soms wheezing, oedeem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

linker vs rechter hartfalen

A

LHF -> dyspnoe d’effort (orthopnee, tachypnee, basale crepitaties, gedempt VAG), paroxysmale nachtelijke dyspnoe, nycturie, vermoeidheid / verlaagde inspanningstolerantie

RHF: moeheid, anorexie (wel gewichtstoename), abdominale last tgv leverstuwing (HSM) / ascites, CVD gestegen, HJR

RHF meestal tgv LHF (gemengd beeld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Amiodarone =

A

klasse III anti-artimicum,
met zeer lange T1/2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Amiodarone CI

A

ZW & BV

schildklierstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Amiodarone AE

A

bradycardie!
QT verlenging

hypo- en hyperthyroidie!
GI last in het begin
↑ transaminasen in begin

cornea neerslag
fotosensibilisatie

=> DUS monitor levertesten, TSH en vrij T4, en regelmatige oftalmo controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

RAAS (aldosteron huishouding) werking

A

lage BD -> renine

  • renine (< nier): angiotensinogeen (< lever) -> angiotensine I
  • ACE (< longen): angiotensine I -> angiotensine II
  • angiotensine II stimuleert bijnier tot productie aldosteron

-> BD stijging (zout- en waterretentie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ACE-I AE

A

kuchhoest
(dan bv sartanen proberen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sartanen & ACE – I associeren?

A

NEE
- risico op hyperK, nierfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Lisdiuretica vs Thiazidediuretica

A

Lisdiuretica: K verliezend
- (Furosemide: Lasix; Burinex)
- Voorkeur bij hartfalen: korte, krachtige werking.
- Bij pt met hypertensie én NI ook dit als voorkeur (GFR < 35)

Thiazidediuretica: K verliezend
- (Indapamide, chloortalidon)
- Voorkeur bij HT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

TAVI =

A

transcatheter aortic valve implantation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

A.carotis stenose: indicatie carotisendarterectomie (HK)

A
  • asymptomatisch:
    o stenose > 70% bij pt < 75j
  • symptomatisch:
    o stenose > 70%
    o stenose < 70% waarbij eerst geprobeerde anti-aggregatie faalde [dus bij symptomatische stenose < 70% eerst medicamenteus proberen]

NAAST STATINE EN WANDELTRAINING

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

CHA2DS2-VaSc score

A

C: congestief hartfalen (1p)
H: hypertensie (1p)
A: age (> 65j = 1p, > 75j = 2p)
D: diabetes (1p)
S: stroke, TIA, TE (2p)
Va: vasculaire aandoening (MI, AO plaque, …)
Sc: sex categorie (vrouw = 1p)

=> ≥ 1: anti-coagulatie aangewezen
- Vroeger vanaf 2, nu vanaf score 1 gezien NOACs minder risico (tenzij enkel vrouwelijk geslacht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

aHT R/

A

levensstijl (G reductie, sport, alcoholbeperking, dieet)

farmacologisch: thiazide(-like) diuretica, BB, CCB, ACEi / ARB
-> als monotherapie initieel zonder specifieke indicatie voor bepaalde klasse: kies ACEi (of ARB) of CCB
-> vaak combinatietherapie nodig (zie andere flashcard)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

combinatietherapie aHT

A

bij ongecompliceerde HT
(<-> coronair lijden, CNI: zie internistische leidraad)
————————————-

Initiële therapie: dual combination (1 pil)
- ACEi of ARB + CCB of diureticum
- opm: overweeg monotherapie in laag risico graad 1 hypertensie (SBD < 150 mmHg), of bij zeer oude (>80j) / fraile pt’en

Stap 2: triple combination (1 pil)
- ACEi of ARB + CCB + diureticum

Stap 3: triple combination + spironolactone or other drug (2 pillen)
- RESISTENTE HYPERTENSIE: ACEi of ARB + CCB + diureticum + spironolactone of ander GM (ander diureticum/alfa-blokker/beta-blokker)
& overweeg doorverwijzing vr verdere investigatie

Opm: overweeg BB bij elke behandelingsstap wnr daar een specifieke indicatie voor is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q
  • Acuut beeld
  • Rugpijn + buikpijn laag abdominaal
  • pulsaties bovenste lidmaat goed, maar inguinaal slecht.
  • Klam zweterig. Hypotens en tachycard.

