palliatieve zorg Flashcards

1
Q

spectrum palliatieve zorg

A

ziektegerelateerde palliatie > symptoomgerichte palliatie > palliatie in stervensfase > nazorg rouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

advanced care planning

A

wensen:
- behandeling
- reanimatie/beademing
- toediening voeding/vocht
- opname bij complicatie
- uitzetten ICD
- palliatieve sedatie
- euthanasie

logistiek
- wilsverklaring
- wettelijk vertegenwoordiger
- vastleggen gewenste plaats overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dimensies symptomen

A
  1. pathofysiologisch
  2. sensorisch
  3. affectief
  4. cognitief
  5. gedragsmatig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

prevalentie symptomen

A

vermoeidheid 74% en pijn 71% meest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

delier

A
  • stoornis bewustzijn, aandacht en cognitie
  • korte tijd ontwikkelen
  • fluctueert in ernst
  • direct fysiologisch verband somatische aandoening
  • 88% in laatste maand leven

psychose:
- langzamere aard
- vaker jongeren
- weinig fluctuaties
- geen somatische oorzaak

beide:
- wanen
- hallucinaties
- gedesorganiseerd denken
- uitlokbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

anorexie-cachexie-syndroom

A
  • anorexie/gebrek eetlust
  • onbedoeld gewichtsverlies
  • asthenie/algemene zwakte
  • sarcopenie/verlies spiermassa
  • cachexie; complex metabool syndroom als uiting onderliggende ziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

anorexie en gewichtsverlies

A

vroeg stadium 15-40%
kort voor overlijden 85%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

behandeling

A

medicatie tegen onderliggende symptomen
- progestiva op lange termijn
- corticosteroiden op korte termijn

dieet: energie- en eiwitrijk

comfortvoeding = welbevinden pt en verlichten klachten (handhaven voedingstoestand geen doel meer)

parenterale voeding alleen uitzonderlijk (chemo of ileus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

misselijkheid en braken

A

70% door prikkeling n vagus
- 40% vertraagde maagontlediging
- 30% viscerale oorzaak

30% overig:
- chemisch/metabool: chemoreceptor trigger zone reageert op metabole ontregeling; hypercalciemie, medicatie, nierinsuff
- cerebraal; metastasen, meningitis, psychogeen
- vestibulair; medicait, tumor labyrinth

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

behandeling

A

medicatie tegen dopamine, histamine en acetylcholine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

dyspneu

A

cognitieve ervaring
behandeling:
- opioiden (oraal, parenteraal)
- corticosteroiden
- anxiolytica
- sedativa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ascites

A

vooral einde laatste fase
- exsudaat: maligne oorzaak
- transsudaat: benigne - diuretica

behandeling:
- ontlastende punctie
- verblijfsdrain

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hypercalciemie

A

acuut:
- anorexie
- misselijk en braken
- obstipatie
- polyurie
- dorst
- algehele malaise
- vermoeidheid

langer:
- uitdroging
- gewichtsverlies
- ileus
- spierzwakte
- cerebrale stoornissen
- hartritmestoornissen

hyperhydratie, diuretica en bisfosfonaten bij symptomen
corticosteroiden bij lymfomen
calcitonine bij levensbedreiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kenmerken trauma

A
  • schokkend en ingrijpend
  • confrontatie of dreiging vd dood
  • lichamelijke integriteit in gevaar
  • intens gevoel machteloosheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly