CBL nefro uro Flashcards

1
Q

urinaire infecties -> mogelijkheden

A
  • cystitis, recidiverende cystitis
    (prostatitis = gecompliceerd)
  • pyelonefritis
    (hoge koorts, NSP)
  • urosepsis
    (bacteriëmie; kliniek ~ cystitis / pyelonefritis + rillingen / algemeen onwel / bleek / BD gedaald / tachypneu / tachycardie)
  • pyonefrose
    (pyelonefritis + sepsis OF niet beter na therapie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cystitis symptomen

A

pollakisurie
nycturie
urgency en urgency-incontinentie
oligurie
valse mictiedrang
dysurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cystitis KO

A

drukpijn suprapubisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

cystitis: wat is er NIET aanwezig (kliniek)

A

GEEN koorts
GEEN macroscopische hematurie
GEEN nierslagpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

cystitis TO

A

dipstick (WBC esterasen, nitrieten, +/- hematurie < hemorragische cystitis)
of microscopisch onderzoek urine (urinesediment)

urinecultuur zo nodig

evt labo (vb PSA bij prostatitis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

cystitis R/

A

Ongecompliceerd:
- nitrofurantoïne (furadantine) 100mg 3x/d (3-7d) of fosfomycine (monuril) 6g 1malig => korte kuur AB (empirisch) is eerder voor comfort vd pt (sympt maar 2d korter)
- veel drinken
- preventie: goede genitale hygiëne, cranberry, plassen na coïtus

Gecompliceerd
(man = altijd gecompliceerd, residu na mictie, lithiasis, urin katheter, neurogeen blaaslijden, koorts):
- cirprofloxacine (of levofloxacine of temocilline)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

prostatitis R/

A

lange behandelingsduur (21d) behandelen met AB
- vb ciprofloxacine 500mg 2x/d
(AB ~ cultuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

recidiverende cystitis =

A

> 2 infecties in 6 maanden

OF

> 3 infecties in 12 maanden

(re-infectie of persisterende infectie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

recidiverende cystitis R/

A

post-coïtale AB profylaxe
geen spermiciden

lokale oestrogenen indien menopauze

laag gedoseerde profylaxe

//

preventie recidiverende cystitis:
- plassen na coïtus
- constipatie vermijden
- zepen met neutrale pH
- indien VUR –> anti-reflux operatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pyelonefritis symptomen

A

pyelonefritis = onsteking van nier en pelvis dr een opstijgende UWI

~cystitis

HOGE koorts
flankpijn
algemeen onwel, anorexie, vaak nausea en braken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

pyelonefritis KO

A

drukpijn suprapubisch

WEL nierslagpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

pyelonefritis TO

A

DIAGNOSE IS KLINISCH
°°°

ALTIJD urinecultuur en hemocultuur

urinesediment: stick + microscopie (RBC en diff, WBC, kristallen, …)

labo: cofo, CRP, Hb, nierfunctie, ionogram, leverfunctie

echo of CT met contrast -> enkel op indicatie (vermoeden urosepsis, geen verbetering na 48-72u therapie, RF: DM, lithiasis, VUR, neurogeen blaaslijden, urinaire sonde, vrouw > man)
- opm: beeldvorming bij nefrolithiasis (zeker bij koorts) = CT à blanc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

pyelonefritis R/

A

EERST cultuur (hemo+urine)

quinolones 10-14 dagen: opname of ambulant
vb. ciprofloxacine (andere: levofloxacine, temocilline, amikacine = 1malig IV)

herevaluatie na 2-3 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

urosepsis kliniek

A

~cystitis
~pyelonefritis

rillingen
algemeen onwel
bleek

BD gedaald
tachypneu
tachycardie

KO: drukpijn suprapubisch, NSP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

urosepsis TO

A

urine + hemocultuur
urinesediment

labo: cofo, nierfunctie, stolling

evt CT met contrast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

urosepsis R/

A

culturen nemen!!

urine output opvolgen

AB (cefotaxime, temocilline, amikacine)

draineren zo nodig
* indien obstructie: AB niet voldoende -> MOET gedraineerd w

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

pyonefrose kliniek

A

pyelonefritis + sepsis OF niet beter na therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

pyonefrose TO

A

ALTIJD CT met contrast

(naast urine + HC, labo)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

pyonefrose R/

A

AB

drainage nier
=> via nefrostomie, of ureter stent (DJ-stent)

andere: urine ooutput vochten, IV vocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

pijnloze macroscopische hematurie (bevestigd op dipstick) -> TO

A

CT uro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

oorzaken PIJNLIJKE hematurie

A
  • aanhoudende unilaterale flankpijn: hydronefrose, pyelonefritis
  • Unilaterale flankpijn met bewegingsdrang en irradiatie naar lies: urolithiasis, obstruerende bloedklonter in ureter
  • Permictioneel: cystitis, postatitis
    ! cave: bij mannen bestaat een ongecompliceerde cystitis praktisch nooit, denk hierbij steeds aan prostatitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

oorzaken PIJNLOZE hematurie

A

Urologische tumor tot bewijs van het tegendeel!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hematurie aanpak

A

Hematurie is ALTIJD een alarmsymptoom, zowel micro- als macrohematurie!
- Je moet ALTIJD zoeken naar een oorzaak & niet alleen de hematurie behandelen.

Eerst dipstick om hematurie op te sporen, nadien nagaan of deze RBC afkomstig zijn van glomerulair of extraglomerulair. (vooral relevant bij pijnlijke hematurie)
- dysmorf = steeds nefrologisch (RBC gaan kapot owv osmotische krachten in nier)
- klonters in urine = urologisch

Bij vermoeden blaaskanker steeds kijken met cystoscopie.
Om urologische tumoren op te sporen ook CT aangewezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

BPH klachten, wil medicatie dan geen invloed h op erecties/ejaculaties

A

PDE5 inhibitor
(Sildenafil, Tadalafil)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Tamsulosine (alfa blok) AE

A

orthostatische hypotensie

retrograde ejaculaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

1e keuze BPH R/

A

tamsulosine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

anticholinergica (vb oxybutinine) AE

A

urineretentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

5 alfa reductase inhibitor AE

A

libidoverlies

erectiele dysfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

PDE5 inhibitor effect

A

R/ van erectiele dysfunctie

& beperkt gunstig effect op LUTS klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

TOZ prostaatklachten

A

BPH (prostatisme):
- labo: PSA evolutie bepalen
(dd: complet, CRP, nierfunctie, …)
- uroflow (slechte straal, persmictie: afgevlakte curve)
- bladderscan (echo na mictie: residubepaling)
- (eerst PPA) echo prostaat (transrectaal)

igv Ca:
- CT abdomen + klein bekken = staging
- botscan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

R/ BPH

A

indien niet echt veel klachten:** niet behandelen**

volgende stap = medicatie
- tamsulosine (igv vnml spier)
= alfa 1 blokker
- dutasteride (igv vnml klier)
= 5-alfa-reductase remmer

TUR prostaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

PN: onder FQ en 1x amikacine,

na 3d nog koorts, NSP, PM richting septische shock -> beleid

A

CT abdomen
- Pyelonefritis is een klinische diagnose,
- beeldvorming is aangewezen als vermoeden urosepsis of risicofactoren (vesico-ureterale reflux, anatomische afwijkingen, diabetes, lithiasis, neurogeen blaaslijden, urinaire sonde) of geen beterschap na 48-72u onder therapie -> zo D/ stellen van evt pyonefrose (etternier, vb bij een obstructie door lithiasis), die drainage nodig heeft.

33
Q

Nefrotisch syndroom

A

Groot urinair proteïneverlies: proteïnurie
E/ Bijna altijd glomerulair
o Primaire glomerulonefritis
o Secundair aan systeemziekte
//

Triade
- Proteïnurie ≥ 3,5 gr/24 uur
- Hypo-albuminemie < 30 g/L
- Oedemen

//
R/
dieet: zoutloos (oedemen), eiwitarm (nierfunctie)

diuretica (oedemen): lisdiuretica
-> wnr niet voldoende: thiazide

ACE-I (proteïnurie)
ARB/sartanen (proteïnurie)

statines (hyperlipidemie)

anti-coagulatie (stollingsstoornis)
-> indien: RF (bedlegerig, varices), albumine < 15 g/dl)

34
Q

nefrotisch syndroom frequente verwikkelingen

A

hyperlipidemie
(gestimuleerde leversynthese door hypo-albuminemie)

stollingsstoornissen
(urinair verlies proteine S en antithrombine III)
(toename procoagulants door toename leversynthesep -> trombo-embolie)

hypo-IgG
(urinair verlies)

35
Q

nefrot syndr ikv IgA nefritisch?

A

IgA nefritis: meest frequent bij pt 20-35j;

presenteert zz als nefrotisch syndroom.

36
Q

nefrot syndr ikv membraneuze nefropathie?

A

Bij volwassenen is membraneuze nefropathie de meest frequente oorzaak van nefrotisch syndroom.
- Het komt vooral voor bij pt ouder dan 40j.

Meestal idiopatisch, maar in 10% owv NSAID

37
Q

nefrot syndr ikv amyloidose?

A

abnormale opstapeling van eiwitten (amyloïd) in verschillende lichaamsdelen en organen
* nefrotisch syndroom,
* polyneuropathie,
* darmklacht, G verlies, Chronische diarree
* Infiltratieve cardiomyopathie (HF)

38
Q

nefrot syndr ikv lupus nefritis?

A

Lupus komt meer voor bij vrouwen van 20-40 j.

39
Q

Patiënt 62j ofzo met nefrotisch syndroom. Roker, 50 Pakjaren. tintelingen in de voeten 2 weken voordien waarvoor NSAID genomen. Had ook reflux. Gedaald IgG. Meest waarschijnlijke diagnose

A

Amyloidose

40
Q

Beeldvorming bij vermoeden nefrolithiasis

A

CT à blanc (niersteen? urinaire obstructie?)
- opm: echo van nier en blaas = voorkeur bij zws

41
Q

nefrolithiasis R/

A

Acuut:
- pijnstilling (NSAID -> evt opioden, lokale warmte) !!
- vochtbeperking (afname nierstuwing -> afname pijn)

Planning therapie:
CT: steengrootte + locatie (prox vs UVJ) -> voorspellen kans spontane passage ~ beleid
- < 5mm: spontane evacuatie afwachten -> zeefje (°)
(na 10d beeldvorming)
- > 5mm en ≤ 10mm: a-blokker (tamsulosine: relaxatie ureter -> expulsie)
- grote steen (vb > 7mm in PUJ): steenverbrijzelaar
- heelkunde (vb. endoscopisch ahv ureteroscopie, percutane nefrolithotomie)

Verder:
- Drainage (DJ stent of nefrostomie) op indicatie (postrenale NI, therapieresist pijn)
- Analyse steen (°) [Vss soorten stenen: vss oorzaak, vss behandeling]

Secundaire preventie:
- Veel drinken
- Minder dierlijke eiwitten en zout, GEEN Ca beperking

CAVE koorts: denk aan urosepsis -> culturen + volgen urine-output + AB (niet voldoende indien obstructie -> MOET gedraineerd w) // pyonefrose (AB + drainage)
-> Quinolones (gram neg)

42
Q

Lithotripsie =

A

verbrijzelen blaassteen

43
Q

Jongen presenteert met nefrolithiasis. Lithotripsie. Blijkt 100% cystinestenen. Welk van volgende is hier geen correcte behandeling voor?

  • Acidificatie van urine
  • Meer dan 4l water per dag drinken
  • Zoutbeperking
  • Cysteamine
A

Acidificatie van urine

44
Q

Cystine steen (nefrolithiasis) R/

A
  • Cystine steen ontstaat door genetisch defect in renale absorptie van dibasische aminozuren.
  • Oplosbaarheid van cystine is pH-afhankelijk, beter bij alkalische pH.
    → alkaliniseren via K citraat. & Alkaliseren v urine door reductie alcohol/proteinen/limonade en zout.
  • Daarnaast belangrijk om voldoende te drinken (>4L/dag), zodat er genoeg volume is om het cysteïne in op te lossen en concentratie laag te houden in urine..
  • Zoutbeperking omdat zout zorgt voor meer cystine secretie.
  • Cysteamine is medicamenteuze R/ indien voorgaande niet helpt, gaat via Thiolgroep cystine oplossen.
45
Q

nefrolithiasis TO

A

Urine: ± pyurie, ± RBC
(pyurie: indien ontsteking urinewegen, bij 8% nierkoliek)
(RBC: 1/3 micr. hematurie)

Labo:
- Creatinine en eGFR (postrenale NI mogelijk)
- Inflammatie negatief (leukocytose en CRP)

Beeldvorming bij vermoeden nefrolithiasis (! ook zeker beeldvorming bij nierkoliek met koorts !):
CT à blanc (niersteen? urinaire obstructie?)
- opm: echo van nier en blaas = voorkeur bij zws

46
Q

HUS kliniek

A

typisch na enkele dagen gastro-intestinale infectie, (bloederige) diarree, door (Shiga toxine producerende) E. Coli -> beschadigt endotheel

met triade
- hemolytische anemie,
- acuut nierfalen met uremie en
- trombocytopenie

47
Q

blaassteen kliniek

A

typisch terminale hematurie, ontstaat door stase (vaak bij BPH)

(dus zz in jonger kind + in kind meestal eerder renale steen maar ook vrij zz + cystitis meer wss)

Jong kind presentatie met
- abdominale pijn
- hematurie in 50%, andere 50% urinaire infectie.
- geen flankpijn en geen koorts.

48
Q

Glomerulonefritis kliniek

A

Acute glomerulonefritis
o Hematurie (glomerulair: RBC cilinders, dysmorfe RBC)
o Proteïnurie
o Oligurie
o Oedemen
o Arteriële hypertensie

± nierfunctie daling (verminderde GFR).

MET NEFROTISCH SYNDROOM
- vb membraneuze GN

MET NEFRITIS
- Meestal post-streptococcen.
- HUS
- IgA nefritis (henoch-shonlein, vaak na een BLWI)
- …

49
Q

VUJ steen klniek:

A

typisch hematurie, pijn, pijn bij plassen door stuwing, bewegingsdrang, pyurie (toch enkel als er secundair UWI ontstaat?)

50
Q

Kindje met sinds kort, plots pijn het plassen en hematurie. Grootmoeder heeft voorgeschiedenis van nierstenen. Geen koorts. Op sediment hematurie ++, pyurie +++, proteïnurie +. Wat is oorzaak?

A

cystitis

51
Q

DD maken tss anabole steroïden of Klinefelter

A

obv van FSH
- anabole steroiden: laag FSH en laag T
- Klinefelter: hoog FSH en laag T

52
Q

Inname anabole steroïden: invloed op HP as?

A

zorgen voor een exogene toediening van steroïden met hierdoor een onderdrukking HP-as
- waardoor laag FSH en laag T.
= secundaire hypogonadisme

53
Q

Klinefelter: invloed op HP as?

A

mannen met extra X-chromosoom.

Geeft primair testiculair falen
- constante GRH stimulatie door falen van negatieve feedback in hypothalamo-hypofysaire as.

Geeft hoog FSH en LH met laag Testosteron

= Hypergonadotroop hypogonadisme

54
Q

Man TURP 25 jaar geleden wegens prostaatvergroting. Nu obstructieve mictieklachten met hesitancy en nadruppelen sinds 2 jaar. Urinesediment toont microscopische hematurie
D/

A

BPH
- hematurie meestel wel niet bij BPH, maar kan wel door vascular enlargement

55
Q

LUTS (lower urinary tract symptoms):

A

Obstructieve symptomen:
* Post-mictie druppelen
* Hesitancy
* Zwakke straal
* Onderbroken straal

Irritatieve symptomen:
* Nycturie
* Frequency
* Urgency

56
Q

Complicaties BPH:

A

Urineretentie en overflow incontinentie

UWI

Blaasstenen

Hematurie (na te vragen in kader van BPH, nier/blaasstenen, blaas/prostaatca. Maar geen typische LUTS klacht)

57
Q

BPH na TURP: is dit mogelijk?

A

ja
12% van de mannen heeft < 8j na TURP opnieuw deze ingreep nodig wegens LUTS

58
Q

Hypercalciurie is oorzaak van dysmorfe hematurie = foute uitspraak

A

/

59
Q

AB pyelonefritis (rilkoorts, geen shock)

A

VOLGENS AB GIDS UZ LEUVEN

Cefotaxim

of levofloxacine + 1malig Amikacine

60
Q

AB pyelonefritis en tekens van shock

A

Cefotaxim + amikacine (AG)

61
Q

nefrotisch syndroom
brandende voeten
RBPA
malleoalaire oedemen en vermoeidh

E/

A

Amyloïdose
- opm: brandende voeten: perifere neuropathie
- geeft ook rectale bloedingen

62
Q

niet ingedaalde testis beleid

A

operatief herstel is op 6 m als er bilaterale cryptorchidie is,

en pas op 12 maanden als het unilateraal is

63
Q

gemengde stress- en urge-incontinentie met negatief urinesediment: volgend TO?

A

urodynamisch onderzoek
- Objectiveren van incontinentie en achterliggend mechanisme in kaart brengen. Minder invasief dan cystoscopie en kan al veel leren.

64
Q

TO: urineverlies / urine incontinentie

A

urinesediment (stick, microscopie), urinecultuur => dd UWI, blaastumor

mictidagboek (uur, volume, subj)

evt padtest (24u incontinentiepads bijhouden en wegen -> inschatting hoeveelheid verlies)

urodynamisch onderzoek (blaasdruk, abdominale druk, detrusordruk)

evt beeldvorming (vb echo, cystoscopie, …) om onderliggend probleem in kaart te brengen

65
Q

urge-incontinentie R/

A

= overactieve blaas
- blaastraining (proberen tegen drang in te gaan en de tijd tussen naar het wc gaan gradueel op te bouwen)
- correct drinkgedrag
- incontinentieverband
- medicatie:
=> antichol = 1e keuze: oxybutynine, alternat = solifenacine (vesicare) -> cave open hoek glaucoom
=> B3-adrenergica: mirabegron (betmiga) -> nt bij neurogeen blaaslijden
=> alfa blokkers: tamsulosine

therapieresistent: botulinetoxine injectie, sacrale zenuwstimulatie

66
Q

stress incontinentie R/

A

= vooral urinair verlies bij valsalva
- kine: oefenen bekkenbodemspieren
- evt pessarium
- evt oestrogenen ikv menopauze (CAVE risico-baten)
- evt HK: sling (vb TVT), prolaps herstel
- (evt duloxetine)

67
Q

Vrouw met pijnloze rosé urine sinds 3 weken. KO negatief. Welk onderzoek

A

Urinesediment (objectiveren of er hematurie is, dd vaginale / urologische / rectale oorsprong)

68
Q

bacteriurie bij asympt pt R/

A

niets, GEEN AB

=> Vrouwen met asymptomatische bacteriurie niet behandelen!!!
=> Uitzondering hierop: ZW, recente nierTx, als pt een urologische interventie zal ondergaan

69
Q

pijnloze zwelling scrotaal: waar ook aan denken?

A

testistumor!
- maar kan bv ook hydrocoele zijn

70
Q

Hydrocoele KO

A

transilluminatie +,
pijnloze grote zwelling (scrotaal)

(in casus 6cm )

71
Q

oorzaak hydrocoele

A

persistentie vd processus vaginalis

72
Q

dextrocardie en regelmatig sinusitis: D/

A

Kartegener S/

73
Q

Kartegener syndr: sperma?

A

onbeweeglijke sperma
( = / = ontbreken van zaadcellen)

74
Q

Primaire ciliaire dyskinesie (Kartegener syndroom)
kliniek

A

probleem mucociliaire klaring
- LW=> regelmatige sinusitis/chronisch hoest/altijd verkouden met neusloop
- vaak situs inversus
- vaak ongewilde kinderloosheid -> verminderde/ geen mobiliteit sperma

75
Q

stressincont, urine ok: eerste TO?

A

UDO
(opm: om klachten te objectiveren best eerst mictiedagboek)

76
Q

casus met urge-incontinentie: R/

A

anticholinerg middel

(kiné was fout antwoord, blaastraining wel belangrijk)

77
Q

stress incont R/

A

eerste bekkenbodemtraining
(daarna HK een optie)

78
Q

minimal changes

A

meest frequente oorzaak NS bij kinderen < 10j (in 90% van de gevallen
zo).
- Proteïnurie

Typisch
- snelle gewichttoename over korte tijd als gevolg van oedemen.

R/ CS