Hoorcollege 6: Introductie inborn errors of immunity Flashcards
Wat is IEI?
Afwijking in een van de componenten van het immuunsysteem, meestal door een monogenetische afwijking
Elke cel van het immuunsysteem kan aangedaan zijn en leiden tot een immuundeficiëntie, deze zijn vaak X-chromosoom gebonden, dus vooral mannen zijn aangedaan
Meest voorkomende IEI?
Primaire antistofdeficiëntie
Klinische kenmerken van IEI
- Vaak opportunistische infecties
- Failure to thrive
- Chronische diarree
- Leukocytopenie
- Agammaglobulinemie
Waarom wordt IEI niet alleen door germline varianten veroorzaakt?
Mutatie komt in een later ontwikkelingsstadium
X-linked agammaglobulinemie
- X-linked
- Bruton Tyrosine Kinase (BTK) gen: kinase in cascade, kan andere eiwitten fosforyleren
- Belangrijk voor ontwikkeling B-lymfocyten
- Bacteriële infecties
- Immuunglobuline substitutie
Classificatie IEI
- Combined immunodeficiences
- Combined immunodeficienties with syndromic featurs
- Predominantly antibody deficiences: meest voorkomend, veel last van gekapselde bacteriën (gekapselde bacteriën zijn moeilijk te fagocyteren en moeten eerst herkenbaar gemaakt worden door antistoffen)
- Diseases of immune dysregulation
- Congenital defects of phagucytic dysorders
- Defects of intrinsic and innate immunity
- Auto-inflammatory disorders
- Complement deficineces
- Bone marrow failures
- Phenocopies of inborn errors: somatische mutaties. In de uitrijping vindt er in een cel een mutatie plaats. Deze heeft vaak een groeivoordeel. Als het een voorlopercel is, ontstaan er meerdere cellijnen van deze gemuteerde cel. Deze cellen zijn dubbel negatief en functioneren niet zoals het zou moeten
Uitleg van classificatie
- Eerste 2 categorieën slaan op adaptief, zowel cellulair als humoraal: T-cel defect, als je geen CD4 T-cellen hebt zijn je cellulaire en antistof responsen impaired, want T-cel nodig voor B-cel
- 3 is antistof definities
- 4 is defecten en abnormale responsen
- 5 chronisch granulomateuze ziekte
- 6 innate receptoren
- 9 problemen aanmaak cellen
- 10 later
Typerende infecties per categorie
- Antibody deficiencies: bacteriën
- CID: opportunistische infecties, virus indectie, schimmelinfectie
- Phagocytic defects: gekapselde bacteriën
Belang van identificatie van een genetische defect
- Belangrijk voor diagnose en goede patiëntenzorg
- Geeft nieuwe inzichten in het functioneren en dysfunctioneren van het immuunsysteem
SCID
- Onderliggende T-cel defect, heel ernstig
- Zeldzaam, 1-2 nieuwe per jaar
- Zeer ernstig, hoge mortaliteit
- Behandeling mogelijk met BMT, veelal goede uitkomsten
- Afwezigheid of niet-functioneren van T-cellen
- Genetische defecten als ADA, IL-7Ra, IL3RG, JAK3, RAG1/2, artemis, CD
Afwezigheid van celtypen afhankelijk van gendefect
- Vroeg effect: geen T, B, NK cellen
- Andere defecten: alleen T OF geen T en NK, wel B maar niet functioneel
- Later effect: wel voorlopers, maar niet werkzaam
Klassieke presentatie SCID
- Vroege onset (>3 maanden): tot 3 maanden nog antistoffen moeder
- Herhaalde ernstige (opportunistische, normaal prima onder controle) infecties
- Failure to thrive: kind ontwikkelt niet, vooral groei
- Chronische diarree (gastro-enteritis)
- Lymfocytopenie: geen T-cellen
- Hypo-/agammaglobulinemie: na 3-6 maanden pas duidelijk, omdat dan de maternale antistoffen uit bloed zijn
Atypische SCID
- Onset op later kinderleeftijd
- Herhaalde ernstige opportunistische infecties
- Failure to thrive
- Lage aantallen T en B cellen
- Hypo-/agammaglobulinemie
- Auto-immuniteit/immune dysregulati
Omenn’s syndroom
- Erythrodermie – alopecia (hele rode huid en kaal)
- Immune dysregulation – oligoclonale T-cellen (van 1 soort T-cellen heel veel)
- Hepatosplenomegalie
- Eosinophilia
- Hyper IgE
Voorbeelden niet-infectieuze complicaties
- Maligniteiten
- Auto-immuniteit
- Afwijkingen in groei
- Gelaatsafwijkingen
- Stralingsgevoelig
- Gastro-intestinale klachten