CBL neuro Flashcards

1
Q

pt neemt tacrolimus

hevige hoofdpijn in enkele episodes -> schreeuwend / niet aanspreekbaar (“ontploffingen in het hoofd”)

dag voordien moeilijker lezen

KO nu normaal, verminderde visus + suffer

D/?

A

Reversibele cerebrale vasoconstrictie syndroom
=> Mensen met het reversibel cerebraal vasoconstrictie syndroom krijgen heel plotsteling last van hoofdpijnaanvallen

  • Tacrolimus is een immunosuppressivum oa gebruikt bij transplantatie en heeft als AE o.a. hypertensie, hoofdpijn, nausea & braken, toegenomen infectierisico en in 1 tot 10% bloedings- en/of thrombo-embolische complicaties.
  • Tacrolimus kan zeldzaam ook reversibele cerebrale vasoconstrictie geven, doch dit is zeer zeldzaam en meer waarschijnlijk bij chemotherapeutica.

opm:
- Thunderclapheadache: Deze hoofdpijn komt als donderslag en wordt daarom in het Engels thunderclapheadache genoemd. Een van de mogelijke oorzaken van thunderclapheadache is dus het reversibel cerebraal vasoconstrictie syndroom, maar ook een subarachnoidale bloeding, sinustrombose of een hersenbloeding kunnen zorgen voor thunderclaphaedache.

De hoofdpijn in de casus zou ook kunnen beschreven worden als ‘worst headache ever’, samen met de subacuut ontstane sufheid meest suggestief voor SAH.
- Hyperacute zeer hevige hoofdpijn, vaak nausea/braken + foto-/sonofobie. BWZ daling, nekstijfheid, craniale zenuwen III, IV en VI uitval, … SAH => verloopt niet in episodes!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vrouw rond 30, opstijgend krachtsverlies van onderbenen en areflexie. Geen aantasting craniale zenuwen.
D/

A

Guillain-Barré

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Guillain-Barré

A

= acuut inflammatoire demyeliniserende poly-radiculo-neuropathie, AIDP
- gekenmerkt door immuun-gemedieerde demyelinisatie van perifere zenuwen en zenuwwortels.
- prevalentie hetz in alle leeftijden

Onset:
- typisch 2w na een virale infectie
- -> GI infectie: Campylobacter
- -> LWI: CMV
- -> HIV infectie, …

Symptomen:
- progressieve opstijgende spierzwakte
- areflexie
- paresthesieën in handen & voeten
- motorische / autonome aantasting > sensorische uitval.
- Soms met ernstige autonome dysfunctie (-> monitoring k nodig z)
- (Bij 50% ook uitval van craniale zenuwen - Soms hartritmestoornissen, BD problemen)

Verloop
- eerst spierzwakte en areflexie in benen (soms met pijn en gevoelsST) -> stijgt op over romp en armen over enkele uren of dagen
- Symptomen zijn het ergste 1 à 3 weken na onset, nadien herstel over maanden.

Diagnose
- KO
- LP (gestegen proteïne zonder significant gestegen WBC)
- EMG (demyelinisatie).

Behandeling:
- plasmaferese of IV Ig’s (dewelke het herstel versnellen) in beginfase
- continue CV monitoring tijdens periode van verslechtering, bij AH problemen: kunstmatige beademing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ochtendlijk hoofdpijn en braken. Bilateraal papiloedeem

A

dit is intracraniele hypertensie, je doet onmiddellijk CT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

intracraniële overdruk TO

A

urgente CT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

intracraniële overdruk kenmerken

A

typisch:
- hoofdpijn
- matinaal braken zijn (vooral bij kinderen)
- papiloedeem

andere:
- ‘sunsetting’ van de ogen (opwaartse blikparese) < druk op nucl n. III en/of het opwaartse blikcentrum thv het dorsaal mesencefalon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vermoeden van alcoholabusus. Doet sinds gisteren raar volgens echtgenote (“anders dan ze van hem gewoon is”). klinisch suf, volgt nog wel bevelen op. geen koorts. De dag ervoor gevallen met de fiets. Wanneer je hem aanspreekt brabbelt hij wat. Meest waarschijnlijke diagnose?

A

Alcoholintoxicatie
(of acuut subduraal hematoom: cfr val met verwardheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tekenen van encefalitis.

A

focale uitval

BWZ↓

Epilepsie aanvallen

(+ sympt ~ meningitis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ontwenningsverschijnselen

A

delirium tremens
- slapeloosheid, prikkelbaar, tremor

andere:
- nausea/braken
- tachycardie
- koorts/zweten
- hoofdpijn, fotofobie
- angst

ernstigste:
- hallucinaties, delier, insulten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ontwenningsverschijnselen R/

A

Diazepam 10mg, elke 4-8u.

Herstart van adequate voeding + inname vit B1(thiamine) (preventie wernicke encefalopathie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chronisch subduraal hematoom:

A

typisch bij oudjes die banale trauma doen; een collectie oud geliquefieerd bloed in subdurale ruimte.

S/
- Typisch wat hoofdpijn, lichte hemiparese
- maar vooral verwardheid/neurolog achteruitgang!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ethylintoxicatie S/

A

desoriëntatie, seksuele en/of agressieve ontremming, maar ook hypothermie/hypoglycemie, AH depressie, evt ↓ BWZ en shock

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

occipitaal pijn, episoden duizeligheid, ook fotofobie, betahistine deed niets, perceptief gehoorverlies bilateraal voor hoge tonen
D/

A

vestibulaire migraine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

menière gehoorverlies

A

vooral unilat perceptief verlies van lage tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

presbyacusis

A

meest voorkomende oorz perceptief verlies & begint in hoge frequenties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Man middelbare leeftijd, hypercholesterolemie en aHT sinds jaren, zonder medicatie. Had een TIA doorgemaakt (beschreven). BMI 27, drinkt 2E alcohol/d, rookt 40 PY. BD systolisch 170. Wat heeft het meest effect om een CVA te vermijden?

  • BD verlagen
  • stoppen roken
  • afvallen
  • Stoppen met alcohol
  • Statine
A

BD verlagen (anti-hypertensiva)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

valproaat en zwswens

A

Je overlegt met neuroloog: of Valproaat gestopt kan of switch naar ander anti-E
- ZWS is een contra-indicatie voor valproaat (BCFI), gezien teratogeniciteit vnl in het 1e trimester. Valproaat is tevens het meest teratogene anti-E, dus afbouw en/of switch door een neuroloog is aangewezen.
- Opstart van foliumzuur bij ZWS wens ikv reductie neurale buis defecten is bij iedere vrouw aangewezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

hoofdpijn
dd spanningshoofdpijn
dd migraine
dd clusterhoofdpijn
dd trigeminusneuralgie

A

Aard
- spanningshoofdpijn: drukkend / knellend
- migraine: bonzend
- clusterhoofdpijn: stekend
- trigeminusneuralgie: elektrische pijnscheut

Lokalisatie
- spanningshoofdpijn: bilat, strakke band om het hoofd, holocranieel
- migraine: unilateraal (kan wel bilat, vnl bij kids)
- clusterhoofdpijn: unilateraal retro-orbitaal
- trigeminusneuralgie: unilateraal (V2-V3 gebied)

Tijd
- spanningshoofdpijn: min-d, ‘s avonds erger
- migraine: u-d
- clusterhoofdpijn: aanval duurt min-u (15-180min) -> clusters (gegroepeerde aanvallen) van hoofdpijn duren vaak ongv 8-10 weken (met aantal aanvallen per dag, vaak ook ‘s nachts) -> enkele keren per jaar
- trigeminusneuralgie: sec-min, plots optredend

Intensiteit
- spanningshoofdpijn: licht-matig
- migraine: matig - heftig
- clusterhoofdpijn: zeeer heftig
- trigeminusneuralgie: heftig

Beinvloedende factoren
- spanningshoofdpijn: neemt niet toe bij beweging
- migraine: triggers = stess, menses, …
- clusterhoofdpijn: bewegingsdrang
- trigeminusneuralgie: uitgelokt dr sensorische stimulatie (scheren, koude lucht, eten, praten)

Begeleidende S/
- spanningshoofdpijn: geen geassoc S/
- migraine: nausea/braken, fotofobie/sonofobie, kinesiofobie, aura (80% zonder aura) => transiënte neurol S/ (visueel: vreemde kleuren en vormen, lichtflitsen, scotoom; dd oogmigraine // evt hemibeeld: sonsorisch of motorisch // spraakST …)
- clusterhooofdpijn: ipsilat autonome S/ -> vb. rood tranend oog, verstopte neus/neusloop, flushing/zweten, horner (ptosis, miosis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hoofdpijn ikv trauma

A

DD craniocerebraal trauma (impact op hoofd)
- commotio: transiënt neurol functieverlies: BWZ daling, amnesie, duizeligh, …
- epiduraal hematoom (< schedeldakfractuur, meestal a meningea media): suf -> even helderder -> daling BWZ => levensbedreigend (inklemming)
- subduraal hematoom (< gescheurde brugvene): bewust -> snel achteruit, hoge kans sterfte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hoofdpijn en infectie

A

CAVE meningitis:
- bact: enkele dagen aspecifieke S/ -> in enkele uren typisch beeld: hevige hoofdpijn, evt braken, fotofobie/sonofobie, hoge koorts, malaise/verwardheid, nekstijf, evt petechiae, … -> evolutie nr BWZ daling en coma
- viraal: hoofdpijn, koorts, nekstijfheid (geen BWZ daling / geen epilepsie / geen focale neurol uitval <-> WEL bij virale encefalitis)

opm: Encefalitis kan tot maanden nadien aanslepende hoofdpijn veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

waar zeker aan denken bij hyperacuut zeer hevige hoofdpijn (bij pt met CV risicoprofiel)?

A

DD subarachnoidale bloeding < ruptuur aneurysme (rokers, aHT, BWziekte), arterioveneuze malform:

  • hyperacuut zeer hevige hoofdpijn = thunderclap headache (vaak occipitaal, kan ook holocranieel), nausea/braken, fotofobie, uitval, nekstijfheid -> snelle evolutie naar coma, epileptische insulten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

R/ spanningshoofdpijn

A

pijnstilling (paracetamol of NSAID)
- maar cave voor analgetica abusus geïnduceerde hoofdpijn . Dus max 1-2g paracetamol per week voor de hoofdpijn

evt amitryptilline als onderhoudsR/ zo chronisch en hinderlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

R/ migraine

A

aanvalsbeh:
- 1e lijn: paracetamol (evt + domperidone)
- 2e lijn: triptanen

preventie: triggers vermijden, voldoende slaap

onderhoudsmedicatie zo > 2 aanvallen per maand:
- BB
- valproaat
- topiramaat
- amitryptilline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

R/ clusterhoofdpijn (= horton-neuralgie)

A

aanvalstherapie:
- inhalatie 100% O2
- triptanen SC of via neusspray

onderhoudsbehandeling:
- CS (enkele weken)
- verapamil (FU met ECG ikv risico AV blok)
- lithium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

trigeminusneuralgie R/

A

Baclofen

Carbamazepine

Lamotrigine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Pseudotumor cerebri

A

Benigne intracraniële HT waarbij er geen RIP/oedeem/hydrocefalie wordt vastgesteld.
- Is zeer vaak idiopathisch
- vaak bij obese vrouwen.

S/
- hoofdpijn (erger wordend in lig positie)
- wazig zicht (papiloedeem)
- nausea
- VI uitval

TO:
- MR & CT normaal
- LP wel verhoogde druk.

R/
- Diamox, thiazide diuretica
- evt seriële evacuerende LP’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

SYNCOPE vss types

A

reflexsyncope:
- vasovagaal
- situationeel
- sinus caroticus,

cardiale syncope

orthostatische hypo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

GEGENERALISEERDE EPILEPSIE vss types

A

VERALGEMEEND (primair gegeneraliseerd)

Tonisch-clonisch (meest freq)
- plots bwz verlies, plotse val -> tonische contractie van alle spieren ged 10-20 sec (+schreeuw) -> veralgemeende ritmische clonieën/spierschokken ged 30-60 sec (+cyanose)
- -> recoveryfase met stridoreuze ademhaling, schuim op de mond, tongbeet en urineverlies -> traag herstel van bwz + postictale fase (verwardheid en hoofdpijn)
- (na 15 min gerecupereerd nl)

Abscence:
- kortdurend (< 10s) totaal BWZ-verlies, voor zich uit staren ged aantal seconden, geen tonusverlies
- -> onmiddellijk herstel zonder postictale fase
- tot 100’en keren/d

Atone aanval:
- plots verlies posturale tonus 1-2 sec (valt slap neer), kort verminderd bwz-verlies
- -> geen postictale sympt

Myocloon:
- 1 of meer plotse ritmische spierschokken, geen val, geen bwzdaling
- -> geen postictale fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

FOCALE EPILEPSIE: vss types

A

FOCAAL: beginnen in 1 hemisfeer
=> enkelvoudig partieel: geen bwz-daling
- Motorische fenomenen: (contralat) cloniëen, soms duim/tong/hand/gelaat + postict parese
- Sensorische: paresthesieën, hallucinaties (visueel, auditief, gustatorisch, rising epigastric sensation bij tempkwabE)
- Autonome: flushing, zweten, pilo-erectie (kippenvel)
- Emotionele/cognitieve/psychische: angst, déjà-vu, derealisatie, …

=> Complex partieel: wel bwz-daling
- Temporaalkwab: absence-achtig bwzverlies (plotse bwz-daling, plots stop activiteit, vooruit staren, geen val), postictale verwardheid / amnesie
- Frontaalkwab: kortdurende plotse bwz-daling, hyperkinetisch, geen postictale verwardheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Cauda equina syndroom
typische kliniek

A
  • Dropvoet en motorisch verlies OL (L2-S4)
  • Geen tekens van spasticiteit
  • Obstipatie, seksuele dysfunctgie
  • Sacraal: urine retentie, zadel hypo-/anesthesie, PPA: gedaalde tonus anale sfincter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

lumbale spinaal kanaal stenose

A

Vernauwing van de diameter van het wervelkanaal veroorzaakt druk op de zenuwwortels in het kanaal van de lendenwervelkolom.

=> Het voornaamste kenmerk van lumbale spinaal kanaal stenose is pijn in de benen:
- Verergert bij staan en stappen
- Verbetert bij zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

neuroborreliose -> stadium 2 Lyme -> typische kenmerken in dit stadium:

A
  • Lymfocytaire meningitis
  • Uitval van craniale zenuwen (vooral VII, kan bilat.)
  • pijnlijke radiculitis (DD: ischias)
  • polyradiculitis (DD: Guillain-Barré syndroom)
  • hartritmestoornissen, gewrichtsproblemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

LP bij neuroborreliose

A

lymfocytaire meningitis -> lymfocytose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

neuroborreliose R/

A

ceftriaxone IV
(of peni G IV ged 2-4w)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

centrale vs perifere facialis parese

A

perifeer: hele gelaatshelft verlamd
- en denk ook aan takken n facialis: speeksel, tranen, stapedius

centrale: enkel onderste deel van 1 helft verlamd
- kan dus wel fronzen/ogen toeknijpen

36
Q

Gevoelsstoornissen links + motorische parese links + urine incontinentie
-> infarct welke arterie

A

A cerebri anterior (rechts)

37
Q

ACA infarct S/

A

parese contralat been

gevoelsdeficit contralat been

urinaire incontinentie

“trucje: AAAAAA ik VOEL URINE over mijn CONTRALAT BEEN lopen, maar kan niks doen want PARESE

38
Q

ACP infarct S/

A

kliniek is afhankelijk van waar de occlusive juist zit

39
Q

ACM infarct S/

A

= meest frequent!

  • Contralaterale hemiplegie (arm/gelaat)
    => Been = typisch ACA gebied; dus gespaard
  • Contralaterale hemihypoësthesie (arm/gelaat)
  • Contralaterale homonieme hemi-anopsie OF contralaterale bovenste/onderste kwadrantanopsie
  • Blikdeviatie en hoofddeviatie naar kant v infarct
    => DUS typische spoedcasus: pt met verlamde arm/gelaatshelft & hoofd kijkt andere kant
  • Dominante hemisfeer? -> afasie
  • Niet dominante hemisfeer? -> Anosognosie, apraxie, contralat hemineglect
40
Q

infarct: hemiplegie arm/gelaat vs been

A

been = typisch ACA

arm/gelaat = ACM

41
Q

pt met verlamde arm/gelaatshelft & hoofd kijkt andere kant

A

ACM infarct
(parese andere kant van kant infarct)
(hoofddeviatie nr kant infarct)

42
Q

A carotis occlusie S/

A

zowel ACA als ACM infarct (zeer slecht dus!)

Zie klachten ACA & ACM infarct

Vaak voorafgegaan door TIA (amaurosis fugax; plots 5-10’ blindheid 1 oog)
- Dan doe je altijd halsvaten nakijken voor stenosen op te sporen!

43
Q

Nekstijf, petechiën, koorts
Gram neg diplokok

welke kiem is oorzaak meningitis?

A

Neisseria meningitidis

= meningokok. Veroorzaakt typische niet-wegdrukbare purpura en petechiën.

44
Q

Opstijgend tintelend gevoel: eerst voeten dan tot bovenbenen. Paar dagen vooraf bloederige diarree. Peesreflexen afwezig.

A

Guillain barré
- Bloederige diarree etio: waarschijnlijk Campylobacter diarree

45
Q

clusterhoofdpijn: patientengroep

A

Meer bij mannen (4x meer bij mannen)

Tussen 20-50 jaar

46
Q

overmatig gebruik van analgetica ikv hoofdpijn

A

Gewone pijnstillers: >3 dagen per week

Triptanen: >10 dagen per maand

47
Q

Amitriptyline als pijnmedicatie (vb spanningshoofdpijn)

A

= atypische pijnmedicatie

  • Cave: opgepast bij oudere patienten omwille van anticholinerge NE zoals verwardheid en geheugenstoornissen, zeker nooit geven indien dementie! -> Geef hen Lyrica/Redomex
48
Q

pijn in been: DD neurogeen - ischemisch - veneus

A
  • Neurogeen: pijnloos, normale pulsaties, gevoelsvermindering, thv drukplaatsen (voetzool)
  • Ischemisch: pijnlijk, ↑ pijn in liggende houding/hoogstand, afwezige pulsaties, vaak thv tenen, koude voet,
  • Veneus: matig pijnlijk, pijn ↓ bij hoogstand & ↑ bij afhangen, normale pulsaties, vaak thv binnenenkel/mediale OL, normale sensibiliteit, warme zweterige voeten met opgezette venen
49
Q

Perifere neuropathie: carbamazepine soms gebruikt als therapie (voor pijn)

A

juist

50
Q

Perifere neuropathie: EMG kan nuttig z voor diagnose

A

juist

51
Q

Perifere neuropathie: EMG is nuttig voor opvolging

A

juist

52
Q

Perifere neuropathie: sympt worden eerder door lokalisatie dan etiologie verklaard

A

juist?

53
Q

Perifere neuropathie: doel = pijnvrij worden

A

fout

54
Q

EMG ikv perifere neuropathie

A

Met EMG kan je een onderscheid maken of de ziekte demyeliniserend is of schade thv axon zelf berokkent. Het is dus zeker belangrijk voor de diagnose, maar ook voor de opvolging volgens mij. Er bestaan heel veel oorzaken van polyneuropathie. Om de juiste oorzaak te vinden helpt het om de polyneuropathie goed te omschrijven: soort vezels (sensibel, autonoom, motorisch), anatomische distributie (bv sok en handschoen), tijdsverloop (acuut, subacuut, chronisch), axonaal versus demyeliniserend.

55
Q

bitemporale hemianopsie. Waar zit de tumor?

A

chiasma opticum

56
Q

Gezichtsveld defect bij N opticus of oogbeschadiging

A

unilateraal ipsilateraal gezichtsverlies

57
Q

Gezichtsveld defect Chiasma opticum:

A

bitemp hemianopsie.
(Heteroniem hemianopsie)

58
Q

Gezichtsveld defect bij letsel tractus opticus (= achter chiasma opticum)

A

homonieme hemianopsie
- zelfde helft v gezichtsveld in elk oog uitgevallen (contralat van letsel)

59
Q

Gezichtsveld defect bij letsel radiata optica / visuele cortex (= achter CGL)

A

kwadrant homonieme hemianopsie

(uitval: boven wnr letsel onderaan & links wnr letsel rechts)
(wnr in visuele schors: uitsparing centraal)

60
Q

stelling: Guillain barré is asymmetrisch

A

fout

61
Q

stelling: Alle guillain barré patiënten hebben altijd sensibele en motorische symptomen

A

fout

62
Q

stelling: Er is verband aangetoond tussen Shigella en Guillain barré.

A

fout

(opm: campylobacter kan GBS wel voorafgaan)

63
Q

stelling: GBS bestaat ook onder vorm van chronisch idiopathische progressieve demyelinisatie

A

juist
- CIDP staat voor chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie, dit is de chronisch versie van GBS

64
Q

guillin barre: welke zenuwen zijn aangetast?

A

evenveel proximaal als distaal!

Demyeliniserend

(een zeldzame variant is axonaal van aard)

65
Q

guillin barre tijdsverloop

A

ACUUT (over verloop van enkele dagen)

66
Q

guillain barre D/

A

EMG: meestal demyeliniserende afwijkingen

LP: eiwit gestegen, normale cytose

67
Q

LP meningits bact vs viraal

A

bact
- troebel/gelig
- stijging WBC (pleiocytose: polymorf)
- daling glucose
- stijging EW

viraal
- helder
- mononucleair (lymfocyten gestegen, initieel evt polymorf)
- glucose nl
- totaal EW nl - licht verhoogd

[tbc meningitis: lymfocytose, sterke daling glucose, sterke stijging EW]

[encefalitis: helder LP vocht, WBC nl of gestegen lymfocyten, glucose nl of gedaald, EW nl of gestegen]

68
Q

Jonge vrouw die tijdens etentje in elkaar zakte met convulsies. In het ziekenhuis was klinisch neurologisch onderzoek abnormaal. LP uitgevoerd met WBC (monocytair) en glucose op de ondergrens.

D/

A

HSV encefalitis

  • Bij virale meningitis is er nooit bewustzijnsdaling, neurologische uitval of epilepsie. Ook geen complicaties.
  • Bij bacteriële meningitis zou de LP een polynucleair beeld geven (troebel CSV vocht owv ↑↑↑ WBC, vooral neutrofielen.) Uitzonderlijk: lymfocytaire formulie indien Listeria of reeds behandeling met AB gehad). Daarbuiten ook ↑ eiwit & ↓ GLC
69
Q

behandeling van bacteriële meningitis

A

3de gen cefalosporine: cefotaxime IV

  • 3e gen. cefalosporine (ceftriaxon 2 x 2 g/dag IV gedurende 10-14 dagen = Rocephine)
  • Ook ampicilline indien risico op Listeria (zwangeren, neonaat, immuungecompromitteerden,…)
  • Evtl. aanpassing op basis van antibiogram
  • Dexamethason 10 mg IV om de 6 uur ged. 4 dagen, te starten voor of tegelijk met antibiotica
  • Als eerst CT nodig (vb risico op RIP=> geen LP): AB reeds starten voor CT, na afname hemoculturen (na CT dan pas LP doen, maar cave interpretatie)
  • Bij meningokokkenmeningitis: profylaxe met rifampicine voor personen na nauw contact met patiënt
70
Q

Dametje van 80 jaar valt over tapijt en kan niet meer recht: motoriek 0/5 in benen en kan ook armen niet bewegen, geen gevoel in armen en benen, bij testen wel nog pijnprikkels voelbaar in zadelgebied. Quid?

A

Onvolledige dwarslesie
(= central cord syndrome)

71
Q

Brown-Séquard syndrome

A

Het ontstaat wanneer het RM unilateraal gekwetst wordt (dit komt bijna nooit voor)
=> wnr wel? Traumatisch: bv als iemand een mes in je rug steekt en als dat mes dan toevallig maar de helft van het RM doorsnijdt. => GEEN bilateraal verlies van motoriek en gevoel

  • Pyramidale baan: die is al gekruist hoger op, dus ipsilaterale uitval aan kant van letsel
  • Achterstreng doorsnijden: ipsilateraal uitval van gnostische gevoeligheid (diepe gevoeligheid)
  • Spinothalamische baan doorsnijden: pijn en temp zin situeert zich contralateraal tov letsels, en die begint een paar dermatomen onder het niveau van het letsel omdat die banen bij de kruising enkele segmenten kruisen
  • Soms lager motor neuron uitval focaal: voorhoorn lokaal beschadigen à atrofie van een aantal spieren op het niveau van het letsel
72
Q

Posterior chord syndrome :

A

enkel uitval vibratie-/positiezin (diepe gevoeligheid)

(dus geen uitval van motoriek)

73
Q

Anterior chord syndrome:

A

uitval motorisch + pijn/T° gevoeligheid weg (vitale of oppervlakkige gevoeligheid)

  • geen uitval van de posterieure kolom (diepe gevoeligheid bewaard)
74
Q

central cord syndrome kenmerken

A

Bij het central cord syndrome heb je compressie op de anterolaterale pathways (van mediaal uit)

-> bijna volledig verlies van gevoel voor temp en pijn onder het letsel behalve een regio van SACRALE SPARING + motorisch uitval

75
Q

Man van 70, VG arteriële hypertensie en diabetes mellitus type 2 sinds jaren heeft nu last van diplopie. Als je een oog afdekt, is alles normaal. Er is een adductieparese van het linkeroog bij kijken naar rechts, maar normale accomodatie. Welke diagnose kan passen?

A

intranucleaire oftalmoplegie
= INO

76
Q

intranucleaire oftalmoplegie (INO) kenmerken

A

IPSILATERAAL adductieparese
(ipsilat van MLF laesie)

convergentie normaal

77
Q

intranucleaire oftalmoplegie (INO): waar letsel?

A

Letsel ligt op verloop van FLM (fasciculus longitudinalis medialis)
- vanuit PPRF (paramedian pontine rostral formation) naar contralaterale III kern

78
Q

Hoe onderscheid maken tussen INO of een III-probleem?

A

Patiënt vragen om te convergeren, iemand met een INO kan dit wel (dan is adductie wel mogelijk) → Dat komt omdat convergentie de fasciculus longitudinalis niet nodig heeft

< - > indien III probleem met rectus medialis parese dan zal dat niet lukken

79
Q

Man van 50 is de laatste tijd beetje moe. Hij kan bijna niet meer eten ‘s avonds, dus blijkbaar toch de moeite. Je ziet wat ptose en hij kan niet 10x door de hurken, maar stopt na 4x ongeveer.

A

Myasthenia gravis

80
Q

Myasthenia gravis

A

= auto-immune aandoening waarbij er antistoffen w aangemaakt tegen de Ach-receptoren op de neuromusculaire eindplaat.

Kenmerkend aan myasthenia gravis is vermoeibaarheid.

Klinisch kenmerken:
- aantasting extrinsieke oogspieren → vermoeibare wisselende diplopie en ptosis, typisch erger naar het einde van de dag toe
- aantasting bulbaire spieren → dysartrie, dysfagie, moeilijk kauwen, verticale lach
- aantasting nekspieren → dropped head
- proximale spiergroepen van armen en benen
- laatste stadium: ademhalingsdepressie

Fluctuerend verloop is typisch

CAVE: Myasthene crisis = URGENTIE → intubatie

Klinisch neurologisch onderzoek:
- provocatieproeven (gladde oogbewegingen lang genoeg testen en vragen naar diplopie)

Behandeling:
- Mestinon = pyridostigmine als cholinesterase-inhibitor

ONTHOUD: meest typische kenmerk spierziekte: proximale, symmetrische spierzwakte/parese! (heupen, schouders)

81
Q

Ziekte van Steinert

A

= Myotone dystrofie type 1 (erfelijke )

De meest frequente vorm van spierziekte met myotonie. Myotonie is een abnormale spiercontractie uitgelokt door bekloppen (percussiemyotonie) of na aanspannen van de spier (relaxatiemyotonie) en ontstaat door een verstoorde prikkelbaarheid van de spiervezelmembraan.

  • Percussie- en relaxatiemyotonie, vaak het meest uitgesproken in de handen
  • Spierzwakte in handen en voeten
  • Spierzwakte in het gelaat
  • Ptose
  • staar, gynaecomastie, frontaal kalend
82
Q

Becker myopathie

A

Becker spierdystrofie is een erfelijke ziekte die alleen voorkomt bij mannen. Dat komt doordat het de fout in het erfelijk materiaal op het X-chromosoom ligt. Dit veroorzaakt een tekort aan het eiwit dystrofine in de spiercelwand. Hierdoor worden de spiervezels aangetast en worden de spieren langzaam zwakker.

83
Q

Amyotrofische laterale sclerose (ALS)

A

Motorneuronziekte

Neurodegeneratieve ziekte, waarbij vooral het motorisch systeem getroffen wordt. Door verlies van motorneuronen treden er progressieve verlammingsverschijnselen op.

84
Q

Duchenne spierdystroefie

A

Duchenne spierdystrofie is een ernstige erfelijke spierziekte die de spieren aantast en verzwakt. De eerste verschijnselen zijn vaak al voor het tweede levensjaar zichtbaar. Op den duur kunnen de aangetaste spieren niet meer gebruikt worden.
Duchenne spierdystrofie treft nagenoeg altijd jongens.

dikke kuiten

85
Q

Gangmoeilijkheden bij 68-jarige man. Zwaar gevoel in de benen, stapt moeilijk, is al enkele keren gevallen en loopt nu met een stok. KOZ: bilateraal babinski en Hofman-trommer. MRI hersenen normaal

D/

A

cervicale stenose
- Het verhaal klinkt als een pyramidaal syndroom (letsel hogere MN) => S/ krachtsvermindering, hyperreflexie (bilateraal Hoffmann-Tromner → vingers), pathologisch bij pyramidale aantasting zijn de bilaterale Babisnki. Vaak ook hypertonie (spasticiteit) De stenose moet bijgevolg centraal in het RM liggen met compressie op de tractus corticospinalis.

86
Q

NPH

A

NPH = normale druk hydrocefalie.
(Normale MRI in casus spreekt deze diagnose tegen)

Triade voor kliniek:
1. Urinaire incontinentie
2. Gangapraxie
3. Mentale achteruitgang/dementie