Meest waarschijnlijke diagnose?

A

Acuut rupturerend aneurysma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

RSP, bloeddruk verschilt aan beide armen -> D/

A

aortadissectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

HT vss graden

A

ONGECOMPLICEERD
hoog normaal: LAAG RISICO
- SBD 130-139
- DBD 85-89

graad 1: LAAG RISICO
- SBD 140-159
- DBD 90-99
-> hier kan je nog monotherapie overwegen
(ook te overwegen bij pt ≥ 80 of fraile pt)

graad 2: MATIG RISICO
- SBD 160-179
- DBD 100-109

graad 3: HOOG RISICO
- SBD ≥ 180
- DBD ≥ 110

=> indien RF: hoger risico

ASYMPTOMATISCHE ZIEKTE
- HMOD, CKD graad 3, DM zonder orgaanschade: HOOG TOT ZEER HOOG RISICO

ZIEKTE
- CVD, CKD graad ≥4, DM met orgaanschade: ZEER HOOG RISICO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

adenosine bij COPD pt?

A

adenosine is gecontra-indiceerd bij COPD met bronchospastische component

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

BB bij COPD pt?

A

COPD = relatieve contra-indicatie voor niet-cardioselectieve beta blokkers.

Doch metoprolol = cardioselectieve BB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

niet-selectieve vs selectieve BB

A

niet-selectieve β-blokkers (carvedilol, labetalol, propranolol en sotalol) blokkeren de β1- en β2-receptoren.
- β1: hart -> oa afname vht hartminuutvolume en vertraagde AV-geleiding
- β2: ademhalingswegen (bronchoconstrictie)
- β2: glucosespiegel ih bloed (remming vd glycogenolyse, zodat hypoglykemie minder snel wordt gecorrigeerd).

De min of meer selectieve β-blokkers (acebutolol, atenolol, bisoprolol, celiprolol, esmolol, landiolol, metoprolol en nebivolol), ook wel cardioselectieve β-blokkers genoemd, oefenen hun werking voornamelijk uit op de β1-receptoren.
- Bij verhoging van de dosering verdwijnt de ‘cardioselectiviteit’ geleidelijk en gedragen zij zich meer en meer als niet-selectieve β-blokkers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

normale drukken hart

A
  • Re ventrikel: systolisch 15-30, diastolisch 3-8
  • Li ventrikel: systolisch 100-140, diastolisch 3-12
  • Re atrium: 2-6
  • Wedge (geeft inschatting van Li atriale druk): 6-12, grote kans op longoedeem bij druk >20
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

pt onder DOAC -> stoppen voor HK?

A

apixaban (eliquis), edoxaban (lixiana), rivaroxaban (xarelto): inhibitie factor Xa
- ingreep met laag bloedingsrisico: stop 24u voor ingreep (eerder stoppen bij ernstige NI)
- ingreep met hoog bloedingsrisico: stop 48u voor ingreep (ongeacht nierfunctie)

dabigatran (praxada): directe remmer van trombine en voorkomt hiermee de vorming van fibrine uit fibrinogeen
- belangrijke klaring via nieren: dus stop afh van nierfunctie: stop 24u voor ingreep bij laag bloedingsrisico en nl nierf -> tot 4d voor ingreep bij ernstige NI en hoog bloedingsrisico

GEEN BRIDGING met LMWH (clexane of innohep SC)
- want NOACs hebben snelle onset en offset
- <-> wel overbrugging bij onderhoudsbehandeling met VKA (zodra INR < 2)

opm: herstarten: 24u (laag bloedingsrisico- tot 48u (hoog bloedings risico) na ingreep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

acute scherpe (maar ook drukkende) thoracale pijn, Rx verbreed mediastinum (brede aortaschaduw), typisch bloeddrukverschil beide armen, uitgesproken hypertensie -> TO?

