pijn Flashcards

1
Q

etiologie

A

diagnose: 30-40%
tijdens behandeling: 30-70%
terminale stadium: 70-90%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pijnmodel Loeser

A
  1. nociceptie
  2. pijngewaarwording
  3. pijnbeleving
  4. pijngedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

pijn in dimensies

A

somatisch: druk weefsels/zenuwen
psychologisch: emotioneel en cognitieve reactie
sociaal: vragen om hulp/vangnet
existentieel/spiritueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

nociceptieve pijn - 65%

A

weefselschade

somatisch: weefselbeschadiging
- scherp, zeurend, stekend, kloppend
- constant

visceraal: rek/druk organen
- moeilijk omschrijven, krampend
- komt in golven
- icm autonome verschijnselen
- gerefereerde pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

neuropathische pijn - 10%

A

zenuwschade
- brandend, tintelend, schietend, elektrisch
- allodynie - normaal niet pijnlijk, nu wel
- hyperalgesie - normaal licht pijnlijk, nu erg
- paresthesie - mieren onder huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kwaadaardige pijn

A

basis/achtergrondpijn: continu aanwezig
doorbraakpijn: plots, tijdelijk, hevige toename bij bestaande chronische pijn (kortdurende pijnstillers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

NRS/VAS schaal

A

pijnmeting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

WHO pijnladder

A

voor nociceptieve pijn
1. paracetamol en/of NSAID
2. stap 1 + zwak opioid (bij kk overgeslagen)
3. stap 1 + sterk opioid
4. parenterale opioiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

paracetamol

A

analgetisch en antipyretisch
oraal of iv
3-5 uur
max 4000mg per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

NSAID

A

analgetisch, antipyretisch, anti-inflammatoir
remming COX

bijwerkingen: bloedingsneigingen, nier/lever stoornissen, irriatie maagslijmvlies

naproxen minste bijwerkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

opioiden

A

bijwerkingen:
- obstipatie > altijd laxans geven
- sedatie/slaperig
- misselijk
- hallucinaties/delier
- duizelig
- droge mond
- jeuk
- ademdepressie (bij snelle toename; rustig opbouwen)

Morfine
Oxycodone
Fentanyl
Methadon

vaak combinatie kort + langwerkend (voor doorbraak en continue pijn)
geen max dosering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

neuropathische pijn

A

antidepressiva
anti-epileptica
NMDA antagonisten
a2/GABA antagonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

invasieve pijnbehandeling

A
  • pijn reageert niet op bovenstaande
  • te veel bijwerkingen
  • levensverwachting enkele weken

1.intrathecale katheter L2
- langdurig gebruik door port a cath

  1. plexus coeliacus blokkade (viscerale pijn bovenbuik/rug)
  2. plexus hypogastricus blokkade (viscerale pijn onderbuik)
  3. zadelblok - S1 (viscerale pijn bekken)
  4. chordotomie (temperatuur/pijnzi 1 zijde lichaam weg)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

chordotomie

A

indicatie: unilaterale pijn onder C5 en levensverwachting <6-12 mnd (na 6mnd neuropathische pijn)

contra indicaties:
- stollingsstoornissen
- ICP verhoging
- niet cooperatieve pt

complicaties:
- krachtsvermindering tijdelijk
- mictieproblemen tijdelijk
- ademdepressie zelden
- unmasking andere pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

botmetastasen

A
  • vaak pijn bestrijden dmv RT en pijnstilling
  • operatie voor pathologische fracturen
  • hypercalciemie; vocht, calcitonine of bifosfonaten
  • dwarslaesie; steroiden, RT en decompressie operatief
  • pancytopenie; transfusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

mechanismes gewichtsverlies

A
  1. symptomen; minder inname/resorptie of juist meer verlies/gebruik
  2. ontregeling metabolisme door productie cytokines en veranderen hormoonhuishouding