Les 21 gebaren Flashcards
DERMATOLOOG
.
LONGARTS
.
VAATCHIRURG
.
REUMATOLOOG
.
NEFROLOOG
.
MAAG-LEVER-DARMARTS
.
KINDERARTS
.
NEONATOLOOG
.
SPOEDEISENDEHULPARTS
.
TRAUMA-ARTS
.
TANDARTS
.
WACHTKAMER
.
ONDERZOEKKAMER
.
RÖNTGEN-KAMER
.
POLIKLINIEK
.
GROTE HAL
.
PARKEER-GARAGE
.
WINKELTJE
.
LIFT
.
TRAPPENHUIS
.
DAGVERBLIJF
.
VERLOSKAMER
.
RESTAURANT
.
SPEELKAMER
.
SPOELKEUKEN
.
KAPSALON
.
MORTUARIUM
.
GIPSKAMER
.
INTENSIVE CARE
.
TRANSPORTMEDEWERKER
.
WASSERIJMEDEWERKER
.
AFDELINGSASSISTENT
.
SCHOONMAKER
.
SECRETARESSE
.
BALIEMEDEWERKER
.
SPELLEIDSTER
.
KAPPER
.
WINKELBEDIENDE
.
OBER/SERVEERSTER
.
ADVISEUR
.
BEVEILIGINGSMEDEWERKER
.
APOTHEKERSASSISTENT
.
FYSIOTHERAPEUT
.
GYNAECOLOOG
.
OPERATIEASSISTENT
.
PEDAGOGISCH MEDEWERKER
.
ELEKTROTECHNICUS
.
MAATSCHAPPELIJK WERKER
.
ANESTHESIEASSISTENT
.
BELEIDSMEDEWERKER
.
KRAAMVERZORGENDE
.
ANALIST/ONDERZOEKER
.
LOGOPEDIST
.
KOK
.
VERPLEEGHULP
.
COMMUNICATIEADVISEUR
.
LABORANT
.
ADMINISTRATIE
.
PORTIER
.
DIËTISTE
.
LERAAR
.
STAGIAIRE
.
DIRECTEUR
.
WISKUNDEDOCENT
.
LERAAR ENGELS
.
KLEUTERJUF
.
ONDERBOUW-MEDEWERKER
.
BOVENBOUW-MEDEWERKER
.
HANDWERKJUF
.
GYMLERAAR
.
LASSER
.
STRATENMAKER
.
MONTEUR
.
SCHILDER
.
GLASZETTER
.
KLUSJESMAN
.
BOUWVAKKER
.
TIMMERMAN
.
LOODGIETER
.
ELEKTRICIEN
.
INSTALLATEUR
.
HOUTBEWERKER
.
SMID
.
zin 1: De logopedist helpt mij met mijn uitspraak.
zin 1
zin 2: De kinderarts onderzocht het jongetje.
zin 2
zin 3: De portier wees mij de weg.
zin 3
zin 4: De verpleegkundige gaf mij mijn medicijnen.
zin 4
zin 5: De verloskundige luisterde naar het hartje van mijn baby.
zin 5
zin 6: De verpleeghulp gaf mij een beker melk.
zin 6
zin 7: De kraamverzorgende hielp mij met de borstvoeding.
zin 7
zin 8: De elektrotechnicus zorgt voor de veiligheid rondom elektriciteit in het ziekenhuis.
zin 8
zin 9: De cardioloog heeft mij gedotterd.
zin 9
zin 10: De apothekersassistent gaf mij de juiste medicijnen.
zin 10
zin 11: De anesthesieassistent begeleidde mij bij de narcose.
zin 11
zin 12: De operatieassistent assisteerde de arts.
zin 12
zin 13: De fysiotherapeut masseerde mijn pijnlijke rug.
zin 13
zin 14: De communicatieadviseur bemiddelde tussen de twee artsen.
zin 14
zin 15: De kok heeft vandaag een heerlijke maaltijd gemaakt.
zin 15
zin 16: De laborante neemt bloed bij mij af.
zin 16
zin 17: Op de röntgenafdeling wordt een foto van mijn been gemaakt.
zin 17
zin 18: De secretaresse maakte een nieuwe afspraak voor mij op de poli.
zin 18
zin 19: De logopedist helpt mij met praten.
zin 19
zin 20: In de wasserij worden de handdoeken gewassen.
zin 20
zin 21: In de grote hal lopen veel mensen.
zin 21
zin 22: Ik kan koffie drinken in het dagverblijf.
zin 22
zin 23: Ik kan koffie drinken in het restaurant.
zin 23
zin 24: Op de kinderafdeling is ook een speelkamer.
zin 24
zin 25: In het winkeltje koopt mama voor mij een mooie ballon.
zin 25
zin 26: De neonatoloog zorgt voor heel kleine baby’s.
zin 26
zin 27: Soms moet ik lang wachten op de dokter.
zin 27
zin 28: De kno-arts kijkt in mijn keel.
zin 28
zin 29: De internist onderzoekt mijn buikt.
zin 29
zin 30: De baliemedewerker wijst mij aan hoe ik moet lopen.
zin 30