CBL statistiek Flashcards
Cohort studies
meestal prospectief maar kunnen ook retrospectief zijn.
Bij cohort studies is er steeds een ‘forward directionaliteit’ wat betekent dat men vertrekt van de exposure en kijkt of er hier een bepaalde outcome aan gelinkt is.
Case-controle studies
zijn steeds retrospectief.
Bovendien hebben case-controle studies een ‘backward directionaliteit’ wat inhoud dat men vertrekt van een bepaalde outcome en op zoek gaat of er hier een bepaalde exposure aan gelinkt kan worden.
forest plot
- zwart vierkantje : relatieve risico van de studie => grootte van vierkantje ~ gewicht/grootte studie
- horizontale lijn is betrouwbaarheidsinterval vh relat risico (vaak groter bij kleinere studies) => als deze lijn waarde 1 (ratio, line of no effect) doorkruist DAN IS HET RESULTAAT NIET SIGNIFICANT
- diamant = gewogen gemiddeld verschil van de vss studies
p-waarde
De p-waarde is een maat voor de waarschijnlijkheid dat het gevonden resultaat van een epidemiologisch onderzoek berust op toeval.
p < 0,05: kans dat toeval is is 1/20
“Te kleine studie om statistisch significant te kunnen zijn”
= foute uitspraak
- Dat het gaat om een kleine studiepopulatie sluit niet uit dat er een statistisch significant resultaat gevonden zou kunnen worden. Bij kleine effecten zal het uiteraard nodig zijn om een grote studiepopulatie te hebben om het effect met statistische significantie aan te tonen.
Er is een nieuwe smartphone op de markt. In de periode van 2010 -2015 ontwikkelen binnen groep van 1800 nieuwe smartphone gebruikers 5 mensen een hersentumor, binnen een groep van 2000 ander type smartphone gebruiker 1 iemand met nieuwe hersentumor. welk type studie is dit ?
cohort studie
- case controle studies zijn altijd retrospectief. Bij een case controle studie rond dit onderwerp zou men mensen met en zonder hersentumor includeren en gaan kijken welke smartphone ze gebruikt hebben in het verleden = backward directionaliteit < - > forward directionaliteit bij cohort studie
RR en 95% CI gegeven
-> indien CI waarde 1 bevat dan NIET SIGNIFICANT
nauwer betrouwbaarheidsinterval kan verklaard worden door een grotere studiepopulatie
//
type 1 fout =
Een type 1 fout betekent dat de nulhypothese verworpen wordt terwijl deze wel waar is.
type 2 fout =
Een type 2 fout betekent dat de nulhypothese niet verworpen wordt terwijl deze niet waar is.
type 3 fout
geen officiële definitie
Publicatiebias =
de vertekening die ontstaat als bij wetenschappelijk onderzoek de positieve resultaten wel, maar negatieve of onduidelijke resultaten niet gepubliceerd worden.
selectiebias =
een fenomeen waarbij de steekproef van een onderzoek niet willekeurig wordt geselecteerd en daardoor niet representatief is voor de populatie die wordt bestudeerd. Het is een systematische fout die optreedt wanneer bepaalde groepen of kenmerken een hogere kans hebben om in de steekproef te worden opgenomen dan andere.
voorbeeld van nulhypothese
“er is geen verschil in incidentie van vermoeidheid tussen de testgroep en de controlegroep.”
sensitiviteit
TP / ( TP + FN)
=> kans dat de test “positief” is bij mensen die de ziekte hebben
(terecht positieve uitslagen onder de zieken)
specificiteit
TN / (FP + TN)
=> kans dat de test “negatief” is bij mensen die de ziekte niet hebben
(terecht neg uitslagen onder de niet-zieken)