Hoorcollege 12: Granulocyten(functie)stoornissen Flashcards

1
Q

Granulocyten stoornis (!)

A

Te weinig:
- Te weinig aanmaak in beenmerg
- Teveel afbraak: antistoffen tegen granulocyten. Genetisch of via placenta (congenitale neutropenie)

Gestoorde beweging/adhesie:
- Leukocyten adhesie deficiency (LAD)
- Hyper IgE syndroom/Job syndroom
- Lazy leukocyte syndrome/chemotaxie stoornis

Gestoorde killing/fagocytose:
- Chronische granulomateuze disease (CGD)
- Myeloperoxidase deficiëntie
- Chediak-Higashi syndroom
- G6PD deficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer denken aan een granulocyten stoornis? (!)

A
  • Huid: ernstige of recidiverende bacteriële infecties
  • Mondholte: aften, tandvleesontsteking
  • Inwendige organen: opportunistische infecties (schimmels, bacteriën), pyogene infecties
  • Skeletinfecties: schimmels, opportunisten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Therapie granulocyten stoornis (!)

A
  • G-CSF (groeifactor)
  • SCT
  • AB bij infectie en evt. profylaxe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschillen aangeboren en verworven

A
  • Snelheid respons (aangeboren is snel)
  • Adaptieve maakt geheugen en innate niet
  • Persoonsspecifiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Functie granulocyten

A
  • Migratie
  • Fagocytose
  • NETose
  • Cytokines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Migratie

A

Verplaatsen van bloedbaan naar weefsel waar infectie is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fagocytose

A

Opeten van bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

NETose

A
  • Celdood waar het DNA en de eiwitten als een net uit de cel worden gegooid. Het net kan dan bacteriën gevangennemen
  • Net van eiwitten en DNA uit cel gooien en hier bacteriën gevangen in nemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cytokines

A
  • Kunnen een afweerreactie in gang zetten
  • Het afweersysteem aansturen/activeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Denken aan granulocyten stoornis bij

A
  • Ernstige of recidiverende bacteriële huidinfecties
  • Aften of gingivitis in mondholte en slijmvliezen
  • Pyogene en opportunistische infecties
  • Skeletinfecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer denken aan een afweerstoornis?

A
  • 2+ nieuwe oorontstekingen in de loop van een jaar
  • 2+ nieuwe sinus infecties in de loop van een jaar, zonder dat u allergisch bent
  • 1 pneumonie per jaar gedurende meer dan 1 jaar
  • Chronische diarree met gewichtsverlies
  • Herhaalde virale infecties (verhoudheden, koortsblaren, wratten, condylomen)
  • Herhaalde nood aan IV AB om van infectie te genezen
  • Herhaalde diepe abcessen van de huid of inwendige organen
  • Aanhoudende spruw (candida) of schimmelinfectie ter hoogte van de huid of elders
  • Infectie met normaliter onschadelijke tuberculosis-achtige bacteriën
  • VG van PID in familie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Specifiek, wanneer denken aan granulocytenstoornis?

A
  • Huidinfecties: ernstige of recidiverende bacteriële infecties
  • Mondholte en slijmvliezen: aften, gingivitis
  • Inwendige organen (longen, lever): pyogene infecties (recidiverend, refractair), opportunistische infecties (schimmels, bacteriën zoals Nocardia spp)
  • Skeletinfecties: schimmels, opportunisten
  • Bacteriële infecties: van longen en lever specifiek, lever: omdat als bacterie daar zit blijft granulocyt daar blijft zitten, longen: bloed en veneuze systeem, bacteriën blijven daar meer hangen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ernstige congenitale neutropenie

A

Oorzaak: uitrijpingsstoornis neutrofiel

Symptomen:
- Stomatitis/gingitivitis
- Pyogene infecties
- Gist
- Schimmelinfecties

Lab:
- Neutropenie (meestal < 0,2 x 10e9/l)
- Genetisch: ELANE (AD), HAX1 (AR)

Behandeling:
- G-CSF: nog net laatste beetje wat beenmerg kan neutrofielen aan te laten maken, maar vaak genetische mutatie dus niet vanaf oorsprong aanmaak
- Hematopoietische SCT

Prognose:
- Infecties, premaligne aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Auto-immuun neutropenie

A

Oorzaak:
- Onbekend
- Productie auto antistoffen tegen granulocyten: anti-HNA-1 waardoor versnelde afbraak (reeds in beenmerg)

Symptomen:
- (Recidiverende) bacteriële infecties

Lab:
- Neutropenie
- Via sanquin: anti-neutrofiele antistoffen

Behandeling:
- AB profylaxe
- Kortdurend G-CSF tijdens infectie

Prognose:
- Spontaan herstel na 2-3 jaar (reeds in 1e levensjaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leukocyten adhesie deficiëntie type 1

A

Oorzaak:
- Migratie/extravasatie probleem

Genetisch:
- ITBG2 gene (AR): CD18 omlaag = integrine

Symptomen:
- Omphalitis
- Laat afvallen navelstreng
- Pyogene infecties huid en longen
- Schimmelinfecties
- Slechte wondgenezing

Lab:
- Leukocytose

Behandeling:
- AB
- HSCT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Leukocyten adhesie deficiëntie

A

Leukocyten adhesie deficiëntie: de leukocyten zijn er wel, maar kunnen niet vasthaken aan het endotheel, dus kunnen niet op de plek van bestemming komen: migratie/extravasatieprobleem

Als de neutrofielen bij een jong kind heel erg laag zijn, dan zijn er waarschijnlijk antistoffen tegen de witte bloedcellen, waardoor ze kapot gaan:
- Allo-immuun neutropenie: allo-antistoffen (transplacentair, van moeder op kind)
- Symptomen: neonatale bacteriële infectie, omphalitis, laat afvallen navelstomp
- Lab: neutropenie
- Behandeling: antibiotica tijdens infectie of antibiotische profylaxe
- Prognose: zelf herstel na enkele weken/maanden

17
Q

Allo-immuun neutropenie

A

Oorzaak:
- Allo-antistoffen (transplancentaire, van moeder op kind) -> neutropenie

Symptomen:
- Neonatale bacteriële infectie
- Omphalitis
- Laat afvallen navelstomp

Lab:
- Neutropenie

Behandeling:
- AB tijdens infectie
- AB profylaxe

Prognose:
- Zelf herstel na enkele weken/maanden

18
Q

Nocardia

A
  • Gram+ vertakkende bacteriën
  • Actinomyces groep
  • In aarde en water
  • Inhalatie/directe
  • Normaal word je er niet ziek van
  • CGD
19
Q

CGD

A
  • Onvermogen tot het vormen van zuurstofradicalen (defect NADPH-complex)
  • Probleem: kan wel fagocyteren, dus wel kapselen maar met enzymen niet helemaal doden
  • Gefagocyteerde micro-organisme niet onschadelijk gemaakt
  • Pyogene infecties, intracellulaire bacteriën (mycobacteriën), schimmels, granulomen
  • AR of X-linked
20
Q

Waar kan een granulocytenstoornis tot leiden?

A
  • Ernstige of recidiverende bacteriële infecties
  • Aften
  • Gingivitis
  • Pyogene infecties (recidivernd, refractair),
  • Opportunische infecties (schimmels, bacteriën)
  • Skeletinfecties
21
Q

Hyper IgE syndroom

A

Oorzaak: complex, maar minder chemotaxie en mogelijk minder degranulatie granulocyten

Genetisch: STAT3 mutatie (AD), anderen

Symptomen: eczeem, fracturen, koude abcessen, s. aureus infectie, problemen met tanden wisselen, grof gelaat, auto-immuniteit, lymfomen

Lab: IgE > 2000

Behandeling: antibiotica, HSCT

Uiterlijke kenmerken:
- Asymmetrie gelaat / hemihypertrofie
- Grove huid, grove poriëN
- Brede neus met brede neuspunt
- Prominent voorhoofd, diepliggende ogen
- Prominente onderlip

22
Q

NADPH complex

A
  • NADPHoxidase complex: 5 eiwitten
  • Vormt zich als fagocyt gestimuleerd wordt door bacterie of schimmel
  • Het NADPH complex brengt een electron over naar een O2 molecuul-> superoxide
  • Leidt tot HOCl vorming: bleekmiddel
  • Vorming superoxide-> destructie gefagocyteerde bacteriën
23
Q

Take home

A

Gestoorde granulocytenfunctie:
- Te weinig in aantal
- Gestoorde beweging
- Gestoorde fagocytose of killing

Kliniek:
- Ernstige of recidiverende bacteriële infecties
- Aften
- Gingivitis
- Pyogene infecties (recidiverend, refractair)
- Opportunistische infecties (schimmels, bacteriën Nocardia spp)
- Skeletinfecties