NTI vragen H11 en H12 Flashcards

1
Q

Welke mogelijke verklaring is er voor auditieve hallucinaties bij mensen met schizofrenie?

A

Hallucinaties kunnen een innerlijke spraak vertegenwoordigen. Bij mensen met schizofrenie is er meer hersenactiviteit in het gebied van Broca als ze stemmen horen, dan als ze niet hallucineren.
Dit gebied is ook actief als mensen aan innerlijke spraak doen. Mogelijk zijn hallucinaties een vorm van innerlijke spraak die om onbekende redenen aan een externe bron wordt toegeschreven in plaats van aan de eigen gedachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Binnen de factoren die uitgaan van familietheorieën bij schizofrenie wordt er gesproken over communicatie-deviantie. Wat wordt daarmee bedoeld en hoe speelt dat een rol bij schizofrenie?

A

Communicatie-deviantie is een patroon van onduidelijke, vage, verstorende of onsamenhangende communicatie dat vaak wordt aangetroffen bij ouders en familieleden van patiënten met schizofrenie. Het is spraak die lastig te volgen is en waaruit met moeite enige samenhangende
betekenis is af te leiden. Dit verschijnsel wordt meer aangetroffen bij ouders van mensen met schizofrenie dan bij andere ouders. Het is echter zeer belangrijk te beseffen dat de oorzakelijke route beide kanten op kan gaan. Het kan zijn dat communicatie-deviantie bij de ouders het risico bij erfelijk kwetsbare individuen verhogen, maar het kan ook een reactie zijn van ouders op het gedrag van hun kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Licht het diathese-stressmodel van schizofrenie toe.

A

Het diathese-stressmodel gaat ervan uit dat er een genetische kwetsbaarheid voor schizofrenie aanwezig kan zijn die in combinatie met stresserende factoren tot schizofrenie kan leiden. Potentieel beschermende factoren, zoals een steunende communicatiestijl in het gezin, een koesterende gezinsomgeving, een laag stressniveau, en middelen voor coping, kunnen het risico op het ontstaan van schizofrenie verkleinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef het verschil aan tussen inhoudelijke en formele denkstoornissen. Welke typen inhoudelijke en formele denkstoornissen zijn er? Licht ze toe.

A

Inhoudelijke denkstoornissen of ook wel wanen: een verstoorde, niet met de werkelijkheid overeenkomende, inhoud van denken. Verkeerde aannames van de patiënt die vaak een onlogische basis hebben en waarbij er geen bewijs is om ze te ondersteunen. Voorbeelden: achtervolgingswanen of paranoïde wanen, betrekkingswanen, wanen dat de betrokkene wordt aangestuurd, grootheidswanen, uitzenden van gedachten, het inbrengen van gedachten en onttrekking van gedachten.

Formele denkstoornissen: denken op een chaotische, onlogische wijze; vorm of structuur van gedachteprocessen is verstoord, verminderde organisatie, verwerking en beheersing van gedachten. Chaotisch of incoherent praten. Ook mogelijk is spraakarmoede, waarbij de spraak wel samenhangend is, maar zo traag, beperkt in productie of vaag dat er weinig informatie wordt overgebracht. Andere voorbeelden: neologismen, perseveratie, woordsalade, blokkeren van spraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Schizofrenie gaat vaak gepaard met emotionele stoornissen. Licht toe waaruit deze stoornissen bestaan

A

Afgestompt affect of inadequaat affect. Het eerste gaat om afwezigheid van emotionele uitingen in het gezicht en in de stem. Mensen met schizofrenie spreken zonder intonatie en behouden een uitdrukkingsloos gezicht of masker. Inadequaat of incongruent affect houdt in dat de emoties en mimiek niet overeenkomen met het onderwerp waarover gesproken wordt (bv lachen als het over een serieus onderwerp gaat).

Uit laboratoriumonderzoek is ook gebleken dat mensen met schizofrenie intensere negatieve emoties hebben en minder positieve emoties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Schizofrenie gaat vaak gepaard met motorische stoornissen en stoornissen in de aandrift. Wat wordt daarmee bedoeld?

A

Verlies van initiatief om zich met doelgerichte activiteiten bezig te houden. Ook laten ze katatoon gedrag zien: ze zijn zich dan niet langer bewust van hun omgeving en nemen een vaste, rigide houding aan. Ze kunnen zich sterk geagiteerd en schijnbaar doelloos gedragen, maar ook vervallen in een stupor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zaken die je zou willen vragen/onderzoeken om te zien of er sprake is van schizoïdepersoonlijkheidsstoornis:

A
  • Hoe zijn de sociale relaties van Pierre buiten het werk?
  • Heeft hij behoefte aan sociale relaties?
  • Hoe ervaart hij emoties?
  • Hoe reageert hij op kritiek of complimenten?
  • Is er sprake van wanen of hallucinaties (om te onderscheiden van schizofrenie moet er betercontact met de werkelijkheid zijn dan bij schizofrenie).
  • Vertoont hij emotionele expressie?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zaken die je zou willen onderzoeken om te zien of er sprake is van schizotypischepersoonlijkheidsstoornis:

A
  • Wat voor gedachten heeft Pierre? Zijn die wellicht excentrisch? Is er sprake van stereotiepe of
    metaforische gedachten?
  • Vertoont Pierre misschien excentriek gedrag?
  • Hoe is het sociale leven van Pierre buiten het werk?
  • Hoe is het zelfbeeld van Pierre?
  • Heeft hij een richting in het leven?
  • Hoe reageert hij op pijn of verdriet bij andere mensen?
  • Is hij in staat empathie te tonen?
  • Hoe ziet hij het gedrag van anderen?
  • Is er sprake van emotionele stoornissen, zoals depressie of angststoornis?
  • Is er sprake van wanen of magisch denken?
  • Hoe is de zelfverzorging van Pierre?
  • Hoe is zijn spraak, bv vaag of ongewoon abstract?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Van welke persoonlijkheidsstoornis is hier mogelijk sprake? Licht je antwoord toe met behulp
van passages uit de tekst

A

Er is mogelijk sprake van paranoïde-persoonlijkheidsstoornis. Bij Agnes is er sprake van wantrouwen dat waarschijnlijk onterecht is en waar haar relaties onder te lijden hebben. Ze wordt snel boos als haar broer iets tegen haar zegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat terug te zien is in de casus:paranoïde-persoonlijkheidsstoornis

A
  • Duurzaam patroon van ervaringen en gedragingen dat duidelijk afwijkend is van wat je als ‘normaal’ verwacht binnen een samenleving.
  • Dit duurzame patroon is star en zichtbaar in vele persoonlijke en sociale situaties.
    Wat niet terug te zien is in de casus en wat uitgevraagd zou moeten worden:
  • Dit patroon veroorzaakt lijdensdruk of beperkingen in het functioneren op belangrijke terreinen.
  • Het patroon is stabiel en van lange duur en is niet later opgetreden dan vanaf de adolescentie of jong volwassen leeftijd.
  • Er is geen andere psychische stoornis als verklaring
  • Het is ook niet toe te schrijven aan de effecten van lichamelijke aandoeningen of drugs.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

a. Van welke persoonlijkheidsstoornis is hier mogelijk sprake? Licht toe op grond van welke
passages in de tekst je dat denkt.

b. Welke andere kenmerken van deze stoornis zijn er? Licht ze kort toe

A

a. Er is mogelijk sprake van antisociale-persoonlijkheidsstoornis. Er is bij Rodney antisociaal en onverantwoordelijk gedrag te zien evenals gebrek aan spijt van misdaden. Hij heeft rechten van
anderen geschonden, laat zich niets gelegen liggen aan sociale normen en conventies, en legt daar een gevoelloze onverschilligheid voor aan de dag. Ook deinst hij er niet voor terug om te eigen bate gebruik te maken van anderen. Ook is er sprake van roekeloosheid (het te hard rijden)

b. Andere kenmerken zijn: impulsiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef aan wat het categoriale en het dimensiemodel van classificatie inhouden. Wat zijn voor- en nadelen van beide modellen?

A

Het categoriale model van classificatie gaat ervan uit dat persoonlijkheidsstoornissen in afzonderlijke categorieën ingedeeld kunnen worden, met bepaalde symptomen van gedrag als kenmerk. Het dimensiemodel gaat er van uit dat persoonlijkheidsstoornissen extreme variaties zijn van persoonlijkheidsdimensies die onder de hele bevolking voorkomen.
Nadeel van het categoriale model is dat de beslissing om van iemand wel of niet te zeggen dat hij de stoornis heeft, gemaakt wordt op basis van afspraken en compromissen tussen de auteurs van de DSM. Ook komen veel kenmerken bij verschillende stoornissen voor en kun je dus niet altijd zeggen welke stoornis iemand heeft.
Een nadeel van het dimensiemodel is dat er onvoldoende richtlijnen zijn die ons duidelijk maken hoe extreem een kenmerk moet zijn om een persoonlijkheidsstoornis te diagnosticeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sommige onderzoekers zeggen dat de antisociale persoonlijkheid uit twee onafhankelijke dimensies bestaat; de persoonlijkheidsdimensie en de gedragsdimensie. Wat wordt daarmee bedoeld en licht deze dimensies toe

A

Met persoonlijkheidsdimensie wordt bedoeld: oppervlakkige charme, egoïsme, gebrek aan empathie, gevoelloosheid, meedogenloos profiteren van anderen, en onverschilligheid tegenover de gevoelens en het welzijn van anderen. Mensen met deze dimensie vertonen psychopatische kenmerken maar houden zich meestal wel aan de wet.
Met de gedragsdimensie wordt bedoeld: het aannemen van een geheel instabiele en antisociale manier van leven, met als gevolg regelmatige problemen met de autoriteiten, een slecht arbeidsverleden en instabiele relaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly