Hoofdstuk 4 open OU Flashcards

1
Q

wat wordt gemeten met behulp van Theoretische opdrachten?

cognitieve capaciteiten en vaardigheden

de positie van een respondent op de schaal van een veronderstelde eigenschap

de houdng van een respondent ten opzichte van autorieteiten

Fysiologische parameters

A

cognitieve capaciteiten en vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is niet juist ten opzichte van een open vraag

Het antwoord dient te worden gegeven door het aankruisen van het meest juiste alternatief.

De lengte van het antwoord kan variëren van een woord tot een betoog

De respondent moet het antwoord zelf formuleren

Het antwoord kan een eesay zijn

A

dit is niet juist

Het antwoord dient te worden gegeven door het aankruisen van het meest juiste alternatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Als bij een te behalen doel creatieve taalvaardigheid een rol speelt, is het raadzaam

Een meerkeuzvraagvorm te kiezen

een open vraagvorm te kiezen
een creativiteit schaal te kiezen

geen enkele vragavorm te kiezen, immers creaticiteit is niet te meten

A

Een open vraagvorm te kiezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke problemen doen zich voor bij het interpreteren en categoriseren van het antwoord van een respondent op een open vraag

Beoordelen en categoriseren van antwoorden is tijdrovend

Niet alle respondenten zijn in staat hun gedachten schriftelijk weer te geven

respondenten begrijpen niet altijd wat met een vraag wordt bedoelt.

Alle drie antwoorden zijn correct

A

Alle drie antwoorden zijn correct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly