Gericht leren extra vragen van deel 1 Flashcards
Na de Eerste Wereldoorlog liepen de testontwikkeling in Amerika en die in Europa sterk uit een.
A In Amerika bleef de individuele diagnostiek populair, als gevolg van het vooral door de Gestaltpsychologie gedomineerde filosofische klimaat
B In Europa bleef de individuele diagnostiek populair, als gevolg van het vooral door de Gestaltpsychologie gedomineerde filosofische klimaat
In Europa bleef de individuele diagnostiek populair, als gevolg van het vooral door de Gestaltpsychologie gedomineerde filosofische klimaat
A In Amerika kwam, tegen een behavioristisch-positivistische achtergrond, maar vooral vanuit een praktische behoefte, het accent steeds sterker te liggen op kwantitatief verwerkbare groeps tests.
Centraal stond het bepalen van de kansen van de onderzochte op een positief resultaat in de te voorspellen situatie
B In Europakwam, tegen een behavioristisch-positivistische achtergrond, maar vooral vanuit een praktische behoefte, het accent steeds sterker te liggen op kwantitatief verwerkbare groeps tests. Centraal stond het bepalen van de kansen van de onderzochte op een positief resultaat in de te voorspellen situatie
A
Na WO I bleef in Europa, onder invloed van de Gestaltpsychologie, het personalisme en de fenomenologie vooral de individuele diagnostiek populatie
A Juist
B Onjuist
A
Bij welke tests gaat het om tests die uitsluitend eigenschappen als ruimtelijk inzicht, woordkennis of numerieke vaardigheid meten. Hiervan is een groot aan tal beschikbaar.
A speciale intelligentiefactoren
B Speciale niveautests
c ▌special aptitude
voor speciale intelligentiefactoren
Deze tests zijn toegespitst op een bepaald segment van de begaafdheid: een intelli gentieaspect, een geschiktheid of een vaardigheid, dat gewoonlijk niet tot de intelligentie wordt gerekend. Overigens is de vraag relevant wanneer een eigenschap onder intelligentie valt. Dit hangt ervan af welke theorie men aanvaardt.
A speciale intelligentiefactoren
B Speciale niveautests
c ▌special aptitude
Speciale niveautests
Onder deze tests vallen allereerst tests voor leergeschiktheden. Hiertoe kunnen worden gerekend de tests die zich richten op leercondities, zoals geheugentests, tempotests en concentratietests. Voorbeelden zijn de ▌Grünbaum-test, de ▌Bourdon-Wiersma-test en tests die gericht zijn op specifieke leergeschiktheden en werkgeschiktheden
A speciale intelligentiefactoren
B Speciale niveautests
c ▌special aptitude
▌special aptitude
Met deze test tracht men te meten in hoeverre de onderzochte het doel van een op leiding heeft bereikt.
A vorderingentests
B kennistest
vorderingentests
Een vorderingentest is niet hetzelfde als een kennistest. Men kan binnen de categorie van vorderingentests onderscheid maken tussen de specifiek op schoolvorderin gen gerichte kennistest (▌achievement test) en de op vaardigheden buiten de directe cogni tieve sfeer gerichte vaardigheidstest (▌proficiency test
De test vergelijkbaar met het in Nederland bekende proefwerk en schriftelijk examen.
A vorderingentests
B kennistest
kennistest
Als in een opleiding ook andere doel einden dan kennisvermeerdering worden nagestreefd, zal de vorderingentest andere eigenschappen hebben.
De overgang van kennistest naar vaardigheidstest is vloeiend. Strikt genomen zijn de tests voor begrijpend lezen en begrijpend luisteren ook vaardigheidstests
wie ontwikkelde een test om onderscheid te kunnen maken tussen luie en incapabele kinderen
Binet ontwikkelde samen met Simon
De intelligentiemeting boekte grote vooruitgang door uit te gaan van of voort te bouwen op de ideeën van Binet en Simon. Testen op grote schaal vond nog niet plaats, en van valideringsonderzoek was voor de Eerste Wereldoorlog nog geen sprake
a Periode tussen het verschijnen van de Binet-Simon-test en de Eerste Wereldoorlog.
b Periode voor het verschijnen van de Binet-Simon-test
Periode tussen het verschijnen van de Binet-Simon-test en de Eerste Wereldoorlog.
Ook ontstond een behoefte aan tests die minder afhankelijk waren van verschillen in taal en cultuur.
In 1918 ontstond naast de Army Alpha, de Army Bèta, die pantomimisch kon worden geïnstrueerd en geen beroep deed op taalkennis of verbale kwaliteit.
Het is niet zo dat in de VS de individuele test geheel door de schriftelijke test werd verdrongen. De individuele test nam een minder belangrijke positie in dan in Europa, maar het aantal individuele testbatterijen dat in deze periode verscheen is indrukwekkend. De belangrijkste individuele tests zijn de
A.Terman Merrill en de Wechsler series
B Army Alpha, en de Army Bèta
Terman Merrill en de Wechsler series
welke test voldeed aan twee zeer belangrijke testtechnische eisen.
Er werden standaardinstructies geformuleerd, zodat vergelijkbaarheid van testscores mogelijk werd, en daarnaast werden normen geconstrueerd, gebaseerd op een representatieve steekproef.
A.Terman Merrill
b Simon- Binet
c Stanford-Binet
Stanford-Binet
A In de testtheorie staat de vraag naar de betrouwbaarheid van een test centraal. Dit betekent dat er bij de test een normeringsonderzoek moet hebben plaatsgevonden.
B In de testtheorie staat de vraag naar de validiteit van een test centraal. Dit betekent dat er bij de test een normeringsonderzoek moet hebben plaatsgevonde
b In de testtheorie staat de vraag naar de validiteit van een test centraal. Dit betekent dat er bij de test een normeringsonderzoek moet hebben plaatsgevonde
uit welke theorie voortkomende invloeden, zoals het meten van voorkeuren voor bepaalde stimuli via ontvouwings- en preferentiemodellen, hebben blijvende invloed gehad op de psycho metrie (maar minder op de psychologische test). De scalogramanalyse van Guttman (1950), die vooral werd ontwikkeld voor het meten van attitudes, is een ander voorbeeld van blijvende invloed op de psycho metrie.
A rivaliserende theorie
B schaaltheorie
schaaltheorie
AStandaardisatie is een van de noodzakelijke voorwaarden voor de vergelijkbaarheid van test prestaties.
B Standaardisatie is Geen van de noodzakelijke voorwaarden voor de vergelijkbaarheid van test prestaties.
a Ook het voorwetenschappelijk oordeel draagt deze notie van vergelijken expliciet of impliciet in zich. Wil men de onderzochte ter vergelijking naast anderen plaatsen, dat moet de situatie waarin we deze persoon bezig zien vergelijkbaar zijn met de situatie waarin de referentiegroep heeft verkeerd. Het beste bereikt men dit door de situatie te standaardiseren
We vatten DIT op als de onafhankelijkheid van storende invloeden vanuit de persoon van de waarnemer, beoordelaar of interpretator
A ▌objectiviteit
B ▌subjectiviteit
▌objectiviteit
Het registreren en verwerken van het testgedrag tot score, categorie of classificatie, moet vrij zijn van aan de testleider gebonden invloeden. Dat heeft twee gevolgen. Ten eerste moet het voor de onderzochte niet uitmaken wie de beoordelaar is. Ten tweede impliceert objectiviteit openheid en reproduceerbaarheid van de test- en evaluatieprocedure. Aan de persoon van de testleider gebonden methoden van observeren, registreren en interpreteren zijn niet objectief, en het is vrijwel uitgesloten dat een ander op dezelfde wijze tot dezelfde resultaten kom
In het normeringonderzoek wordt op zijn minst een ……vastgesteld van zeer slechte tot zeer goede prestaties op een test. De testscore van de onderzochte persoon kan met deze rangorde worden vergeleken en de hoogte van de bepaalde testscore kan worden geëvalueerd
a rangorde
b schaal
rangorde
3.De belangrijkste ontwikkelingen vóór de constructie van de Binet-Simon-test zijn respectievelijk:
** de testontwikkeling binnen de psychiatrie.
** de methodiek van de experimentele psychologie
** de testpsychologie van Cattell.
5.De stimulerende werking van de experimentele psychologie op de test psychologie lag in haar methodiek van onderzoek, dwz: de exacte beschrijving van experimenteercondities, het controleren van de variabelen en de nauwgezette bewerking van de resultaten.
6.De remmende werking van de methode van de experimentele psychologie op de test psychologie is toe te schrijven aan het feit dat individuele verschillen in prestaties worden toegeschreven aan fouten inherent aan het experimenteerproces, terwijl de testontwerper juist belangstelling heeft voor verschillen tussen personen.
7.Cattell legde de nadruk op individuele verschillen tussen de testprestaties in de testontwikkeling.
8.De invloed vanuit de genetica ontstond door de aandacht voor verschillen in prestaties tussen personen.
9.De Binet-Simon-test opgaven bestaan uit een steekproef van complexe opgaven waarvoor het kind zich in het dagelijks leven en de schoolpraktijk gesteld ziet. De opgaven bestrijken een groot scala van problemen, maar zijn sterk verbaal van aard.
10.Het nieuwe in Binets benadering was drieledig:
** hij legde de nadruk op complexe in plaats van eenvoudige mentale processen.
** hij was empirisch georiënteerd.
** hij stelde voor een totaalscore te gebruiken voor het intelligentieniveau.
11.De twee zeer belangrijke testtechnische eisen waaraan werd voldaan bij de eerste Stanford Binet test in 1916, waren:
** standaardinstructies
** de constructie van normen op grond van een representatieve steekproef