H12 Depressieve en bipolaire stoornissen Flashcards
In de DSM-V wordt onderscheid gemaakt tussen welke 2 typen stemmingsstoornissen?
- Depressieve stemmingsstoornissen
2. Bipolaire stoornissen
Welke subcategorieën van depressieve stemmingsstoornissen beschrijft de DSM-V (5x)?
- Disruptieve stemmingsdisregulatie stoornis
- Depressieve stoornis
- Persisterende depressieve stoornis
- Premenstruele stemmingsstoornis
- Depressieve stemmingsstoornis door middel/medicatie of somatische aandoening
Waar wordt de disruptieve stemmingsdisregulatie stoornis door gekenmerkt (3x)?
- Aanhoudende prikkelbare stemming
- Hevige driftbuien
- Diagnose wordt alleen gesteld onder de 18 jaar
Waar wordt de depressieve stoornis door gekenmerkt (3x)?
- Depressieve stemming en/of anhedonie
- Kan op elke leeftijd ontstaan, maar risico op eerste episode is groter vanaf puberteit.
- Na eerste episode is kans op een tweede 50%, en daarna nog hoger.
N.B. Moet niet worden verward met rouw
Waar wordt de persisterende depressieve stoornis door gekenmerkt (3x)?
Met welke psychische stoornis wordt het vaak verward?
Wat is een synoniem voor de stoornis?
- Chronische stoornis van min. 2 jaar
- Afwezigheid van symptomen mag max 2 maanden zijn.
- Kan in puberteit ontstaan.
Wordt vaak verward met persoonlijkheidsstoornis.
Synoniem: dysthymie
Waar wordt de premenstruele stemmingsstoornis door gekenmerkt (1x)?
Klachten in de week voor de menstruatie. Verdwijnen binnen enkele dagen na menstruatie.
Hoe wordt de depressieve stemmingsstoornis door middel/medicatie of somatische aandoening gediagnostiseerd (2x)?
Waar is deze stoornis het gevolg van?
- Door aanwijzingen te vinden in de ziektegeschiedenis, of
- Door het doen van lichamelijk onderzoek of laboratoriumonderzoek.
Zijn het gevolg van organische aandoeningen of van het gebruik van medicijnen, alcohol of drugs.
Welke subcategorieën van bipolaire stoornissen beschrijft de DSM-V (4x)?
- Bipolaire I stoornis: manische episoden, meestal afgewisseld met depressieve episoden.
- Bipolaire II stoornis: minstens één depressieve en één hypomane episode.
- Cyclothyme stoornis: talrijke episoden met lichte hypomane symptomen die afgewisseld worden door talrijke episoden met lichte depressieve episoden, die niet voldoen aan de criteria voor een hypomanische en depressieve episode. Minstens 2 jaar.
- Bipolaire stemmingsstoornis door middel/medicatie of door somatische aandoening
Symptomen van de meest voorkomende stemmingsstoornissen kunnen worden onderscheidden in welke 3 groepen?
- Depressieve episoden:
- minstens 2 weken depressieve stemming of verlies van interesse en plezier - Manische episoden:
- minstens 1 week een overdreven uitgelaten of prikkelbare stemming
- toegenomen doelgerichte activiteiten of energie
- beperkt dagelijks functioneren. - Hypomane episoden:
- minstens 4 dagen overdreven uitgelaten of prikkelbare stemming
- toegenomen doelgerichte activiteiten of energie
Kent het risico op het ontwikkelen van een bipolaire stoornis een sterk genetische bijdrage?
Ja
Zijn symptomen van een bipolaire stoornis seizoensgebonden?
Ja.
Depressieve episoden vooral in voor- en najaar.
Manische episoden vooral in zomer.
Tijdens welke episoden zoeken mensen met een bipolaire stoornis vooral hulp?
Mensen met welke vorm van bipolaire stoornis zoeken weinig hulp?
Depressieve episode
Cyclothyme stoornis. Als ze hulp zoeken, is dat vanwege andere problemen.
Wanneer wordt de restcategorie ‘anders gespecificeerd’ gebruikt?
Als symptomen klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het functioneren veroorzaken, maar niet volledig voldoen aan de criteria.
Wanneer wordt de restcategorie ‘ongespecificeerd’ gebruikt?
Als de clinicus ervoor kiest niet te specificeren waarom de symptomen niet voldoen aan de criteria (zoals bij spoedeisende hulp).
Welke 2 typen specificatiemogelijkheden kent de DSM-V?
- Beschrijven van laatste stemmingsepisode
2. Beschrijven van het beloop
Welke specificaties zijn relevant bij depressieve episoden (5x)?
- Melancholische kenmerken:
ervaren van alle plezier verdwenen - Atypische kenmerken:
stemmingsreactiviteit, slaapt en snoept meer, langdurige gevoeligheid voor (mogelijke) kritiek, MAO-remmers werken goed - Psychotische kenmerken:
hallucinaties en/of wanen, wel/niet stemmingscongruent - Seizoensgebonden patroon:
winterdepressies - Peripartum:
binnen 4 weken na bevalling
Wanneer is er sprake van remissie?
En van partiele remissie?
Bij volledig herstel
50% vermindering van klachten
Wanneer spreken we van terugval?
Wanneer spreken we van recidief?
Na kortdurende (<2 maanden) opknapping.
Na langdurige (>2 maanden) opknapping
Wanneer spreken we van rapid cycling bipolaire stoornis?
Als zich binnen 1 jaar 4 of meer episoden voordoen.
Van welke interviews/vragenlijsten wordt er gebruikgemaakt bij het vaststellen van stemmingsstoornissen (11x)?
- SCI: structural clinical interview
- ICD-10: composite international diagnostic interview
- GHQ: general health questionnaire (zelfraportage, alleen depressie)
- SCL-90: symptom checklist-90 (zelfraportage, alleen depressie)
- MDQ: mood disorder questionnaire (alleen voor screening)
- BSDS: bipolar spectrum diagnostic scale (alleen voor screening)
- HRSD: hamilton rating scale for depression
- MADRS: montgomery-asberg depression rating scale
- BDI: beck depression inventory
- IDS: inventory of depressive symptomatology
- YMRS: young mania rating scale