Les 28 gebaren Flashcards
1
Q
GOD DE VADER
A
.
2
Q
JEZUS
A
.
3
Q
HEILIGE GEEST
A
.
4
Q
KERK
A
.
5
Q
ZOON VAN GOD
A
.
6
Q
COLLECTEREN
A
.
7
Q
VERGADEREN
A
.
8
Q
CATECHESATIE
A
.
9
Q
KINDERDIENST
A
.
10
Q
CLUB
A
.
11
Q
BIJBEL
A
.
12
Q
HEILIGE MIS
A
.
13
Q
HOSTIE
A
.
14
Q
REFORMATIE
A
.
15
Q
HEILIGEN
A
.
16
Q
MARIA
A
.
17
Q
GEREFORMEERD
A
.
18
Q
HERVORMD
A
.
19
Q
GEREFORMEERD VRIJGEMAAKT
A
.
20
Q
PINKSTERGEMEENTE
A
.
21
Q
MARIA
A
.
22
Q
CHRISTENEN
A
.
23
Q
KATHOLIEKEN
A
.
24
Q
HEMEL
A
.
25
Q
HEL
A
.
26
Q
KERK
A
.
27
Q
KATHEDRAAL
A
.
28
Q
PROTESTANT
A
.
29
Q
DOPEN volwassene
A
.
30
Q
DOPEN kind
A
.
31
Q
zin 1: Er zijn veel verschillende kerken.
A
zin 1
32
Q
zin 2: Elke kerk heeft zijn eigen mening over de Bijbel.
A
zin 2
33
Q
zin 3: In het verleden hebben mensen vaak ruzie gemaakt in de kerk.
A
zin 3