H15 Somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen Flashcards
Waardoor wordt de somatisch-symptoomstoornis gekenmerkt?
Lichamelijke klachten die samen gaan met:
- Veel lijdensdruk
- en/of dagelijks functioneren
- Extreme gedachten /gevoelens / gedragingen
Waardoor wordt ziekteangststoornis gekenmerkt? 3x
- Preoccupatie met het hebben van een ernstige niet-gediagnosticeede somatische aandoening gepaard met angst.
- Geen of weinig lichamelijke klachten
- Preoccupatie moet min 6 maanden aanwezig zijn.
Waardoor wordt conversiestoornis (=functioneel-neurologische symptoomstoornis) gekenmerkt? 3x
- 1 of meer veranderingen in de willekeurige motorische of sensorische functies die niet het gevolg zijn van een neurologische of somatische aandoening.
- Veel lijdensdruk of beperkt functioneren
- Kan korter dan 6 maanden bestaan
Waardoor wordt de diagnose “psychische factoren die somatische aandoeningen beïnvloeden” gekenmerkt?
Duidelijk aanwijsbare psychische of gedragsfactoren die een ongunstige invloed hebben op het beloop van een somatische aandoening doordat ze het beloop verergeren, of het herstel vertragen, waardoor het risico op lijdensdruk, overlijden of invaliditeit wordt vergroot.
Waardoor wordt de ‘nagebootste stoornis’ gekenmerkt? 2x
- Voorwenden van somatische of psychische klachten of:
2. Doelbewust opwekken van verwonding of ziekte bij zichzelf of bij een ander waarbij de misleiding aantoonbaar is.
Hoe heet de ‘nagebootste stoornis’ bij recidiverende episoden?
Munchhausen syndroom (bij zichzelf) of Munchhausen by proxy (bij anderen)
Wat zijn de 2 overige classificaties onder “somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen”?
- Andere gespecificeerde somatisch-symptoomstoornis of verwante stoornis
- Andere ongespecificeerde somatisch-symptoomstoornis of verwante stoornis
Wat is de prevalentie van somatisch-symptoomstoornissen?
Hoger bij mannen of vrouwen?
5-7%
Hoger bij vrouwen
Bij hoeveel % van mensen met somatisch-symptoomstoornissen verbeteren klachten in de loop van de tijd?
En bij hoeveel % verergeren ze?
50-70%
Verergeren: 10-30%
Model psychologische mechanismen bij het ontstaan en voortduren van lichamelijke klachten met bijbehorende psycholgische interventies van Looper en Kirmayer.
Match het mechanisme met de interventie:
Mechanismen:
- Fysiologische veranderingen + emotionele arousal
- Aandacht voor lichamelijke symptomen
- Toeschrijven (attributie) van lichamelijke symptomen aan een ernstige ziekte
- Ziekteangst, catastroferen, demoralisatie
- Communicatie over distress, geruststelling zoeken
- Vermijding en beperkingen
- Sociale reacties
Interventies:
- Herintepretatie, psycho-educatie
- Exposure, graded activity
- Aandachtstraining
- Partner-, relatie- of gezinstherapie
- Pharmacologische interventie, ontspanningstraining
- Reattributie, gedragsexperimenten
- Adequate geruststelling geven, responspreventie, verandering van ziektegedrag
- 5
- 3
- 6
- 1
- 7
- 2
- 4
Wat is lichamelijke attributie?
Waar resulteert dit in? 3x
Lichamelijke signalen interpreteren als gevaarlijk of bedreigend, toeschrijven aan lichamelijke ziekte.
Dit resulteert in
- zorgen over de gezondheid,
- catastrofale gedachten
- Demoralisering
Wat is sociale reactie?
Dat sociale relaties het vermijdende gedragspatroon als gevolg van lichamelijke attributie kunnen versterken of herstel bevorderen.
Bij welke 2 stoornissen is het model van Looper en Kirmayer minder goed toepasbaar?
- Conversiestoornis
2. Nagebootste stoornis
Uit welke 5 klachtendimensies bestaat de anamese?
Waar wordt daarnaast naar gekeken?
- Somatisch
- Cognitief
- Emotioneel
- Gedrag
- Sociaal
Mogelijke comorbide psychiatrische stoornissen
Wat wordt vaak gebruikt voor het vaststellen van de intensiteit van de klacht?
De visuele analoge schaal (10-punt / 4-punt).