oefenvragen H1,2 en 3 Flashcards

1
Q

Waaruit bestaat het onderscheid tussen een diagnose of diagnostische indruk en een classificatie volgens de DSM of een ander classificatie systeem?

A

Een classificatie plaatst een persoon in een bepaalde diagnostische categorie op basis van het voldoen aan een bepaald aantal symptomen (een symptoomprofiel) waar een persoon aan moet voldoen volgens een classificatiesysteem zoals de DSM. Hierbij is ook aandacht voor de mate waarin de persoon de klachten en symptomen als belastend ervaart in het dagelijks leven.
Een diagnose of diagnostische indruk is breder en meer op het individu gericht. Het individu met zijn klachtenpatroon wordt in de context van zijn sociale omgeving en zijn verleden beschreven. Het gaat hierbij om het uitvragen van de ontwikkelingsgeschiedenis, eerdere psychische klachten, persoonlijkheids- en intelligentieonderzoek en (indien relevant) ook een gesprek met personen uit het sociaal netwerk van de persoon die voor een intake met een klachtenpatroon aanmeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke instrumenten heeft een psycholoog tot zijn beschikking om tot een (voorlopig) diagnostisch oordeel te komen

A

Een psycholoog en andere bij de client betrokken professionals kunnen gebruikmaken van een klinisch interview, (neuro)psychologische tests, beeldvormende technieken, informatie uit zelfbeoordelingsvragenlijsten en klinische observatie tijdens de intake. Daarnaast kan het van belang zijn om ook de rol van sociaal-culturele factoren mee te nemen bij het formuleren van een diagnostische indruk van een persoon die zich heeft aangemeld. Sommige culturele gebruiken opvattingen en gedragingen kunnen op het eerste oog vreemd overkomen, maar hoeven niet per se te wijzen op abnormaal of afwijkend gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Deze gaat over Sigmund Freud en het ontstaan van de psychoanalyse. Welke typerende zaken zie je terug, als het gaat om de psychoanalyse en de theorie daarachter? Voor welke problemen lijkt de psychoanalyse geschikt? Voor welke niet?

A

Dit lijkt vooral geschikt voor psychische klachten die in de jeugd lijken te zijn ontstaan, voor klachten die niet zo hevig zijn dat er acuut moet worden ingegrepen, voor mensen die veel tijd en geld in therapie willen steken, voor mensen die een sterk introspectief vermogen hebben en verbaal sterk zijn. Er wordt immers veel en lang gepraat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bekijk tenslotte de derde video waarin uitleg gegeven wordt over cognitieve therapie. Welke typerende zaken zie je hier terug, als het gaat om de cognitieve gedragstherapie en de theorie daarachter? Wat houden deze in? Voor welke problemen lijkt cognitieve gedragstherapie geschikt? Voor welke niet?

A

Angst, somberheid, zelfvertrouwen, geen zin meer om dingen te doen. Iets naars meegemaakt. Problemen op school. Oefenen met nieuw gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stel een therapeut ervaart verliefdheid voor een cliënt. Hoe kan hij dan, voor zichzelf, achterhalen of het gaat om ‘echte’ verliefdheid of tegenoverdracht? Welke vragen kan hij zichzelf daartoe stellen?

A

Aan wie doet de cliënt me denken? Welk innerlijk gemis ervaar ik, dat de cliënt lijkt op te vullen? Welke onvervulde behoeftes heb ik zelf en wat heeft dat met deze cliënt te maken?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Met welke 4 basisprincipes en aspecten daarvan uit de beroepsethiek (zie hoofdstuk 4 van Ethiek voor psychologen) botst het gedrag van de therapeut hier?

A

Verantwoordelijkheid, met name het aspect: voorkomen en beperken van schade. Verliefdheid van een cliënt beantwoorden kan schadelijk zijn voor een cliënt. De verliefdheid kan immers voortkomen uit overdracht. Ook het aspect verantwoording is in het geding: hoe verantwoord je een seksuele relatie met een cliënt?
Integriteit, met name het aspect rolintegriteit. De therapeut stapt namelijk uit zijn therapeutische rol, in een privé-rol (als partner).
(verantwoordelijkheid, integriteit, respect, deskundigheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat had de therapeut uit dit filmpje hier moeten doen vindt u en waarom?

A

Het contact afbreken, ook al doet hij verder niets met de verliefdheid. Hij is al een grens overgegaan door verliefd te worden. Bezinnen op zijn gevoelens: hoe heeft dit kunnen gebeuren en wat wil hij ermee? Niet: meteen een seksuele relatie met de cliënt aangaan, ook al beëindigt men de professionele relatie. Meteen na beëindiging is er nog steeds sprake van een machtsverschil in de relatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt de term evidence-based in als het gaat om de klinisch-psychologische praktijk?

A

Evidence-based betekent binnen de klinische praktijk dat er gebruikgemaakt wordt van behandelingen en interventies waarvan de effectiviteit herhaaldelijk is aangetoond in gecontroleerd wetenschappelijk onderzoek. Effectonderzoek van de hoogste kwaliteit staat bekend als Randomized Controled Trial (RCT). Informatie over de effectiviteit van deze interventies kan worden gevonden in meta-analyses; dit zijn wetenschappelijke overzichten waarin kennis uit meerdere wetenschappelijke onderzoeken bij elkaar wordt gebracht en waar op basis van statistische technieken een gemiddelde effectgrootte voor de interventie wordt berekend. Deze overzichten zijn voor behandelaars die in de praktijk actief zijn echter minder gemakkelijk te raadplegen en vragen ook meer specifieke training in statistiek en onderzoeksmethoden. Om deze reden zijn er voor verschillende type stoornissen zoals angst, stemming en verslaving ook multidisciplinaire behandelrichtlijnen uitgebracht. Hierin wordt de stand van zaken wat betreft evidentie voor verschillende behandelvormen overzichtelijk bij elkaar gebracht. Deze behandelvormen sluiten zichtbaar aan op verschillende theoretische perspectieven zoals beschreven in hoofdstuk 2 van Nevid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe evidence-based zijn de psychische behandelvormen die voortgekomen zijn uit de theoretische stromingen die tijdens deze les behandeld zijn: welke is het meest evidence-based en welke het minst? Onderbouw jouw antwoord aan de hand van de bijgevoegde richtlijn angststoornissen

A

Cognitieve therapie, behandelvoren die gebaseerd zijn op de leertheorie en biologische vormen van behandeling (medicatie) zijn bewezen effectief bevonden. Dit is ook terug te zien in de inhoudsopgave van de bovenstaande behandelrichtlijn. Bij sociale angst wordt er bijvoorbeeld naar cognitieve therapie en sociaal leren verwezen en zijn er ook richtlijnen voor medicatie die aangrijpt op neurotransmitter in het brein. Humanistische therapie en psychodynamische therapie zijn niet bewezen effectief bevonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn volgens jou de voordelen van evidence-based werken in de klinisch-psychologische praktijk?

A

Voordelen: Het is een voordeel dat cliënten een realistisch perspectief op herstel en beloop geboden kan worden. Het is ethisch bezwaarlijk om kwetsbare personen interventies voor te schotelen waarvan de effectiviteit niet in grote groepen is aangetoond. Ook als de niet-bewezen interventie geen zichtbare psychologische schade oplevert zijn er duidelijke ethische vragen op te werpen. Als er namelijk na veel tijd en energie is gestoken in het volgen van een interventie die geen verbetering laat zien kan er motivatieverlies ontstaan en is men mogelijk ook niet langer bereid om aan toekomstige behandeling deel te nemen. In de huidige praktijk is het eveneens een voordeel voor de client omdat alleen bewezen effectieve behandelvormen door de verzekeraar worden vergoed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn volgens jou de nadelen van evidence-based werken in de klinisch-psychologische praktijk?

A

Als nadeel kan genoemd worden dat RCT’s kostbaar zijn en dat het lang duurt voordat nieuwe interventies als bewezen effectief in de praktijk geïmplementeerd kunnen worden. Kritiek is dat er vanuit de praktijk ook op basis van expertise en ervaring van behandelaars werkzame elementen binnen interventies geobserveerd kunnen worden, zonder deze interventies de rigide test van een RCT hebben ondergaan (practice-based evidence versus evidence-based practice). Daarnaast is het lang niet altijd mogelijk om vooruitgang in behandeling te kwantificeren via scores op meetinstrumenten zoals vragenlijsten en observatieschalen. Het onderstaande citaat dat terug te vinden is in Gupta (2007) drukt dit treffend uit:
“ […]the narrative structure and meaningfulness of personal experience are essential components of living with a mental disorder and the psychotherapeutic treatment of mental disorders. These aspects of mental disorder are resistant to measurement, at least in the manner envisioned by EBM”. (Gupta, 2007, p. 106)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt er bedoeld met de uitspraak: “Praten over afwijkende emoties, gedachten en gedrag is niet ‘waardenvrij’”?

A

Morele, religieuze, culturele en/of maatschappelijke oordelen spelen een rol bij het bepalen of gedrag, emoties of gedachten afwijkend zijn. Waarden die in een bepaalde cultuur of maatschappij gelden, beïnvloeden de manier waarop naar gedrag gekeken wordt en of dat afwijkend is of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

René, 23 jaar, heeft een goede baan in de supermarkt; in zijn vrije tijd voetbalt hij en hij heeft een goede relatie met zijn ouders. Hij heeft echter gevoelens van intense paniek als hij een vrouw aan moet spreken; hij gaat dat daarom ook uit de weg. Hij baalt ervan; hij wil graag gaan samenwonen en op den duur een gezin stichten.
Kan een psycholoog in dit voorbeeld spreken van abnormaliteit? Zo ja, van welk criterium voor abnormaliteit is sprake? Licht je antwoord toe.

A

Er is sprake van abnormaliteit op basis van de criteria: aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon en uitzonderlijk gedrag.
Het is uitzonderlijk om paniekgevoelens te ervaren bij het aanspreken van een vrouw; de meeste mensen ervaren niet dusdanig ernstige emoties in dergelijke situaties.
Ook is er sprake van aanzienlijk emotioneel lijden, aangezien de emoties heel erg heftig zijn en niet passend bij de situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Jurgen gaat regelmatig naar grote dancefestivals. Af en toe neemt hij een pilletje, misschien één keer per maand. Hij vindt het prettig, heeft geen last van vervelende gevolgen of bijwerkingen en het belemmert hem niet in zijn functioneren. Hij merkt niet dat hij er behoefte aan heeft om vaker een pilletje te nemen. Kan een psycholoog in dit voorbeeld spreken van abnormaliteit? Zo ja, van welk criterium voor
abnormaliteit is sprake?

A

Dat is afhankelijk van de maatschappij en de sociaal-culturele normen die er gelden. In Nederland zou je in de huidige maatschappij misschien niet spreken van abnormaliteit; geen van de criteria geldt.
Maar in andere landen kan het anders gelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Licht toe wat de mening was van de anti-psychiatrische beweging over psychische stoornissen en wat deze beweging tot gevolg gehad heeft

A

Volgens deze beweging bestonden psychiatrische stoornissen niet, maar waren ze een product van de (kapitalistische) maatschappij. Patiënten hoefden dus niet behandeld te worden, en zeker niet in ziekenhuizen.
Deze beweging had tot gevolg dat de wetgeving betreffende de rechten van de patiënt aangepast werd: uitgangspunt werd dat mensen alleen opgenomen zouden worden, als er werkelijk geen alternatief was. Dit houdt in dat mensen nog steeds zoveel mogelijk ambulant behandeld worden.
Keerzijde hiervan was dat mensen soms ook aan hun lot werden overgelaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onlangs is er een programma van de televisie gehaald waarin deelnemers een behandeling kregen voor een psychische stoornis. Ze moesten bij aanvang van het televisieprogramma een contract tekenen waarin stond dat ze niets over de behandeling en het programma mochten zeggen en dat ze niet tussentijds mochten stoppen met het programma. Op grond van welk ethisch principe moest het programma stopgezet worden?

A

Omdat het ethische principe van informed consent geschonden werd: deelnemers mogen zich altijd probleemloos kunnen terugtrekken uit een onderzoek of behandeling

17
Q

Beschrijf het verschil in verklaring van afwijkend gedrag tussen het leerperspectief enerzijds en het biologische en psychodynamische perspectief anderzijds. Beschrijf een voorbeeld van afwijkend gedrag en licht toe hoe dit probleemgedrag vanuit deze perspectieven verklaard wordt.

A

De biologische en psychodynamische perspectieven beschouwen afwijkend gedrag als een uiting van onderliggende biologische of psychologische problemen, terwijl het leerperspectief het gedrag zelf als probleem ziet.
Leerpsychologen denken dat afwijkend gedrag in grote lijnen op dezelfde manier aangeleerd wordt als normaal gedrag. Afwijkend gedrag is volgens hen het gevolg van verwerven van verkeerd, onaangepast gedrag.
Een mogelijk voorbeeld is agressief gedrag bij jongeren: vanuit een psychodynamisch en biologisch perspectief zou je zoeken naar onderliggende psychologische of biologischeproblemen. Bijvoorbeeld: in de jeugd is een conflict ontstaan in het onbewuste van het ego door (psychologische) afwezigheid van de moeder; of onderliggende problemen in de activatiepatronen in de prefrontale cortex, waardoor een jongere niet leert om zijn impulsen te bedwingen. Een leerperspectief zou het agressieve gedrag zelf beschouwen als een resultaat van aangeleerd onaangepast gedrag.

18
Q

Licht toe hoe de sociaal-cognitieve leertheorie het ontstaan van een spinnenfobie verklaart.

A

Volgens de sociaal-cognitieve leertheorie ontstaat een spinnenfobie door het zien van angstige reacties van anderen in de nabije omgeving of zelfs op televisie.
Dit noemt men modeling; het gedrag aanpassen naar aanleiding van een voorbeeld van iemand anders in de omgeving. Sociaalcognitieve leertheoretici zeggen dat factoren in de persoon, zoals verwachtingen en de waarde die iemand hecht aan een bepaald doel meegenomen moeten worden als verklaring voor het vertonen van gedrag. Als mensen bijvoorbeeld positieve verwachtingen hebben van de werking van een bepaald medicijn zullen ze dat eerder en vaker gebruiken dan als ze die verwachting niet hebben.

19
Q

Beschrijf een voorbeeld van cognitieve therapie volgens de opvattingen van Beck en voeg daarbij een voorbeeld van een stoornis die volgens deze therapie behandeld kan worden.

A

Cognitieve therapie van Beck richt zich nog sterker op contraproductieve cognities van de patiënt die zijn stemming beïnvloeden en zijn gedrag verstoren. Therapeuten moedigen hun patiënt aan de cognitieve vervormingen onder ogen te zien en te corrigeren. Er wordt steeds een relatie gelegd tussen gevoelens, gedachten en gedrag in actuele situaties. Ze krijgen huiswerkopdrachten om steeds vast te leggen wat er met ze gebeurt. Dit wordt vervolgens getoetst aan het realiteitsbesef; kijken of de opvattingen wel reëel zijn.

Vb: Dit zou kunnen werken bij sociale angst bij een leerling op de middelbare school. Ze wil niet meer naar school, want ze moet een spreekbeurt houden en dat roept heftige paniekgevoelens bij haar op. De gevoelens, gedachten en gedrag die deze situatie bij haar oproept, kunnen één voor één ontrafeld en besproken worden en vervolgens kan gekeken worden hoe reëel de gedachten dan zijn. (Om daadwerkelijk de spreekbeurt te kunnen houden is combinatie met blootstelling en/of systematische desensitisatie aan te raden).

20
Q

Wat is het verschil tussen het humanistische model enerzijds en de psychodynamische en cognitieve modellen anderzijds?

A

Het humanistische model legde de nadruk op de persoonlijke vrijheid die individuen hebben om bewuste keuzes te maken die hun leven een doel en betekenis geven, terwijl de psychodynamische theoretici uitgingen van onbewuste drijfveren en conflicten die ons gedrag vormgeven en de cognitieve theoretici meenden dat gedrag het gevolg is van irreële gedachten.

Ook gaat de humanistische theorie uit van een positief mensbeeld en mogelijkheden, in plaats van tekortkomingen.

21
Q

Beschrijf vier uitgangspunten om een aandoening in de DSM of de ICD op te nemen.

A

Er moet sprake zijn van emotioneel lijden (gewoonlijk depressie of angst).

Er moeten ernstige belemmeringen zijn in het functioneren (problemen op het werk, in het gezin of in de maatschappij in het algemeen).

Er moet sprake zijn van gedrag dat kan leiden tot persoonlijk lijden, pijn, invaliditeit, zelfverminking of de dood.

Er moet sprake zijn van een belemmering die langere tijd aanhoudt en niet meer past binnen een normale reactie binnen een bepaalde (culturele) context.

22
Q

Licht toe wat er wordt bedoeld met de uitspraak: “De DSM is ‘a-theoretisch’”.

A

De DSM beschrijft patronen van afwijkend gedrag, maar het geeft geen verklaringen van deze
patronen, en het is niet gebaseerd op een theoretisch raamwerk.

23
Q

Beschrijf drie socioculturele aspecten bij psychologische diagnostiek en licht ze toe.

A

Vragenlijsten moeten goed vertaald zijn, om de juiste nuance in de taal te kunnen vangen

Beoordelingstechnieken kunnen in de ene cultuur valide en betrouwbaar zijn, maar hoeven dat niet per se ook in andere culturen te zijn.

Er moet geen cultureel vooroordeel ontstaan bij beoordeling.

Er zou aandacht besteed moeten worden aan cultuurgebonden overtuigingen, normen en waarden bij diagnostiek.