Inleiding hoofd-hals oncologie Flashcards

1
Q

kanker doodsoorzaak nr 1

A

vergrijzing en bevolkingsgroei

hart/vaatziekten nemen af door gezondere leefstijl en preventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

roken + alcohol

A

14x grotere kans ontwikkelen hoofdhalstumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Synchrone vs metachrone primaire tumoren

A

2-7% kans per jaar op nieuwe tumor na genezing 1e tumor = doodsoorzaak nr 2 bij deze pt

synchroon: diagnose gelijktijdig of < 6 mnd na indextumor

metachroon: diagnose > 6 mnd na indextumor

p53 mutatie:
- zelfde = recidief of second field tumor
- anders = secundaire primaire tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Symptomen hoofdhalstumoren

A

VAAG!
Heesheid
Veranderde stem/hete aardappelspraak
Oorpijn (eenzijdig)
Eenzijdig gehoorsverlies
Pijnloze zwelling in de hals
Gestuwde speekselklier (glandula submandibularis)
Slikklachten
Afvallen
Gevoel dat er iets in de keel zit
Verslikken
Verstopte neus
Bloedneuzen
Slecht passende prothese
Dyspnoe/stridor (laat symptoom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Heesheid

A

>3 wkn = doorsturen!!

  • afwijking stemband: sluiten niet meer goed aan
  • zenuw aangetast: banden bewegen niet goed

zenuwschade iatrogeen of door long/schildklier tumor (n.laryngeus recurrens)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eenzijdige oorpijn/doofheid;

A

eenzijdige oorpijn:
mondholte - via n.V (trigeminus)
oropharynx - via n.IX (glossofaryngeus)
laryngopharynx - via n.X (vagus)

eenzijdige doofheid:
> brughoektumor; vanuit oorzenuw
> nasopharynx tumor; sluit buis Eustachius af -> otitis media met effusie

referred otalgie door centrale convergentie in dit gebied van de hersenen; weet niet waar pijn vandaan komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Behandeling

A
  • chirurgie (marge 1cm zodat vrije marge 5mm)
  • postoperatief histopathologie
  • nabehandeling bij risico recidief;
    > naresectie
    > postoperatief RT
    > postoperatief chemoradiatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

postoperatief RT

A

verkleint kans recidief met factor 3

op de geopereerde tumorregio:
bij > 3 intermediaire risicofactoren:
- pT3, pT4
- krappe resectiemarge (1-5 mm)
- perineurale groei
- vaso-invasieve groei
- sprieterige groei

op hals:
- bij >2 tumorpositieve lymfeklieren
- electief/voorzorg op contralaterale hals als risico >15-20% is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

postoperatief chemoradiatie

A

bij hoog risico pt: <70 jaar, geen contra-indicatie voor cisplatinum:
- irradicale resectie (marge <1mm)
- lymfekliermetastasen met kapseldoorbraak (extranodale groei)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Primaire (chemo)radiotherapie
- mondholte
- oropharynx
- larynx
- hypopharynx
- nasopharynx

A

Mondholte: alleen wanneer functioneel irresectabel, eigenlijk altijd chirurgie eerste keus

Oropharynx: meestal 1e keus

Larynx: van niet te laseren T1a t/m T3 (beperkt T4)

Hypopharynx: T1 t/m T3 (beperkt T4)

Nasopharynx: geen chirurgie

Variërend van 25 fracties (T1 larynx) tot 35 fracties, soms 2 bestralingen per dag (=acceleratie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

acute bijwerkingen RT

A
  • mucositis
  • smaakverlies
  • dermatitis
  • vermoeidheid
  • heesheid
  • droge mond

vanaf week 3 en duren 6-8 wkn na laatste RT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

late effecten RT

A
  • teleangiectasieen
  • fibrose
  • xerostomie; droge mond
  • trismus
  • osteoradionecrose

Zeldzaam: inductie van tumoren, mn bij radiotherapie < 40 jr, latentietijd
15-20 jaar, vaak sarcomen, meningiomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

RT palliatief

A
  • bestrijden symptomen; pijn, benauwd, bloedverlies door tumor
  • 1-16x, afhankelijk conditie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Diagnostiek

A
  • locaal: oppervlakte, diepte
  • regionaal: lymfeklieren
  • afstand: long, lever, bot

anamnese:
- klachten
- risicofactoren (roken, drank, HPV16;oropharynx)

LO (narcose)
- inspectie mondholte, farynx, larynx
- palpatie hals

BO
- CT/MRI
- FDG-PET
- echogeleide cytologische puncties
- schildwachtklierprocedure

Biopsie histopathologisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

TNM classificatie

A

T: grootte tumor
– T0, Tis, T1,T2, T3, T4a, T4b, Tx
(mbv MRI/PET-CT en flexibele scoop test beweeglijkheid stembanden)

N: regionale lymfekliermetastasen:
– N0, N1, N2a, N2b, N2c, N3
(mbv echogeleide punctie en SNP)

Metastasen op afstand:
– M0, M1

Groepering: Stadium I, II, III, IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

indicatie FDG-PET

A
  • onbekende primaire tumor
  • uitzaaiingen op afstand
  • evaluatie na (chemo)RT
  • verdenking terugkeer
17
Q

pathologisch onderzoek

A
  • histologie: biopt
    > morfologie
    > HPV/EBV
    > moleculaire biologische bepalingen
    > CPS
  • cytologie
    > lymfekliermetastasen
18
Q

behandeling

A

vroeg stadium
- chirurgie OF
- RT

vergevorderd stadium
- chirurgie en RT +/- chemo
- RT en chemo met ‘salvage’ chirurgie

bij keuze overwegen of chirurgie mogelijk is en of er voldoende functie gespaard kan blijven

19
Q

gevolgen behandeling

A
  • Stem / spraak
  • Eten / slikken
  • Smaak
  • Droge mond
  • Hals- , nek- en schouderklachten
  • Uiterlijk
  • Vermoeidheid
20
Q

meest voorkomende hoofdhalstumoren

A
  1. farynx
  2. mondholte
  3. larynx
21
Q

HPV16

A

risico plaveiselcelcarcinoom in orofarynx

22
Q

roken

A

risico larynx
slechtere behandeling: complicaties, bijwerkingen en slechtere uitkomstri

23
Q

verschillende scans BO

A

CT: infuus met jodium contrast - CI = slechte nierfunctie

MRI: zachte weefsels in beeld

FDG-PET/CT: radioactief glucose contrastmiddel, 6 uur vtv nuchter
- tumor/ontsteking is actief weefsel die dit middel opneemt
- afstandsmetastasen ook te zien

24
Q

SNP

A

test metastasen in klier waar tumor als eerste op draineert
> schoon: alles laten zitten
> niet schoon: totale halsklierresectie of RT

25
Q

metastasen naar lymfeklieren

A

level IB - tong, mondbodem en lip kk
level II - orofarynx, supraglottische farynx en hypofarynx
level V - nasopharynx

26
Q

recidieven

A

lokale recidieven <2 jaar na behandeling 1e tumor
> 5 jaar vaak secundaire tumoren

27
Q

flexibele en starre scoop

A

flexibel: slijmvliezen en beweeglijkheid stembanden onderzoeken

star: subtotoscopie (onder narcose) -> inspectie larynx, trachea, bronchus, pharynx, oesofagus en mondholte

28
Q

electieve nekdissectie

A

risico 15-20%
2-3 aansluitende klierniveaus incl vet weg

29
Q

gemodificeerde nekdissectie

A

bij preoperatief aangetoonde lymfekliermetastasen
level Ib-V verwijderen
sparen vena jugularis interna, n XI of sternocleodomastoideus
> andere 2 wel weggehaald

30
Q

radicale nekdissectie

A

bij N3 en klier >6cm
level Ib-V weg + v jugularis interna, n XI en m sternocleodomastoideus allemaal weg