A

Spiraal CT thorax
< Vermoeden van dissectie aorta

=> eerste keuze = contrast CT
(zeer goede sens. en spec.)
- Contrast MRI is nog beter maar minder snel beschikbaar en patiënt is niet altijd stabiel genoeg.
- TTE of TEE kunnen een aanvullende rol hebben.
- Echo duplex van aftakkingen aorta (aa. coeliacus, mesenterica, renalis) bij vermoeden ischemie van organen of ter opvolging hiervan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

HASBLED score

A

Hypertensie (1p)
Abnormale nier- of leverfunctie (1p voor elk)
Stroke (2p)
Bloeding of anemie (1p)
Labiele INR (2p)
Eld > 65 jaar (1p)
Drugs: alcohol of medicatiemisbruik bv NSAID/antiplaatjes (1 voor elk)

=> ≥ 3: goed overwegen of anti-coagulatie wel wenselijk is OF dosisreductie anti-co

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

VKF: wnr voorkeur VKA boven DOAC?

A
  • Patiënten die al op vit. K antagonisten staan, goed gecontroleerde INR hebben en hier blij mee zijn -> wel NOAC voorstellen
  • Mechanische hartkleppen / Mitralis klep stenose / Kleplijden waarbij in nabije toekomst klepvervanging gepland is
  • Geen terugbetaling -> te duur
  • eGFR < 30 mL/min
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

kunstklep hart in kader van congenitale hartaandoening -> AB voor orthodontie?

A

Indien er niet aan het tandvlees zelf gewerkt wordt is AB profylaxe niet nodig.
- Het aanbrengen, aanpassen of verwijderen van orthodontisch materiaal is “onschuldig”.
- Indien er wel aan het tandvlees gewerkt wordt, is Amoxicilline eerste keus.

28
Q

infectieuze endocarditis verwekker

A

stafylokok (cutane ingangspoort)

enterococ (GI of urogenitaal ingang)

streptococ (mond)

29
Q

infectieuze endocarditis S/

A

koorts, rillingen, anorexie, vermagering, nachtzweten, hartfalen (klepdysfunctie)
- Andere minder frequente S/: petechieën & splinterbloedingen thv nagels/voeten/mondmucosa, perifere embolen thv longen/hersenen, abces, …
- Persisterende positieve HC (cave: bij recente AB inname -> vals negatieve HC)

30
Q

infectieuze endocarditis R/

A

EERST 2x hemoculturen, 30 min uiteen

6w IV AB , bactericide & hoge dosis
- empirisch: ampicilline + flucloxacilline + gentamycine

31
Q

Wanneer preventie vr infectieuze endocarditis?

A

Profylaxis enkel aangewezen bij …

=> HOOG RISICO PT (pt met verhoogd risico op infectieuze endocarditis (IE) en risico op slechte prognose indien IE)
- kunstklep (biologisch, mechanisch, homogreffen), na klepherstel (mitraalklep)
- VG (infectieuze) endocarditis
- Congenitale hartafwijkingen:
o herstel met prothesemateriaal of toestel ≤ 6 maanden geleden
o herstel met residueel defect nabij prothetisch luik/toestel
o cyanotische aangeboren hartafwijkingen die niet/gedeeltelijk behandeld zijn (zoals shunt of banding bij pulmonalisatresie, tetralogie van Fallot, tricuspidalisatresie, univentriculair hart)

=> HOOG RISICO INGREEP
- altijd bij hoogrisicopt bij: Tandheelkundige ingreep met manipulatie tandvlees of peri-apicale regio of perforatie mondmucosa (vb tandextractie)

32
Q

infectieuze endocarditis profylaxe -> welke AB?

A

Amoxicilline PO (2g 30-60 min preop)
* Indien niet PO ⇒ IV ampicilline 2g of IV ceftriaxone/cefazoline 1g

! Peni-allergie ⇒ PO/IV clindamycine 600 mg

! Staph Aureus infectie
o + flucloxacilline / ceftriaxone of cefazoline / vancomycine (indien MRSA / allergie beta-lactam)

33
Q

vermoeden AMI, ECG onduidelijk -> wat controleren om meer duidelijkheid te krijgen?

A

troponines

(CK-MB kan ook, maar troponines zijn sensitiever)

34
Q

NT-proBNP -> hartfalen?

A

Er zijn twee verschillende testvarianten (BNP en NT-proBNP), met vergelijkbare diagnostische waarde. –> In huisartsdiagnostiek prefereert men NT-proBNP, gezien de langere halfwaardetijd.

De sensitiviteit van de NT-pro BNP-bepaling is veel groter dan de specificiteit; de test is dus beter in het uitsluiten dan in het aantonen van hartfalen.

De test is weinig specifiek omdat allerlei aandoeningen, zoals anemie, diabetes mellitus, COPD en longembolie, eveneens tot een verhoogd BNP leiden.

Additioneel zijn BNP en NT-proBNP sterk afhankelijk van de nierfunctie, en vooral NT-proBNP is sterk leeftijdsafhankelijk, zodat leeftijdsafhankelijke referentiewaarden noodzakelijk zijn.

35
Q

ECG: ST elevatie en T inversie in afleiding II, II en aVF met reciproke afwijkingen in de V2

A

Inferior infarct

36
Q

ecg: vss hartregio’s

A

V1-2: septaal
V3-4: anterior
I, aVL, V5-6: lateraal
II, III en aVF: inferior

37
Q

VTE (DVT, LE): diagnostiek

A

Modified Wells score: klinisch waarschijnlijkheid DVT of LE inschatten
- DVT wss: 2 of meer
- LE wss: 4 of meer

D-dimeren

//

=> verdenking DVT: duplex echo
(score ≥ 2, of < 2 met ↑ D-dimeren)

=> verdenking LE: CT angio
(score ≥ 4, of < 4 met ↑ D-dimeren)

38
Q

DVT R/

A

behandeling zo echo duplex = abnl: antistolling
//
Anticoag bij DVT: LMWH sc in therapeutische dosis (clexane 1mg/kg/12u) (-> DOAC)
- reversibele oorz (vb immobil): 3m
- gn oorzaak: 6-12m
- recidief trombose: levenslang (ifv risico te reduceren nr profylactische dosis)

& elastische kous dragen (2j)

39
Q

LE R/

A

CTPA = abnl: antistolling

Levensbedreigend / HD instabiliteit: trombolyse (IV fibrinolyticum rtPA)

//

Anticoag bij DVT: LMWH sc in therapeutische dosis (clexane 1mg/kg/12u) (-> DOAC)
- reversibele oorz (vb immobil): 3m
- gn oorzaak: 6-12m
- recidief trombose: levenslang (ifv risico te reduceren nr profylactische dosis)

& hospitalisatie

40
Q

conversie Wolff Parkinson White -> GM?

A

Flecainide

<-> Geen Adenosine (wat normaal gezien gebruikt wordt bij conversie AVRT in ziekenhuis) -> wegens risico op ontstaan van VKF
- Bij WPW is er risico dat een anterograad geleidende Kent-bundel voor een snelle respons op de VKF zorgt (ventrikelfibrillatie) en dus dodelijk.

41
Q

WPW =

A

aangeboren syndroom waarbij er extra bundel tussen atria-ventrikels is: bundel van Kent.
- Deze vertraagt signalen niet zoals AV knoop doet => gevaarlijke ritmestoornis.

42
Q

WPW S/

A

snelle pols, palpitaties, duizeligheid, neiging flauwvallen, RSP, dyspnee

43
Q

WPW ecg

A

PR interval verkort, normale P golf, verbreed QRS complex, delta golven

44
Q

Aortaklepinsufficiëntie. Bloeddruk?
12/8
16/5
17/10
9/8

A

16/5

  • stijging SBD: regurgitatie bloed van aorta nr LV tijdens diastole ⇒ volumeoverbelasting LV -> SBD stijgt door groter slagvolume (om cardiac output constant te houden)
  • daling DBD: aortaklepinsufficiëntie zorgt vooral voor een val van de diastolische druk ⇒ door terugstroom van het bloed uit de aorta naar het hart (door insufficiëntie AO klep)
45
Q

A poplitea aneurysma -> volgende stap?

A

Echo abdomen
- Popliteal artery aneurysms are associated with abdominal aortic aneurysms (AAA) 40% to 50% of the time

46
Q

A poplitea aneurysma behandelen?

A

best wel behandelen van a poplitea aneurysma gezien grote risico op thrombose en perifere embolisatie

47
Q

Witte jas hypertensie: heeft verhoogd risico op essentiële HT

A

juist!

opm: moet niet behandeld worden zoals essentiële HT

48
Q

pt met unilateraal uitval -> vermoeden CVA -> TO?

A

CT schedel zonder contrast
- uitsluiten bloeding of massa
< - > ischemische CVA: eerste uren nog normale CT mogelijk!

49
Q

CVA R/

A
  • trombolyse binnen eerste 4,5u na begin symptomen: rtPA (IV alteplase: °plasmine -> fibrinolyse)
  • CI trombolyse, of tss 4,5-6u en geen tPA gekregen: trombectomie (via CT angio)
  • indien geen trombolyse acuut gehad: anti-aggregantia (acetylsalicylzuur)

-> levenslang anti-aggregantia

casus: echo halsvaten toont bilat 20% stenose bij symptomatische pt: dus eerst medicamenteuze beh ipv carotisendarterectomie

50
Q

pt dat CCB (amlodipine) en ACE-I (Lisinopril) neemt -> komt nu met oedeem OL -> medicatie veranderen?

A

amlodipine vervangen door diureticum (bv indapamide)
- Amlodipine is een CCB en kan zorgen voor enkeloedeem door perifere vasodilatatie. Vervangen door een diureticum ter afdrijving van vocht.

combintherapie HT: stap 1= ACEi + CCB of diureticum

51
Q

CV RF

A

BIG SIX van RF
- geslacht (man > vrouw)
- roken
- DM
- overgewicht (BMI)
- aHT
- cholesterol en triglyceriden

andere:
- leeftijd
- voeding
- alcoholgebruik
- beweging
- psychosociale stress
- OSAS
- pers en fam VH hart- en vaataandoeningen

52
Q

Vrouw, 55j, komt bij je op raadpleging omdat ze zich ongerust maakt over hart- en vaatziekten. geen medische voorgeschiedenis of medicatie. BD, hartslag etc allemaal perfect. wat doe je?

A

ECG
(laagdrempelig, makkelijk uit te voeren, pijnloos en zeker een meerwaarde in een CV check-up)

< - > Geen verhaal van kloppend gevoel in de buik dus niet meteen een reden voor echo abdomen
< - > geen TEE: vrij invasief voor iemand die geen klachten heeft.

53
Q

pericarditis kliniek

A

(voorbije) symptomen virale infectie (gastro-enteritis, viraal syndroom)

thoracale pijn (AH- en houdingsgebonden)
-> verergerend bij inspiratie
-> beter bij vooroverbuigen

meestal geen stuwing

KO: auscultatie -> pericardwrijven

54
Q

vermoeden pericarditis -> TO?

A

ECG: DIFFUSE (concave) ST elevatie en PR depressie, bij toename vocht diffuus lage voltages
- dd AMI

andere:
- RX: pericardvochtuitstorting (vaak normaal bij pt met pericarditis: >300mL effusie nodig eer zichtbaar)
- echografie: kleine hoeveelheid pericardvocht, geen grote effusie
- labo: CRP, leukocytose, troponines indien zware ontsteking
- (evt extra onderzoeken)

55
Q

endocarditis tricuspidalisklep -> meest wss oorzaak?

A

Rechtszijdige endocarditis
=> risicofactoren:
- IV drug gebruik (90% vd gevallen, meer bij IV druggebruikers met HIV)
- vreemd materiaal in rechter hart (9%)
- rechtszijdige cardiale anomalie (1%)

56
Q

jongeman met syncope zonder prodromen (je krijgt ecg) -> D/?

A

hypertrofe cardiomyopathie
- V1-V6: grote QRS complexen
- V5-V6 downsloping ST depressie

= Wereldwijd meest voorkomende reden voor SCD (sudden cardiac death). Cardiale syncope is een eerste mogelijke uiting.

57
Q

Brugada syndroom

A

= erfelijke aandoening (AD) waarbij de elektrische act vh hart verstoord is -> dit kan leiden tot vss ritmestoornissen

Dit manifesteert zich in een typisch afwijkend ECG-patroon. (oa concave ST elevatie in V1-V3, J-punt elevatie, inversie T)

S/
- duizeligheid, flauwvallen,
- onregelmatige hartslag, hartkloppingen

Groter risico op:
- plots sustained ventriculaire tachycardie
- plotse dood

R/
- kan niet worden genezen
- als geen klachten en geen duidelijke afwijkingen -> beh niet altijd nodig
- hoog risico op ritmestoornissen -> ICD (herstelt verstoord hartritme)

58
Q

pt met OAkunstklep onder VKA (warfarine) met zws wens -> wat doe je?

A

LMWH therapeutisch

[Cave: meestal INR 2-3 nastreven; bij mechanische hartkleppen 2,5-3,5 nastreven]

59
Q

VKA en zws?

A

te vermijden tijdens ZWS
- teratogeniciteit in 1e trim, miskraam, doodgeboorte, en kans op complicaties bij bevalling

=> Switch naar LMHW heparine
(Clexane, Innohep)

60
Q

INR

A

De INR-waarde geeft aan hoe snel het bloed stolt.
- Hoe hoger de INR, hoe langer het duurt voor uw bloed stolt.

Van nature is een INR waarde rond 1.
- Een INR-waarde van 3 betekent dat het bloed 3 keer zo langzaam stolt. -> In plaats van na 15 seconden stolt het bloed pas na 45 seconden.

61
Q

ACUUT MYOCARDINFARCT (ACS): behandeling

A

o STEMI : zo snel mogelijk PCI (binnen 2u)
o non-STEMI
- hoog risico pt: semi urgentie PCI (< 72u)
- laag risico pt: bijkomende investigaties

ACUUT:
- anti-aggregatie: Asaflow 160 mg PO en Brilique 180 mg PO
- anti-coagulatie: Heparine 5000 IE/ml IV zo urgente PCI, anders Arixtra 2,5mg IV geven
- pijnbestrijding/comfort + vasodilatatie: Cedocard 5mg SL (nitraten) => BIJ PIJN, CAVE HYPOTENSIE (dus nt bij RV of inferopost infarc)
- evt BB (indien tachycard en hypertens)

CHRONISCH:
- mobilisatie (kine)
- statine + ezetimibe levenslang
- aspirine levenslang
- clopidogrel 1j (trombocytenaggregatieremmer)
- beta-blok en ACE-I (zeker indien HF of LV schade)

62
Q

INSTABIELE ANGOR (ACS: behandeling

A

=> cfr non-stemi; beh ~ risicoprofiel
- hoog risico: semi-urgentie PCI (< 72u)
- laag risico: inspanningsproef, echocardio, angiografie (< 72u)

63
Q

instabiele angor: troponine stijging?

A

= myocardischemie in rust of bij minimale inspanning zonder acute hartspierschade, en dus zonder daarbij passende stijging van cardiale schademarkers

64
Q

STEMI diagnose buiten ziekenhuis met cathlab (PCI): flowchart

A

stap 1 = kijk of PCI binnen 2u mogelijk?
- JA: onmiddelijk transfer naar ZH met cathlab voor PCI
- NEE: eerst fibrinolyse en dan onmiddelijk transfer naar ZH met cathlab -> PCI indien fibrinolyse niet succesvol

65
Q

Welke van onderstaande bloeddrukken past het best bij een aortastenose?

syst 50 diast onmeetbaar
syst 90 diast 80
syst 110 diast 75
syst 170 diast 100
syst 160 diast 50

A

syst 110 diast 75
- Meestal normale bloeddruk bij aortaklepstenose (in tegenstelling tot aortaklep-insufficiëntie)

65
Q

Man met kliniek van hartfalen. Nu onderbuikspijn en 24u anurie (VG van prostaatklachten). Wat doe je als eerste?

A

Blaassondage
(= bej van een globe vésicale, vermoedelijk obstructie ikv BPH)

66
Q

popliteaal aneurysma R/

A

Laag risico op ruptuur, maar gezien risico op embolisatie en trombose (met risico acute ischemie lidmaat): behandelen.
=> Open behandeling heeft de voorkeur: popliteo-popliteaal interponaat (bloedvat vervangen door een kunststof buisje)

(opm: andere antwoordopties in vraag waren bypass, stent, endovasculaire coling, aspirine, controle na 1j)