H13 stoornissen die ontstaan in kindertijd en adolescentie Flashcards
wat bepaald wat normaal en wat afwijkende is bij een kind?
- de omgeving en de ouders
- grotendeels door de culturele waarden in het gezin
- kinderen vaak verkeerde diagnose als clinici niet in staat zijn de verwachtingen met betrekking tot de ontwikkeling van het kind in te calculeren, hierdoor 1 miljoen kinderen in VS medicatie ADHD ten onrechte gekregen
welk soort psychische stoornissen hebben kinderen en adolescenten vaak?
- neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
- hierbij gebrekkige ontwikkeling of functioneren van de hersenen of van deelgebieden die van invloed zijn op cognitieve, emotionele of sociale ontwikkeling
- autismespectrum
- verstandelijke beperking
- specifieke leerstoornis
- communicatiestoornis
- aandachtsdeficiëntie/-hyperactiviteitsstoornis (ADHD)
risicofactoren jeugdstoornissen
- genetische vatbaarheid
- stressoren uit de omgeving (bv wonen achterstandswijk)
- gezinsfactoren (inconsequente of harde straffen, mishandeling, misbruik, depressieve ouders)
- geslacht, jongens vaker tijdens jeugd ontwikkelen stoornis, angst en depressie vaker ook autisme tot hyperactiviteit en eliminatiestoornissen
- tijdens adolescentie bij meisjes vaker angst- en stemmingsstoornissen
- jongen 0-17jaar maken 65% geestelijke gezondheidszorg in Nld
- op middelbare leeftijd evenwicht tussen man en vrouw %
- bij 65+ meer vrouwen
stoornis in verband met lichamelijke mishandeling en seksueel misbruik
- depressie
- misbruik van middelen
- angststoornissen
- aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (ADHD)
- posttraumatische stressstoornis (PTSS)
- normoverschrijdend-gedragsstoornis
zelfs mildere vormen van fysieke bestraffing verhoogd risico
mishandelde of verwaarloosde kinderen hebben vaker problemen met
- vormen van gezonde relaties met leeftijdsgenoten
- ontwikkelen van een gezonde hechting aan anderen
- ze kunnen zich afreageren op een wijze die de wreedheid weerspiegelt die ze zelf hebben ervaren
- verminderd gevoel van eigenwaarde
- depressie,
- kinderlijk gedrag zoals bedplassen of duimzuigen
- zelfmoordpogingen, gedachten
- slechte schoolprestaties
- niet naar buiten gaan om wereld te verkennen
autismespectrumstoornis (ASS)
een pervasieve ontwikkelingsstoornis die wordt gekenmerkt door het niet aangaan van relaties met anderen, niet spreken, verstoord motorische gedrag, een verstandelijke handicap en behoefte aan constante omgeving
- eerder bij hoge leeftijd vaders (niet moeders!)
- 5 keer vaker bij jongens
- rond 12-18 maanden zichtbaar
DSM-5 criteria voor autismespectrumstoornis (ASS)
a. chronische deficiënties in de communicatie en sociale interacties recent of in het verleden
b. beperkte of zeer gefixeerde interesses en repetitief gedrag
c. symptomen moet in vroege ontwikkeling aanwezig zijn
Asperger is in DSM-5 alleen als vorm van ASS opgenomen, kenmerken zijn
- afwijkend gedrag gekenmerkt door sociale onhandigheid en stereotiep of repetitief gedrag echter zonder de beperkingen op gebied van taal en cognitie zoals bij ernstiger vormen ASS
- geen ernstige deficiënties op verstandelijk en verbaal gebied of verzorging
- vaak opmerkelijke taalvaardigheden
- kunnen obsessieve belangstelling voor iets hebben daar alles over weten
sterke toename gerapporteerde prevalatie van autismespectrumstoornis (ASS) afgelopen 20 jaar
- in 2013 1 op de 50 kinderen (2%)
- in 2007 1 op de 86 kinderen
waarom hoger? - wellicht betere diagnose en verhoogde waakzaamheid
- wellicht scherpe stijging Asperger en andere lichtere vormen van ASS
autismespectrumstoornis (ASS) rond 12-18 maanden zichtbaar als
- spraakontwikkeling raakt achterop
- tekenen van sociale onverschilligheid (niet aankijken anderen)
- afweren van fysieke affectie zoals knuffelen, omhelzen, kussen
