Hoorcollege 6: Introductie inborn errors of immunity Flashcards

1
Q

Wat is IEI?

A

Afwijking in een van de componenten van het immuunsysteem, meestal door een monogenetische afwijking

Elke cel van het immuunsysteem kan aangedaan zijn en leiden tot een immuundeficiëntie, deze zijn vaak X-chromosoom gebonden, dus vooral mannen zijn aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Meest voorkomende IEI?

A

Primaire antistofdeficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Klinische kenmerken van IEI

A
  • Vaak opportunistische infecties
  • Failure to thrive
  • Chronische diarree
  • Leukocytopenie
  • Agammaglobulinemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom wordt IEI niet alleen door germline varianten veroorzaakt?

A

Mutatie komt in een later ontwikkelingsstadium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

X-linked agammaglobulinemie

A
  • X-linked
  • Bruton Tyrosine Kinase (BTK) gen: kinase in cascade, kan andere eiwitten fosforyleren
  • Belangrijk voor ontwikkeling B-lymfocyten
  • Bacteriële infecties
  • Immuunglobuline substitutie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Classificatie IEI

A
  1. Combined immunodeficiences
  2. Combined immunodeficienties with syndromic featurs
  3. Predominantly antibody deficiences: meest voorkomend, veel last van gekapselde bacteriën (gekapselde bacteriën zijn moeilijk te fagocyteren en moeten eerst herkenbaar gemaakt worden door antistoffen)
  4. Diseases of immune dysregulation
  5. Congenital defects of phagucytic dysorders
  6. Defects of intrinsic and innate immunity
  7. Auto-inflammatory disorders
  8. Complement deficineces
  9. Bone marrow failures
  10. Phenocopies of inborn errors: somatische mutaties. In de uitrijping vindt er in een cel een mutatie plaats. Deze heeft vaak een groeivoordeel. Als het een voorlopercel is, ontstaan er meerdere cellijnen van deze gemuteerde cel. Deze cellen zijn dubbel negatief en functioneren niet zoals het zou moeten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uitleg van classificatie

A
  • Eerste 2 categorieën slaan op adaptief, zowel cellulair als humoraal: T-cel defect, als je geen CD4 T-cellen hebt zijn je cellulaire en antistof responsen impaired, want T-cel nodig voor B-cel
  • 3 is antistof definities
  • 4 is defecten en abnormale responsen
  • 5 chronisch granulomateuze ziekte
  • 6 innate receptoren
  • 9 problemen aanmaak cellen
  • 10 later
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Typerende infecties per categorie

A
  • Antibody deficiencies: bacteriën
  • CID: opportunistische infecties, virus indectie, schimmelinfectie
  • Phagocytic defects: gekapselde bacteriën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Belang van identificatie van een genetische defect

A
  • Belangrijk voor diagnose en goede patiëntenzorg
  • Geeft nieuwe inzichten in het functioneren en dysfunctioneren van het immuunsysteem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

SCID

A
  • Onderliggende T-cel defect, heel ernstig
  • Zeldzaam, 1-2 nieuwe per jaar
  • Zeer ernstig, hoge mortaliteit
  • Behandeling mogelijk met BMT, veelal goede uitkomsten
  • Afwezigheid of niet-functioneren van T-cellen
  • Genetische defecten als ADA, IL-7Ra, IL3RG, JAK3, RAG1/2, artemis, CD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Afwezigheid van celtypen afhankelijk van gendefect

A
  • Vroeg effect: geen T, B, NK cellen
  • Andere defecten: alleen T OF geen T en NK, wel B maar niet functioneel
  • Later effect: wel voorlopers, maar niet werkzaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Klassieke presentatie SCID

A
  • Vroege onset (>3 maanden): tot 3 maanden nog antistoffen moeder
  • Herhaalde ernstige (opportunistische, normaal prima onder controle) infecties
  • Failure to thrive: kind ontwikkelt niet, vooral groei
  • Chronische diarree (gastro-enteritis)
  • Lymfocytopenie: geen T-cellen
  • Hypo-/agammaglobulinemie: na 3-6 maanden pas duidelijk, omdat dan de maternale antistoffen uit bloed zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Atypische SCID

A
  • Onset op later kinderleeftijd
  • Herhaalde ernstige opportunistische infecties
  • Failure to thrive
  • Lage aantallen T en B cellen
  • Hypo-/agammaglobulinemie
  • Auto-immuniteit/immune dysregulati
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Omenn’s syndroom

A
  • Erythrodermie – alopecia (hele rode huid en kaal)
  • Immune dysregulation – oligoclonale T-cellen (van 1 soort T-cellen heel veel)
  • Hepatosplenomegalie
  • Eosinophilia
  • Hyper IgE
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voorbeelden niet-infectieuze complicaties

A
  • Maligniteiten
  • Auto-immuniteit
  • Afwijkingen in groei
  • Gelaatsafwijkingen
  • Stralingsgevoelig
  • Gastro-intestinale klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Anti-cytokine auto-antibody associated syndromes

A
  • Cytokine: eiwit dat door een cel wordt uitgescheiden en invloed heeft op het gedrag van andere cellen. Interleukines behoren tot de cytokines: bevorderen celgroei en/of differentiatie, aanzetten tot productie van andere cytokines of chemokines
  • Chemokines: spelen een rol in het aantrekken van cellen van het immuunsysteem. Bij een ontsteking worden op deze manier cellen naar de goede plek geleid
17
Q

Leerdoelen

A
  • IEI zijn aangeboren afwijkingen van immuunsysteem
  • Antistof deficiënties zijn de meest voorkomende IEI bij kinderen en volwassenen
  • Verschillende gendefecten kunnen leiden tot hetzelfde klinisch fenotype
  • Hetzelfde gendefect kan leiden tot meerdere klinische fenotypen
  • IEI patiënten presenteren zich niet alleen met infectieuze complicaties
  • IEI worden niet alleen door germline mutatie veroorzaakt
18
Q

Take home

A
  • Inborn errors of immunity zijn aangeboren afwijkingen van het immuunsysteem
  • Antistof deficiënties zijn de meest voorkomende IEI bij kinderen en volwassenen
  • Verschillende gendefecten kunnen leiden tot hetzelfde klinische fenotype
  • Hetzelfde gendefect kan leiden tot meerdere klinische fenotype
  • IEI patiënten presenteren zich niet alleen met infectieuze complicaties