Les 4 gebaren Flashcards
NEDERLANDS
NEDERLANDS
TAAL
TAAL
GEBAREN
GEBAREN
NEDERLANDSE GEBARENTAAL
NEDERLANDSE GEBARENTAAL
OPBOUW
OPBOUW
ZIN
les 4 00:55
ZIN
2x c uit elkaar
WOORD
WOORD
VOLGORDE
les 4 01:08
VOLGORDE
GEBAARVOLGORDE
GEBAARVOLGORDE
UITLEG
UITLEG
INTERPRETEREN
les 4 01:20
INTERPRETEREN
2x t. van voorhoofd naar op elkaar en draaien
ONTLEDEN
les 4. zinsontleding OGW
ONTLEDEN
in gwb: ZIN + ONTLEDING
ONTLEDING: als GRAMMATICA, maar dan naar onderen.
WERKWOORD
WERKWOORD
ZELFSTANDIG NAAMWOORD
les 4 01:55
ZELFSTANDIG NAAMWOORD
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
les 4 01:58
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
VOORNAAMWOORD
VOORNAAMWOORD
LIDWOORD
les 4 02:10
LIDWOORD
HOOFDWERKWOORD
les 4 02:18
HOOFDWERKWOORD
PERSOONSVORM
les 4 02:33
PERSOONSVORM
ONDERWERP
les 4 02:35
ONDERWERP
GEZEGDE
les 4 02:40
GEZEGDE
LIJDEND VOORWERP
les 4 02:45
LIJDEND VOORWERP
begin net als lammetje
MEEWERKEND VOORWERP
les 4 02:50
MEEWERKEND VOORWERP
ONTHOUDEN
les 4 02:57
ONTHOUDEN
SLECHTHOREND
SLECHTHOREND
AANDOENING
les 4 03:23
AANDOENING
beginnen met B0 naar lichaam toe snavel dicht
GEHOORGANG
les 4 03:29
GEHOORGANG
OOR
les 4 03:34
OOR
GEHOORAPPARAAT
GEHOORAPPARAAT
zin 1: Mijn naam is A-N-N-E-M-A-R-I-E-V-A-N-V-L-E-U-T-N.
zin 1: Mijn naam is Annemarie van Vleuten
zin 2: Nederlandse Gebarentaal is een echte taal.
zin 2: Nederlandse Gebarentaal is een echte taal.
zin 3: De opbouw van een zin is per taal verschillend.
LES 4 04:08
zin 3: ZIN OPBOUW TAAL VERSCHILLEND
zin 4: In alle zinnen staat een werkwoord.
zin 4: ALLE ZINNEN WERKWOORD AANWEZIG
zin 5: Het werkwoordelijk gezegde betekent alle werkwoorden in de zin.
zin 5: Het werkwoordelijk gezegde betekent alle werkwoorden in de zin.
zin 6: Als iemand gehoorverlies heeft, kan een gehoorapparaat soms helpen.
zin 6: Als iemand gehoorverlies heeft, kan een gehoorapparaat soms helpen.
IEMAND GEHOORVERLIES, INDEX2 KAN GEHOORAPPARAAT HELPEN.
zin 7: Morgen ga ik naar een P-R-E-T-P-A-R-K.
zin 7: Morgen ga ik naar een P-R-E-T-P-A-R-K.
zin 8: Vroeger ging ik altijd op vakantie naar Z-U-I-D-F-R-A-N-K-R-I-J-K.
zin 8: Vroeger ging ik altijd op vakantie naar Z-U-I-D-F-R-A-N-K-R-I-J-K.
VROEGER, INDEX1 ALTIJD VAKANTIE GAAN Z-U-I-D-F-R-A-N-K-R-I-J-K.
zin 9: Ik kan al die begrippen niet onthouden.
zin 9: Ik kan al die begrippen niet onthouden.
BEGRIPPEN INDEX1 ONTHOUDEN KAN-NIET
grammatica
les 4 00:25
GRAMMATICA
5 vingers 2x waaiers naar binnen
woordsoorten
les 4 01:45
WOORDSOORTEN
hulpmiddel
les 4 03:17
HULPMIDDEL
echte
les 4 04:04
echte
verschillend
les 4 04:11
verschillend
alle
les 4 04:16
alle
aanwezig
les 4 04:18
aanwezig
kunnen
les 4 04:40
kunnen
kan-niet
les 4 05:09
kan-niet
aandoening
les 4 03:25
aandoening
begrippen
les 4 05:06
begrippen
erfelijk
les 4 05:46
erfelijk
ZINSDELEN
les 4 02:30
zinsdelen
VAKANTIE
les 4 04:55
vakantie