Les 22 gebaren Flashcards

1
Q

JARIG

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

TAART

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

CADEAU

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

VERRASSING

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

BENIEUWD/NIEUWSGIERIG

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

VERJAARDAG

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

VISITE

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

VISITE..

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

WILLEN

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

NIET-WILLEN

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

KOFFIE

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

THEE

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

LIMONADE

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

SUIKER

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

KOEKJE

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

OP TAFEL

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

FAMILIE

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

VRIENDEN

19
Q

KENNIS

20
Q

KENNISSEN

21
Q

VERJAARDAG

22
Q

DECEMBER

23
Q

SPANJE

24
Q

PAKJESBOOT

25
Q

BEGIN NOVEMBER

26
Q

INTOCHT

27
Q

ZWARTE PIET

28
Q

GEKLEURDE PIET

29
Q

GOUDEN PIET

30
Q

STOOMBOOT

31
Q

zin 1: Ik ben 21 december jarig.

32
Q

zin 2: Ik 1989 ben ik geboren.

33
Q

zin 3: Mijn man viert zijn verjaardag niet meer.

34
Q

zin 4: Vroeger had ik altijd veel zin in mijn verjaardag.

35
Q

zin 5: De dag ervoor kon ik dan niet slapen.

36
Q

zin 6: Nu ik ouder ben, heb ik steeds minder zin in mijn verjaardag.

37
Q

zin 7: Veel mensen op visite, veel boodschappen doen: laat maar.

38
Q

zin 8: Cadeautjes krijgen blijft altijd leuk.

39
Q

zin 9: Sinterklaas is op 6 december gestorven.

40
Q

zin 10: Daarna is hij heilig verklaard.

41
Q

zin 11: Op 5 december is het pakjesavond.

42
Q

zin 12: Begin november komt hij naar Nederland.

43
Q

zin 13: Wist je dat hij ook in Engeland aankomt?