H 6.3 Flashcards

1
Q

somatisch-symptoomstoornis

A
  • stoornis die zich kenmerkt door klachten over lichamelijke problemen of symptomen die niet door lichamelijke oorzaak verklaard kunnen worden
  • maken zich buitensporig veel zorgen erover
  • minimaal 6 maanden aangehouden klachten en persoonlijk lijden of belemmeren dagelijks functioneren
  • men bezoekt arts na arts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

4 soorten somatische-symptoom- en verwante stoornissen

A

somatisch-symptoomstoornis
ziekteangststoornis
conversiestoornis
nagebootste stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ziekteangststoornis

A

stoornis waarbij de persoon gepreoccupeerd is met de overtuiging dat men ernstig ziek is en waarbij de persoon niet gerust gesteld kan worden met resultaten medisch onderzoek
- vroeger genoemd hypochondrie nu ziekteangststoornis
- eigen angst veroorzaakt de echte symptomen in vicieuze cirkel, als kind vaak ziek geweest
- in sommige gevallen familiegeschiedenis ernstige kwaal bv demensie
2 soorten
- zorgmijdend (bang voor slecht nieuws)
- zorgzoekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

conversiestoornis

A

= functioneel-neurologisch-symptoomstoornis

  • aantasting vermogen om willekeurige bewegingen uit te voeren door verstoring vd sensoriek - doofheid, blindheid
  • vaak plotseling bij stressvolle situaties, bv hand soldaat kan verlamd raken
  • houden vaak eveals somatisch-symptoomstoornis verband met een voorgeschiedenis van traumata of misbruik in jeugd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

nagebootste stoornis

A

stoornis die zich kenmerkt door opzettelijk fabriceren van psychische of lichamelijke symptomen zonder dat duidelijk is welk voordeel de patiënt daarvan heeft
- niet gelijk aan simuleren want dat levert doelbewust voordeel op
- 2 typen:
- nagebootste stoornis opgelegd aan zichzelf
- nagebootste stoornis opgelegd aan iemand anders
= syndroom van Münchhausen
Munchhausen by proxy = kindermishandeling, je kind opzettelijk ziek maken, vaak door de (pleeg)moeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

behandeling van somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen

A
  • gedragsmatige behandeling focust op het weghalen van bronnen van secundaire bekrachtiging - familie en vrienden beschouwt patiënt als ziek en niet in staat om verantwoordelijkheid te dragen
  • CGT helpt bij hypochondrie; herstructereren van verdraaide opvattingen
  • ook responsepreventie helpt
  • veel patiënten haken af bij therapie, hebben liever dokter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijf welke behandelingen mogelijk zijn bij somatisch-symptoomstoornissen en verwante
stoornissen

A

De gedragsmatige behandeling focust op het weghalen van bronnen van secundaire bekrachtiging die aan de lichamelijke klachten gekoppeld zijn.
De gedragstherapeut kan familieleden leren op pogingen van de patiënt om verantwoordelijkheden op zich te nemen te belonen en klagen en zeuren te negeren.
Ook kan de therapeut de cliënt meer adaptieve manieren aanleren om met stress of angst om te gaan.
Cognitieve gedragstherapie kan bestaan uit het herstructureren van verdraaide opvattingen naar rationele alternatieven.
Ook is er uit onderzoek ondersteuning voor antidepressiva.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijf hoe de psychodynamische theorie en de leertheorie het ontstaan van conversiestoornissen verklaren.

A

De psychodynamische theorie en de leertheorie zijn van mening dat symptomen van conversiestoornissen een angstverlichtende stoornis hebben. Psychodynamici zoeken de oorzaak van die angst echter in onbewuste conflicten, terwijl leertheorieën gefocust zijn op de bekrachtigende eigenschappen van het symptoom en op zijn secundaire rol als middel om angstoproepende situaties te vermijden. Vanuit leertheoretisch perspectief kunnen conversiesymptomen ook voordelen opleveren van de ‘rol van de patiënt’. Ze worden bijvoorbeeld ontheven van allerlei huishoudelijke taken en ziek zijn levert steun en medeleven op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

a. Van welke stoornis kan mogelijk sprake zijn? Licht toe wat de stoornis inhoudt.
b. Waar zou je Rachel naar willen vragen om erachter te komen of het risico op deze stoornis vergroot is.

A

Er kan mogelijk sprake zijn van conversiestoornis. Deze stoornis (ook wel functioneel neurologisch-symptoomstoornis) wordt gekenmerkt door aantasting van het vermogen willekeurige bewegingen uit te voeren, of door een verstoring van de sensoriek, zoals doofheid, blindheid, of het niet kunnen waarnemen van tactiele stimuli.
Wat Rachel gevraagd zou kunnen worden om te zien of het risico op deze stoornis vergroot is, is of er sprake is geweest van stressvolle situaties of van conflicten, of er een voorgeschiedenis is van trauma’s of misbruik in de jeugd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

a. Van welke twee stoornissen zou mogelijk sprake kunnen zijn bij Rogier? Licht toe op grond van welke passages in de casus je dat denkt.
b. Wat is het verschil tussen beide stoornissen?

a Ziektenangststoornis of somatisch-symptoomsto

A

Er zou sprake kunnen zijn van somatisch-symptoomstoornis of van ziekteangststoornis.
Rogier ervaart ernstige pijnen in zijn buik en heeft moeite met slikken. Hij maakt zich buitensporig zorgen hierover (bang zijn afscheid te moeten nemen van vrouw en kinderen) en gaat telkens opnieuw naar artsen en ziekenhuizen om zich te laten onderzoeken.
Het verschil tussen beide stoornissen is dat bij somatisch-symptoomstoornis er daadwerkelijk sprake is van echte symptomen, terwijl bij ziekteangststoornis betrekkelijk minieme of milde symptomen opgevat worden als tekenen van ernstige onderliggende, niet gediagnosticeerde aandoeningen. De nadruk ligt bij deze laatste stoornis op de angst, en niet zozeer op de
verontrusting die door de symptomen wordt veroorzaakt. Ook kan het zo zijn dat er helemaal geen sprake is van symptomen, maar alleen van angst voor ziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

a. Van welke stoornissen kan hier mogelijk sprake zijn? Benoem er twee en licht je antwoord toe met behulp van passages uit de tekst.

A

a. Er kan sprake zijn van een eetbuistoornis. Er is in de casus immers sprake van eetbuien, waarbij er sprake is van gebrek aan controle over het eten en door het eten van veel grotere hoeveelheden dan mensen doorgaans tot zich nemen. Ook wordt er vaak veel sneller gegeten en wordt daarmee doorgegaan, ook al heeft iemand eigenlijk al genoeg. Daarnaast eet men vaak in afzondering en is er na afloop vaak sprake van schaamte.
Ook zou er sprake kunnen zijn van boulimia, ook vanwege de eetbuien. Maar dan is het ook
nodig om te weten of sprake is van purgeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

b. Naar welke zaken wil je vragen om erachter te komen welke van deze stoornissen het is? Noem er in elk geval vier.

A

b. Vragen die je nog zou moeten stellen:
Is er sprake van purgeren? (Om erachter te komen of het boulimia kan zijn.)
Is er sprake van overgewicht? (Bij boulimia zit het gewicht vaak binnen een normale range, bij eetbuien is er vaker sprake van overgewicht.)
Komt het meer in de familie voor?
Is er overmatige bezorgdheid over het gewicht? (Dat zou wijzen op boulimia.)
Zijn er medische complicaties? (Door de gevolgen van purgeren kunnen er medische complicaties optreden. Dit zou dus wijzen op boulimia.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly