Hoorcollege 14: Syndromale ID Flashcards
1
Q
Down (!)
A
- Breed midface
- Grote dikke tong
- Downslit ogen
- Doorlopende handlijnen
- Vaker ontstekingen: minder B- en T-cellen, suboptimale Ig respons en kleinere thymus
Diagnostiek: karyotype, chromosomen array, WES
2
Q
22q11 (!)
A
- Kleiner midface
- Lage oren
- Vaker ontstekingen: mindere ontwikkeling thymus, buis van eustacius
3
Q
Hyper IgE (!)
A
- Asymmetrie van gelaat/hemihypertrofie
- Grove huid, grove poriën
- Brede neus met brede neuspunt
- Prominent voorhoofd, diepliggende ogen
- Prominente onderlip
4
Q
Infecties bij syndromale aandoeningen zonder immuundeficiëntie
A
- Anatomische afwijkingen
- GE reflux, aspiratie
- Institutionalisering: resistente bacteriën
- Ondervoeding: verminderde immuniteit
5
Q
Syndromale primaire immuundeficiënties
A
- Karakteristiek fenotype bij genetisch syndroom
- Syndromale kenmerken meest in oog springend
- Meerdere orgaansystemen betrokken: skelet, neurologisch, huid, GI
6
Q
Kenmerken die wijzen op syndromale primaire immunodeficiëntie
A
- Infecties en/of immuun disregulatie
- Andere pathologie
- Dysmorfieën
- Skelet, CZS, gastro-intestinaal
- (Intrauteriene) groeiachterstand, microcefalie
- Mucocutaan: eczeem, molluscae, wratten
7
Q
Immunologische diagnostiek
A
- Antilichaam-afwijkingen: deficiëntie of juist hoge waarde, subklassen
- T-cel afwijkingen: aantal, functie
- B-cel afwijkingen: hoog, laag, klasse switch-problemen
- Afwijkende vaccinatie-respons
- Specifieke afwijkingen: bijvoorbeeld afwijkende interferon-gamma respons, cytokine onderzoek, NK cel functie
8
Q
Genetische diagnostiek
A
- Chromosomen, array
- WES
9
Q
Locatie van defecten
A
- DNA repair disorders: de eiwitten worden niet goed gemaakt verkeerde segment herschikking
- Epigenetic disorders
- Telomere instability disorders
- Chromosomal disorders
- Ribosomal disorders
- Signaling defects
- Metabolic disorders
- Disorders of vesicular formation, transport, fusion or function
10
Q
Belangrijkste doodsoorzaak Down
A
Cardiaal dus anatomische afwijkingen
11
Q
22q11
A
- Meest voorkomende na down
- Defecten in cellulaire afweer: T-cellen
- Codeert voor embryonale ontwikkeling van bovenste luchtwegen, thymus, schildklier en hart
- 80% lage T-cellen
- Autosomaal dominant, maar zeer variabel penetrant
- Antistofdeficiëntie: IgA, IgG2, SPAD, hypogammaglobulinemie
Uiterlijk:
- Small mid fase
- Cardiale problemen of schisis
- Laat met lopen en praten
- IQ 70
12
Q
Anhydrotic ectodermal dysplasia with immunodeficiëntie, afwijking in NEMO (x-linked)
A
- Vaak opportunistische infecties (waar normale mensen niet ziek van worden)-> recidiverende E.coli meningitis, recidiverende herpes zoster, recidiverende pneumonie, persisterende EBV infectie met EBV hepatitis, pulmonale aspergillose, candida infecties, cryptococcen
- Uiterlijke kenmerken: Blokvormig voorhoofd, abnormale dunne huid, abnormale ribbelige tanden, verminderde zweetklieren, dun haar, nagelafwijkingen, conische snijtanden, hypodontie Innate immuundeficiëntie-> mycobacterieel cellulair humoraal (hyper IgM)
- Heel zeldzaam
13
Q
Hyper IgE syndroom/Job
A
- Asymmetrie gelaat/hemihypertrofie
- Grove huid, grove poriën
- Brede neus met brede neuspunt
- Prominent voorhoofd, diepliggende ogen
- Prominente onderlip
- STAT mutatie
- Eczeem, fracturen, problemen met tanden wisselen, grof gelaat, lymfomen, koude abcessen: behandeling is antibiotica of HSCT
14
Q
Ataxia telangiectasia
A
- Cerebrale telangiectasie
- Oculocutane telangietasie
- Verhoogd risico op maligniteit
- Recidiverende LWI
- IGA, IgG2 en IgG4 deficiëntie
- 10% hyper IgM
- Specifieke antipolysaccharide antistof deficiëntie