Les 20 gebaren Flashcards
1
Q
ik geef aan jou
A
1GEVEN2
2
Q
Jij/u geeft aan mij
A
2GEVEN1
3
Q
Zij/hij geeft aan mij
A
3GEVEN1
4
Q
Wij geven aan jullie
A
3awijGEVEN3bjullie
5
Q
Jullie geven aan ons
A
3ajullieGEVEN3bons
6
Q
Zij geven aan jullie
A
3azijGEVEN3bjullie
7
Q
Ik antwoord jou
A
1ANTWOORD2
8
Q
Jij/u antwoordt mij
A
2ANTWOORD1
9
Q
Zij/hij antwoordt mij
A
3ANTWOORD1
10
Q
Wij antwoorden jullie
A
3awijANTWOORD3bjullie
11
Q
Jullie antwoorden ons
A
3ajullieANTWOORD3bons
12
Q
Zijn antwoorden jullie
A
3azijANTWOORD3bons (??)
13
Q
Ik zeg
A
INDEX1 ZEGGEN
14
Q
Jij/u zegt
A
INDEX2 ZEGGEN
15
Q
Zij/hij zegt
A
INDEX3 ZEGGEN