Hematopoiese Flashcards

1
Q

stamcellen beenmerg

A

endosteaal = slapend/quiescent (lange termijn functie)
subendosteaal/perivasculair = delende stamcellen (korte termijn functie)
diep diep diep in beenmerg = steuncellen en immunologische cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

eindproducten hematopoiese

A

erytropoiese - RBC
myelopoiese - granulocyten
megakaryopoiese - trombocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gestoorde hematopoiese

A
  1. single/multi lineage
  2. kwalitatief/kwantitatief
  3. te veel/ te weinig
  4. aangeboren/verworven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oorzaken gestoorde hematopoiese

A

te weinig:
aanmaak; deficiënties, infecties, verdringing, beenmergfalen, genetisch
afbraak; hypersplenisme, antistoffen, mechanisch, toxisch
verlies/gebruik; bloedingen, infectie

te veel:
- infectie
- maligniteit
- genetisch
- toxisch

slechte kwaliteit
- infectie
- maligniteit
- genetisch
- toxisch
- beenmergfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oorzaken pancytopenie

A

naast aanmaak problemen

afbraak:
- hypersplenisme
- antistoffen
- mechanisch
- toxisch

verlies/verbruik:
- bloeden
- infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hematopoiese beoordelen

A
  • beenmergbiopt (essentieel compleet beeld)
  • beenmergaspiraat (uitstrijkje)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hematopoiese globaal

A

erytroblast > normoblast > reticulocyt wanneer nucleus weggaat > rijpt in bloed uit tot erytrocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

myelopoese

A

maakt granulocyten
- basofiele granulocyt; maakt heparine en histamine
> veel paarse stippen

  • eosinofiele granulocyt; rol parasitaire infecties en allergieën
    > dubbele kern
  • neutrofiele granulocyt; meest voorkomend - rol bacteriële infecties
    > gesegmenteerde kern
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

TPO

A

verouderde trombocyten hechten in lever aan cel > TPO aansturing; rol differentiatie trombocyten

  • probleem aanmaak trombo’s = TPO hoog
  • probleem afbraak trombo’s = TPO laag/normaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

markers T-cellen

A

CD4 e CD8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

alcohol en lymfocytopenie

A
  • direct toxisch beenmerg
  • deficiënties (vitamines)
  • levercirrose > vergrote milt > verhoogde afbraak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

flowcytometrie

A

aantal lymfocyten, monocyten en neutrofielen bekijken
- bepalen monoklonale populatie
- oppervlakte eiwitten aankleuren

afwijkende hoeveelheid andere cellen > microscoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly