Multiple Myeloom Flashcards

1
Q

kenmerken MM

A
  • haarden maligne plasmacellen in beenmerg
  • M-proteïne (IgG of IgA)
  • CRAB criteria
  • hyperviscositeit, neuropathie, infecties (lagere waarden gezonde Ig’s)
  • gem 70 jaar, meer mannen
  • CD38 aanwezig
  • 5 jaar remissie, dan weer behandelen, tijdelijk weg etc tot refractaire fase en behandeling niet meer werkt > volledige genezing niet mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

CRAB

A

calcium verhoogd
renale dysfunctie
anemie
bot laesies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

andere plasmacel maligniteiten

A
  • MGUS/smouldering MM (voorstadia, asymptomatisch)
  • Waldenstrom
    > IgM M-proteine
    > infiltraat plasmacellen en B lymfocyten (NHL)
  • amyloidose
  • plasmacelleukemie
  • plasmacytoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

diagnostiek MM

A
  • Eiwitspectrum / M-proteine (bloed + urine)
  • Bloedbeeld, nierfunctie, calcium
  • Beeldvorming botten (laesies)
  • Beenmergonderzoek (abnormale plasmacellen)

> 10% monoklonale plasmacellen aanwezig in aspiraat en biopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Behandeling MM

A
  • combi immuun/chemo
  • fit: D-VRD, hoge dosis melfalan + autologe SCT, consolidatiekuren en lenalidomide onderhoud
  • niet fit: MPV-dara, DRD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

nieuwe middelen MM

A
  • IMID; op transcriptiefactoren Ikaros en Aiolos
  • proteosoom remmers
  • monoklonale antistoffen (daratumumab antiCD38)
  • CART-t
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

complete behandeling

A

combinatie verschillende middelen
onderscheid fit/niet fit
ondersteunende behandeling: profylaxe AB, botversterking, bijwerkingen behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

CAR-T behandeling

A

eigen T-cellen via plasmaferese > bewerkt waardoor B-celreceptor expressie > T-cel die middels B-celreceptor kan binden aan eiwit kankercel > direct cel doden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

botlaesies

A

MM scheidt stoffen uit waardoor stimulatie osteoclasten en remmen osteoblasten > bisfosfonaten remmen clasten
kan dwarslaesie worden als extramedullair groeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

nierschade

A

Bence jones eiwitten stapelen op in distale tubuli > schade nieren (reversibel)
eiwitten in urine te zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

MGUS

A

voorstadium MM
<10% plasmacellen en <30 gram/L M-proteine

kans transformeren naar MM** 1% per jaar**

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

smoldering myeloma

A

>10% plasmacellen en >30 gram/L M-proteine
kans progressie MM is 10% per jaar

(wordt MM genoemd wanneer sprake van eindorgaanschade)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waldenstrom

A

NHL (MM is plasmacel ziekte)
lymfadenopathie en splenomegalie (niet bij MM)
IgM M-proteïne
geen botlaesies
kankercel ontstaat uit B cel voor differentiatie naar plasmacel > CD20 aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

behandeling MM en Waldenstrom

A

MM: CD38 > Daratumumab
Waldenstrom: CD20 > Rituximab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ondersteunende behandeling voor stabilisatie pt

A
  • hypercalciemie: hyperhydratie, bisfosfonaten en dialyse
  • acuut nierfalen: hyperhydratie en dialyse
  • bedreigd myelum: spoed RT
  • hyperviscositeit: plasmaferese
  • pijnbestrijding
  • bloedtransfusies en EPO
  • profylactisch AB
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hypercalciemie ontstaan

A
  • plasmacellen produceren stof die lijkt op PTH
  • M-proteinen zorgen voor osteoclasten actief
  • nierfalen waardoor meer PTH productie
17
Q

hypercalciemie symptomen

A
  • algehele malaise
  • bradycardie
  • verward
  • bewustzijnsdaling
  • uitdroging
  • depressie
  • obstipatie
  • polydipsie
  • misselijk en braken

behandelen met bisfosfonaten of zoutinfuus
calcitonine werkt als antagonist pth
ergste geval krijg je dialsye