H8 Het nut van theorie Flashcards
Wat is wetenschap volgens de logisch positivisten?
Het observeren van de realiteit en het afleiden van een theorie door middel van inductie.
Wat is inductie?
Van empirie naar theorie. Theorieën zijn geen weergave van de realiteit, maar van onze vertekende interpretatie van het voor ons waarneembare stukje van de realiteit.
Wat is het inductieprobleem?
E.g. bij de uitspraak ‘alle zwanen zijn wit’, kun je nooit testen of alle zwanen die ooit hebben bestaan, die bestaan of ooit zullen bestaan wit zijn.
Wat zei de kritische rationalist Popper over theorieën?
Dat ze niet meer zijn dan onbewijsbare aannamen over hoe de wereld in elkaar steekt, en dat met deductie voorspellingen uit theorieën zijn af te leiden.
Wat is de theoriegeladenheid van waarnemingen?
Al onze waarnemingen worden gekleurd door eerdere ervaringen, vooroordelen, verwachtingen. Dus de waarnemingen zijn nooit volledig objectief.
Wat zijn paradigma/onderzoeksprogramma’s?
Waar maakte Lakatos een onderscheid tussen?
Verzameling van basisprincipes, theorieën, methoden en technieken.
Tussen harde kern van basisaannamen en een beschermgordel van theorieën.
De basisaannamen zijn niet aan de realiteit te toetsen, en er is geen objectieve maatstaaf. Als een paradigma wordt vervangen door een andere, is er geen gemeenschappelijk maat meer, en zijn ze dus incommensurabel.
Wat is metafysica?
Metafysica[1] is de wijsgerige leer die niet de werkelijkheid onderzoekt zoals ze ons gegeven wordt uit zintuiglijke of instrumentele waarneming (wat bijvoorbeeld de fysica doet), maar op zoek gaat naar het wezen van die werkelijkheid en wat er achter zit.
Wat is ontologie?
De ontologie of zijnsleer is onderdeel van de metafysica, de filosofische tak die het wezen onderzoekt dat achter de waargenomen werkelijkheid schuilgaat.
Wat is determinisme?
Determinisme is de opvatting dat alles in de wereld bepaald wordt door de blinde werking van de causaliteit. Dat wil zeggen: alles is, letterlijk, gedetermineerd en voltrekt zich omdat het nu eenmaal zo heeft moeten zijn.
Wat is reductionisme?
Reductionisme is de opvatting dat verklaringen voor fenomenen altijd zijn te herleiden tot verklaringen op onderliggende niveaus. Dat wil zeggen: sociologische verklaringen zijn te reduceren tot psychologische verklaringen, en die zijn op hun beurt weer te reduceren tot biologische verklaringen, en zo verder.
De (neuro)biologische benadering combineert XXX (genetische predispositie) en het XXX (processen die leiden tot psychopathologie). Fysiologische mechanismen dienen XXX te worden. Tegenwoordig gebeurt dit met behulp van XXX.
- determinisme
- Reductionisme
- hersteld
- psychofarmaca
De leertheoretische benadering is een sterk XXX paradigma, maar minder XXX. XXX worden niet gezocht in de werking van het lichaam, maar de interactie tussen lichaam en omgeving. XXX probeert disfunctioneel gedrag uit te doven en/of te vervangen. Toepassingen zijn XXX en XXX.
- deterministisch
- reductionistisch
- causale relaties
- Gedragstherapie
- fobieën
- impulsstoornissen
De cognitieve benadering is even XXX als de leertheoretische benadering, maar focust zich meer op XXX inhouden. Deze benadering is dus minder XXX. De cognitieve gedragstherapie richt zich op XXX, maar ook op correctie van XXX XXX. Toepassingen zijn XXX, XXX, XXX.
- deterministisch
- mentale
- reductionistisch
- gedragsverandering
- foutieve schema’s
- depressie
- angststoornissen
- psychoses.
De (neuro)biologische, leertheoretische en cognitieve benadering zien de mens als een XXX XXX waarvan het gedrag mechanische te verklaren is. Deze benaderingen worden behandeld met XXX therapie.
- fysiologishce machine
2. integratieve
Wat is de hermeneutische methode?
Door wie werd die opgesteld?
Stelt dat het menselijk bestaan niet natuurwetenschappelijk verklaard moet worden, maar met behulp van context.
Dilthey.
De psychoanalytische benadering heeft een XXX mensbeeld, maar is XXX van aard. Dit kan hermeneutisch geïnterpreteerd worden om aan te duiden hoe innerlijke conflicten de cliënt storen in het dagelijks functioneren. De nadruk ligt op de totale XXX en op de behandeling van algemene XXX.
- deterministisch
- interpretief
- persoonlijkheidsverandering
- persoonlijkheidspathologie
De humanistische benadering kenmerkt zich door haar XXX karakter. De mens leeft in een eigen XXX XXX. De nadruk ligt op het XXX; individu beschikt over een vrije wil. Therapie focust op het proces van XXX.
- hermeneutische
- subjectieve ervaringswereld
- voluntarisme
- zelfactualisatie
De systeembenadering is een reactie op het XXX. De nadruk ligt op het XXX: individu vormt samen met die context een systeem, waarbinnen gedrag tot stand komt. De systeembenadering is dus XXX. Dit is handig voor XXX- en XXXproblematiek.
- Reductionisme
- hoisme
- deterministisch
- relatie- en gezins
De psychoanalystische, humanistische en systeembenadering zijn minder geschikt voor een XXX aanpak, omdat ze XXX zijn met een deterministische en redutionistische ontologie.
- integratieve
2. incommensurabel
Waarom is er nooit sprake van een volledige theoretische integratie?
Vanwege de incommensurabiliteit van ontologische beginselen.
Wat is technisch electicisme?
Inzetten van uiteenlopende therapeutische technieken zonder theoretische integratie na te streven.
De keuze voor een benadering moeten we laten afhangen van effectstudies over welke 3 dingen?
- Problemen opgelost
- Tempo
- Duurzame effecten
Wat is de consequentie van een atheoretische houding in zowel de therapeutische praktijk als bij empirisch onderzoek?
Zonder theorie zijn de observaties betekenisloos.
Reductionisme (Latijn: reducere, herleiden tot, terugvoeren op) is de opvatting die stelt dat de natuur van complexe entiteiten steeds herleid kan worden tot meer fundamentele entiteiten.
Het enige wat we ooit zeker zullen weten, is dat we geen gelijk hebben.
Al onze pogingen om te bewijzen dat we wel gelijk hebben - bijvoorbeeld als we een theorie hebben over de oorzaken van angststoornissen - stranden in fundamentele onzekerheden. Onze waarneming is fysiologisch beperkt. Op onze zintuigen kunnen we dus niet volledig vertrouwen. Onze redeneringen zijn vertekend door biases. Ook onze ratio kunnen we dus niet volledig vertrouwen. De grootste drempel is echter het inductieprobleem. Zelfs als we even accepteren dat waarneming en ratio gebrekkig zijn, dan maakt het inductieprobleem nog dat we op basis van een per definitie beperkt aantal waarnemingen nooit zeker kunnen weten of onze theorieën in alle relevante gevallen kloppen.
Dit betekent dat er nog maar een weg over is. We moeten accepteren dat onze theorieën over de wereld louter hypothetisch zijn. Wat we vervolgens wel kunnen doen is met behulp van deductie specifieke hypothesen uit onze theorieën afleiden. Immers, van deductie weten we zeker dat zij, mits correct uitgevoerd, altijd tot kloppende hypothesen leidt. Die hypothesen kunnen we vervolgens empirisch toetsen. Zolang zij daarbij bevestigd worden, mogen we onze theorie voorlopig accepteren als aannemelijk. Zodra bij die empirische toetsing blijkt dat onze theorie niet bevestigd wordt, weten we eindelijk een ding zeker: onze theorie klopte niet. Met die zekerheid op zak, kunnen we vervolgens aan een nieuwe theorie beginnen.