Les 28 gebaren Flashcards
GOD DE VADER
.
JEZUS
.
HEILIGE GEEST
.
KERK
.
ZOON VAN GOD
.
COLLECTEREN
.
VERGADEREN
.
CATECHESATIE
.
KINDERDIENST
.
CLUB
.
BIJBEL
.
HEILIGE MIS
.
HOSTIE
.
REFORMATIE
.
HEILIGEN
.
MARIA
.
GEREFORMEERD
.
HERVORMD
.
GEREFORMEERD VRIJGEMAAKT
.
PINKSTERGEMEENTE
.
MARIA
.
CHRISTENEN
.
KATHOLIEKEN
.
HEMEL
.
HEL
.
KERK
.
KATHEDRAAL
.
PROTESTANT
.
DOPEN volwassene
.
DOPEN kind
.
zin 1: Er zijn veel verschillende kerken.
zin 1
zin 2: Elke kerk heeft zijn eigen mening over de Bijbel.
zin 2
zin 3: In het verleden hebben mensen vaak ruzie gemaakt in de kerk.
zin 3
zin 4: Daarom zijn er nu verschillende stromingen.
zin 4
zin 5: Vaak zijn ze het niet eens over de details.
zin 5
zin 6: De inhoud van de Bijbel is soms moeilijk.
zin 6
zin 7: Christenen geloven dat Jezus de zoon van God is.
zin 7
zin 8: God bestaat uit drie ‘delen/personen’. Zij vormen samen één God. Dat heet de drie-eenheid.
zin 8
zin 9: De drie-eenheid bestaat uit God de vader, de zoon Jezus en de Heilige Geest.
zin 9
zin 10: Jezus is gestorven voor de zonden van de mens, zodat zij naar de hemel kunnen.
zin 10
zin 11: Katholieken bidden tot Maria. Zij geeft het door aan Jezus.
zin 11
zin 12: Christenen bidden tot de drie-eenheid.
zin 12
JOODS
.
JODENDOM
.
KEPPEL
.
KOOSJES
.
DAVIDSTER
.
THORA
.
MENORA
.
SYNAGOGE
.
BESNIJDENIS
.
GROTE GERANDE HOED
.
GEBEDSKLEED
.
BAARD EN LANG HAAR
.
POERIMFEEST
.
ISRAËL
.
JERUZALEM
.
TEMPEL
.
OLIJFBERG
.
JOOD
.
zin 1: Keppel= een hoofddeksel, traditioneel gedragen door joodse mannen.
zin 1
zin 2: Koosjer= in overeenstemming met de regels van de joodse spijswetten.
zin 2
zin 3: Davidster= zespuntige ster, schild van koning David.
zin 3
zin 4: Thorarol= met de hand op de rol geschreven. Joodse religieuze rol papier.
zin 4
zin 5: Menora= een kandelaar met zeven armen.
zin 5
zin 6: Synagoge= een joods gebedshuis, vergelijkbaar met de kerk of moskee
zin 6
zin 7: Diaspora= verspreiding van joden over de wereld.
zin 7
ISLAM
.
KORAN
.
ISLAMIET
.
RAMADAN
.
VASTEN
.
MEKKA
.
RITUELE REINIGING
.
AALMOEZEN
.
PELGRIMSREIS
.
1X IN JE LEVEN
.
MOSKEE
.
zin 1: Het heilige boek van Islamieten is de Koran.
zin 1
zin 2: In het noorden van Afrika en in het oosten van Indië wonen veel islamieten.
zin 2
zin 3: Aartsengel Djibriel (Gabriël) gaf de woorden van Allah door aan Mohammed.
zin 3
zin 4: Sommige personen uit de Koran komen ook voor in de Bijbel.
zin 4
zin 5: De islam kent vijf zuilen. Deze taken moet iedere islamiet doen.
zin 5
zin 6: Voedsel moet aan regels voldoen. Varkensvlees eten mag niet.
zin 6