- rond 2 a 3 jaar kan diagnose met zekerheid gesteld worden maar gebeurd helaas vaak pas rond 6de jaar dat is jammer, hoe vroeger gesteld hoe beter ze het gaan doen
kenmerken van autisme
- kinderen kunnen ‘stom’ zijn (niet praten) of beperkt
- mijden van oogcontact en nauwelijks gezichtsuitdrukkingen
- laten sterke negatieve emoties zien, boosheid, verdriet, angst
- herhaalde doelloze stereotype bewegingen
- zichzelf pijn doen
- aversie tegen veranderingen in de omgeving
- vaak normaal IQ maar tonen vele tekenen van verstandelijke beperking
- moeilijk om emoties bij anderen te herkennen of fantasiespel te doen
- brein groeit minder snel, daardoor lastiger verwerven eigen identiteit en verfijnen motorische vaardigheden
oorzaak autismespectrumstoornis (ASS)
- mogelijk neurologische basis, wellicht door prenatale invloeden
- onbekende omgevingsfactoren: blootstelling aan toxische stoffen, virussen, of andere prenatale invloeden (griep of koorts moeder
behandeling autisme
- nog bijna niet te genezen
- wel verbeteren leer- en taalvaardigheden en sociaal aangepast gedrag bij vroegtijdige gedragstherapeutische programma’s
- toegepaste gedragsanalyse = enige methode die werkt
- ook bij peuters vroege training die richt op imitatievaardigheden, waarmee basis voor sociale interacties wordt gelegd
- vaak kind aanwezen op combinatie ondersteuning van gezin, aangepast onderwijs en eventueel individuele begeleiding (duur)
- geneesmiddelen weinig ingezet helpen woede te beheersen
- antipsychotica in combinatie met training die ouders leert om te gaan met verstorend gedrag werkt beter
toegepaste gedragsanalyse
behandeling autisme
- op leertheorie gebaseerde behandelmodellen
- therapeuten ouders passen zorgvuldig en consequent methoden van operante conditionering toe
- systematisch gebruik van beloning en lichte straf om kind te leren aandacht te hebben voor anderen, met andere kinderen te spelen, leervaardigheden te ontwikkelen en automutilatie te beperken of uit te bannen
verstandelijke beperking
een gegeneraliseerde vertraging of belemmering van de ontwikkeling van de intellectuele en adaptieve vermogens
- bepalende IQ score in DSM-5 teruggebracht, te veel waarde voorheen
- ongeveer 2 standaarddeviaties onder het populatiegemiddelde, met meetfoutmarge van +5 punten, dus IQ <= 70 +- 5
- er moeten deficiënties zijn in het adaptieve functioneren die leiden tot niet voldoen aan persoonlijke onafhankelijkheid en sociale verantwoordelijkheid, en dagelijks functioneren beperken
- de mate licht tot zeer ernstig bepaald door adaptief functioneren en niet IQ score
verstandelijke beperking als tekortkomingen op 3 domeinen
- conceptuele (onderwijs)domein (geheugen, taal, lezen, schrijven, rekenkundig redeneren, probleem oplossen en beoordelen nieuwe situaties)
- sociale domein (besef van gedachten, gevoelens en ervaringen van anderen (empathie), interpersoonlijke communicatieve vaardigheden, vermogen vriendschap sluiten, sociaal oordeelsvermogen)
- praktische domein (leervermogen en zelfmanagement, baan, geldbeheer, vrijetijdsbesteding, plannen taken)
oorzaken verstandelijke beperking
- biologische factoren
- chromosomale en genetische aandoeningen
- infectieziekten en alcoholgebruik moeder zwangerschap
- psychosociale factoren
- blootstelling verarmde thuisomgeving, gebrek intellectuele stimulatie
- of combinatie van allebei
downsyndroom
stoornis die wordt veroorzaakt door aanwezigheid van een extra chromosoom van het 21ste paar (trisomie 21) en die wordt gekenmerkt door verstandelijke beperking en verschillende lichamelijke afwijkingen
- dus 47 i.pv. 46 chromosomen
- 1 op de 800 geboorten
- verhoogd risico ouders vanaf 35 jaar in 90% gevallen door eicel van de moeder
herkennen persoon met downsyndroom
- rond gezicht, brede, vlakke neus en kleine omlaaghellende huidplooien aan de binnenste ooghoeken
- uitstekende tong, kleine vierkante handen, korte vingers en gebogen pink, korte armen en benen
- vaak ook verstandelijke achterstand en misvormingen van het hart en ademhalingsproblemen
- geheugenstoornissen vooral bij mondelinge informatie, maakt school lastig, maar meeste kunnen leren lezen, schrijven en eenvoudige rekensommen met juiste opleiding en aanmoediging
- gem leeftijd 49 jaar
- geen behandeling mogelijk
andere chromosomale afwijkingen
- fragiele-x-syndroom
- klinefeltersyndroom
- turnersyndroom
- fennylketorunie (PKU)
fragiele-x-syndroom
erfelijke vorm van verstandelijke beperking die wordt veroorzaakt door gemuteerd gen op het X chromosoom
- bij 1 op 1000 - 1500 mannen en bij 1 op 2000 - 2500 vrouwen (vrouwen 2 X de ene goede compeseert wellicht daarom minder vaak)
- effecten lopen uiteen van milde leerstoornissen tot zeer ernstige verstandelijk beperking
- je kunt fragiele-x-mutatie hebben maar geen klinische tekenen en zo overdragen
- geen behandeling mogelijk
klinefeltersyndroom
komt alleen voor bij mannen en wordt gekenmerkt door aanwezigheid van een extra X-chromosoom
- XXY in plaats van XY
- 1 op de 500 a 1000 jongens
- ontwikkelen geen normale secundaire geslachtskenmerken
- lage spermaproductie en borsten vergroot
- slechte spierontwikkeling en onvruchtbaarheid
- lichte verstandelijke beperking of leerachterstanden
- soms komt men er pas achter bij vruchtbaarheidsonderzoek
turnersyndroom
komt alleen bij vrouwen voor en wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van maar 1 X chromosoom ipv XX
- uitwendige geslachtskenmerken ontwikkelen normaal maar ovaria slecht ontwikkelt, is minder oestrogeen
- vrouwen zijn kort van gestalte en onvruchtbaar
- hebben endocriene en cardiovasculaire problemen
- lichte verstandelijke beperking bij rekenen en natuurwetenschap
fennylketorunie (PKU)
genetische stoornis waardoor fenylalanine niet kan worden afgebroken. Tenzij kind op strikt dieet gezet leidt stoornis tot verstandelijke beperking
- bij 1 op 10.000
- fenylalanine en afbraakproduct fenylpyruvaat hoopt zich op
- de hoge concentraties beschadigd centraal zenuwstelsel
- kan met hielprik worden ontdekt
- geen geneesmiddel maar kind krijg eiwitsupplementen en voeding zonder fenylalanine (zit in alle eiwitten)
oorzaken pre- en perinatale factoren
- infecties of drugsgebruik tijdens zwangerschap
- Rubella (rode hond) bij moeder kan hersenbeschadiging geven
- syfilis, cytomegalovirus en genitale herpes (tijdens geboorte in geboortekanaal over op kind) kunnen ook tot verstandelijke beperking kind leiden
- alcohol moeder tot foetaal alcoholsyndroom - verstandelijke beperking
- roken moeder tot ADHD kind
- vroeggeboorte verhoogd risico verstandelijke beperking
- geboortecomplicaties zoals zuurstoftekort of beschadiging hoofd ook hoger risico neurologische aandoening kind
- kinderen die gifstoffen binnenkrijgen, zoals schilfers van loodhoudende verf ook hersenbeschadiging krijgen
ondersteuning en begeleiding bij kinderen met een verstandelijke beperking
- grotere kans op emotionele stoornissen daarom extra aandacht daaraan geven bij de begeleiding
- eigen onmacht en inzicht in tekortkomingen kunnen zelfvertrouwen en zelfbeeld beïnvloeden
- bij lichte versie met juiste training kan kind niveau van eind basisonderwijs bereiken, ze kunnen beroepsmatige vaardigheden leren en zichzelf via zinvol werk op minimaal niveau onderhouden
- bij ernstige of diepe beperking vaak in inrichting terecht
- tot voor kort te weinig aandacht voor de psychische problemen bij verstandelijke beperking, dacht dat psychotherapie niet zou werken maar er zijn aanwijzingen dat bij depressie en andere emotionele problemen wel van nut kan zijn
- vele hebben problemen met sluiten vriendschap en raken sociaal geïsoleerd.