Hoorcollege 3: Innate immuniteit Flashcards
1
Q
Algemene principes innate immuniteit (!)
A
- Snelle respons, niet specifke
- Mechanisch, chemisch, microbiologisch
- Fagocytose: herkenning van DAMP, PAMP, MAMP door PRR
- TRL4 kan LPS van bacteriën herkennen
- TLR7 herkent single strand RNA virussen (ligt op X)
- Complement dependent cytotoxicity (CDC): binden van C1 via antistof, C4-C2-C3-C5
- Klassiek: complement wordt geactiveerd door binding van antistof aan oppervlak
- Alternatief: bij contact met oppervlak van bacterie
- Lectine: door lectine type eiwitten die aan koolhydraatketens aan oppervlak pathogeen binden
- NK cellen: missing self hypothese, NK kunnen HLA1 herkennen. Als ze eigen HLA1 niet herkennen dan cel is vreemd
- Geen geheugen
2
Q
Verschil innate en adaptief (!)
A
Adaptief is minder snel, wel specifiek en geheugen en B- en T
3
Q
Celtypen bij innate + rol
A
- Parenchymcellen
- Macrofagen: fagocytose
- Mestcellen
- NK: doden a.d.h.v. missing self hypothese
- Leukocyten
- Endotheelcellen
- Neuronen
4
Q
Cytokine (!)
A
Eiwit dat door een cel wordt uitgescheiden en invloed heeft op het gedrag van andere cellen: bevorderen celgroei/differentiatie & aanzetten productie
5
Q
Chemokines (!)
A
Spelen een rol in het aantrekken van cellen van het immuunsysteem
6
Q
Inflammasoom
A
- Intracellulaire sensor
- Produceren cytokines die een immuunreactie activeren
- Aangeven dat er gevaar is
7
Q
Stappen acute cellulaire effecten
A
- Rolling adhesion
- Tight binding
- Diapedisis
- Migration