Hoofdstuk 10 - Kindercardiologie Flashcards

1
Q

Geef een overzicht van alle niet-cyanogene congenitale hartafwijkingen.

A
  • ASD, VSD
  • Persisterende ductus arteriosus
  • Pulmonalisklepstenose
  • Aortaklepstenose
  • Coarctatio aortae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef een overzicht van alle cyanogene congenitale hartafwijkingen.

A
  • Tetralogie van Fallot
  • Tricuspied atresie
  • Transpositie van de grote vaten
  • Hypoplastisch linker hart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Juist of fout?

Een normaal KO neonataal sluit GEEN levensbedreigend CHG uit.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Juist of fout?

Een ASD doet zich meer voor bij meisjes.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bespreek de 3 types ASD.

A
  • ASD II (75%): foramen ovale en omliggend septum
  • ASD I (15%): ook mitralisklepinsufficiëntie
  • Sinus venosus defect (10%): ook abnormale pulmonale veneuze retour
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bespreek de hemodynamiek van een ASD.

A

Er is een continue RV volume overbelasting wegens een links-rechts shunt. Pulmonale hypertensie op kinderleeftijd is uitzonderlijk (<5%).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bespreek de symptomen van een ASD.

A
  • Klein ASD II: toevallige vondst
  • Groter ASD: voedingsproblemen, zweten, tachypneu, vermoeidheid, dyspnoe, wheezing, recidiverende BLWI, FTT, decompensatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de prognose van een ASD?

A

80% sluit spontaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bespreek de behandeling van ASD.

A
  • Symptomatisch: percutane occlusie bij ASD II, heelkundige correctie bij ASD I of sinus venosus defect
  • 3-4 jaar: ter preventie van rechter hartfalen en ritmestoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bespreek de fysiopathologie van een VSD.

A

Er is een links-rechts shunt met gevaar voor pulmonale hypertensie, afhankelijk van de grootte van het defect. Neonataal is er zelden een belangrijke shunt gezien de longweerstand nog verhoogd is tot de leeftijd van 6 weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bespreek de symptomen van een VSD.

A
  • Kleine defecten (<3mm): geen
  • Grote defecten: voedingsmoeilijkheden, dyspnoe, tachypneu, luchtweginfecties, FTT, decompensatie, hepatomegalie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bespreek de behandeling van een VSD.

A
  • < 3mm: expectatio, spontane sluiting normaal rond 3 jaar
  • Groot defect: farmaca bij decompensatie (furosemide, lisinopril), chirurgie bij aanslepende klachten en niet bijkomen in gewicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer sluit de ductus arteriosus normaal?

A

Binnen de 72 uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Juist of fout?

Pulmonaalklepstenose is meestal asymptomatisch.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaruit bestaat de behandeling van aortaklepstenose?

A
  • Neonaat: DA patent houden en ballondilatatie of chirurgische valvulotomie
  • Oudere kinderen: regelmatige follow up om tijdstip tot interventie te bepalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bespreek de kliniek van een coarctatio aortae.

A
  • Neonataal: decompensatie (slecht drinken, tachypnoe), acute collaps
  • Ouder kind: Hoge bloeddruk, afwezige femoralispolsen
17
Q

Wat is een tetralogie van Fallot?

A

Combinatie van
1. Groot VSD
2. Overrijdende aorta
3. RVOT obstructie
4. RV hypertrofie

18
Q

Wat zijn de symptomen van tetralogie van Fallot?

A
  • Neonatale cyanose
  • Eerste levensweken: asymptomatisch (wel geruis)
  • Anoxische aanvallen in 2e-3e levensmaanden
19
Q

Wanneer doe je chirurgie bij tetralogie van Fallot?

A
  • Bij een ernstige anoxische aanval
  • Asymptomatisch: sowieso op leeftijd van 6-12 maand
20
Q

Bespreek de kliniek van TGV.

A
  • Cyanose kort na de geboorte (altijd aanwezig!)
  • Rustige ademhaling
  • Geen hartgeruis
21
Q

Wat is op RX te zien bij een TGV?

A

Een liggend ei.

22
Q

Bespreek de behandeling van TGV.

A
  • Neonaat: menging verbeteren met prostaglandinen
  • Neonataal arteriële switch: goede prognose
23
Q

Wat is de oorzaak van paroxysmale supraventriculaire tachycardie?

A

Een accessoire bundel tussen VK en K. Zelden is er een structureel hartprobleem.

24
Q

Wat zijn de symptomen van paroxysmale supraventriculaire tachycardie?

A
  • Neontaal of jonge zuigeling in hartdecompensatie wegens ontelbare hartslag
  • Oudere kinderen: hartkloppingen met plots begin en plotse stop
25
Q

Hoe wordt paroxysmale supraventriculaire tachycardie behandeld?

A
  • ABC
  • Vagale manoeuvres
  • Adenosine snel IV
  • Cardioversie indien adenosine mislukt
  • Onderhoud met digoxine / sotalol gedurende 1 jaar
  • Ablatie
26
Q

Wat zijn de gevolgen van een congenitaal AV-blok?

A

Er zal hydrops foetalis ontstaan en de foetus zal overlijden.

27
Q

Wat zijn de symptomen van totaal AV-blok bij oudere kinderen?

A

Bradycardie.

28
Q

Wat is de behandeling van een totaal AV-blok?

A
  • Meestal geen behandeling nodig
  • Pacemaker bij syncope, inspanningsintolerantie, hartkloppingen of een hartritme van <55 bij de zuigeling en <45 bij het ouder kind
29
Q

Wat zijn de symptomen van het lang QT syndroom?

A

Plots BWZ verlies of plotse dood bij oefening, stress of emotie.

30
Q

Bespreek de behandeling van een lang QT syndroom?

A
  • Preventie snelle hartritmes met medicatie en vermijden van stress
  • Competitiesport en zwemmen verboden
  • Defibrillator
31
Q

Wat zijn symptomen die wijzen op cardiale syncope?

A

Inspanningsgebonden syncope, familiale voorgeschiedenis en hartkloppingen.

32
Q

Wat is de meest frequente hartziekte bij kinderen in ontwikkelingslanden?

A

Acuut reuma door GABHS.

33
Q

Hoe wordt de diagnose gesteld van acuut reuma?

A

Je hebt 2 majeure criteria nodig OF 1 major en 2 mineure + aanwijzingen van voorafgaande streptokokkeninfectie

Majeure tekens: carditis, polyartritis, erythema marginatum, subcutane noduli, chorea

Mineure tekens: koorts, artralgie, VG van acuut reuma, gestegen CRP, gestegen WBC, gestegen sedimentatiesnelheid

34
Q

Wat is de behandeling van acuut reuma?

A

Bedrust, anti-inflammatoire farmaca en profylaxe met maandelijks penicilline IM.

35
Q

Wanneer kan een post-pericardiotomie syndroom optreden? Wat zijn de symptomen?

A

5-10 dagen na een hartoperatie. Het kind presenteert zich met koorts, vermoeidheid, retrosternale pijn en uitstraling.

36
Q

Wat is de behandeling van het post-pericardiotomie syndroom?

A

Anti-inflammatoire medicatie (apsirine, NSAID, prednisone). Uitzonderlijk wordt een pericardpunctie uitgevoerd.