H22 Dissociatieve stoornissen Flashcards
Kenmerken dissociatieve stoornissen?
Wat zijn de kernsymptomen?
Verstoring in de normale integratie van bewustzijn, geheugen, emotie, identiteit of gedrag.
- Depersonalisatie
- Derealisatie
- Dissociatieve amnesie
- Fugue (zweven of gericht reizen
Pierre Janet bedacht het concept dissociatie. Wat houdt dit in?
Proces waarbij van buiten de persoon komende bedreigende of traumatische invloeden vanwege hun overweldigende karakter niet in de herinnering worden geïntegreerd, maar als afgesplitste bewustzijn kernen kunnen voortbestaan.
Freud beschreef het concept verdringing. Wat houdt dit in?
Proces waarbij vanuit de persoon zelf afkomstige agressieve of seksuele impulsen worden afgeweerd.
Ernest Hilgard beschreef cognitief functioneren als…
Hij ontwikkelde ook de neodissociatietheorie. Wat houdt dit in?
een reeks parallelle processen waarbij hiërarchie bestaat: de executive ego stuurt de subsystemen aan.
Dissociatie is een verstoring van de normale hierarchie
Wanneer treed dissociatie vooral op?
Welke 2 functies kan het hebben?
Bij stressvolle of traumatiserende omstandigheden
Beschermend (pijn onderdrukkend)
Belemmerend (afleidend)
Waar komt acute derealisatie of depersonalisatie bij voor?
En in welke vorm?
Bij een bedreigende situatie
Freezing, waarbij slachtoffers niet vluchten en ongevoelig worden voor pijn
Met welke instrumenten worden dissociatieve symptomen vastgesteld? 2x
Dissociative experience scale (DES) Dissociation questionnaire (DIS-Q)
Heeft de dispositie tot dissociatieve stoornissen een erfelijk component.
Wat is de prevalentie van depersonalisatie bij oorlogsveteranen? En bij depressieve stoornis?
Ja
30%
60%
Wat is de prevalentie dissociatieve stoornissen bij psychiatrische patienten?
Hoeveel % hiervan heeft een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS)?
8%
2%
Bij hoeveel % van de bevolking komt terugkerende of langdurige vorm van dissociatie voor?
1-2%
Bij hoeveel % van oorlogsveteranen komt amnesie voor?
Hangt ernst en duur van de traumatische ervaring samen met ernst van amnesie?
5-20%
Ja
Blijft de realiteitstoetsing intact bij depersonalisatie en derealisatiestoornis?
Ja
Wat zijn mogelijke oorzaken van de depersonalisatie en derealistatiestoornis? 5x
- disfunctie temporaalkwab
- gebruik van drugs/alcohol/neurepileptische middelen
- hevige stress
- bedreigd voelen
- sociale angst
Waar duidt een verhoogde activiteit PFC en inhibitie van limbische gebieden op bij depersonalisatie en derealisatiestoornis?
Waar zorgt dit voor? Wat draagt hier aan bij? 2x
Onderdrukking emoties
Buffer voor emotionele reacties, samen met noradrenaline en mate van depersonalisatie
Waardoor wordt dissociatieve amnesie gekenmerkt?
Niet herinneren van persoonlijke informatie tijdens 1 of meer episoden
Wat is het mechanisme van dissociatieve anmnesie?
Declaratieve geheugen (expliciete geheugen) is verstuurd, terwijl het procedurele geheugen (impliciete geheugen) doorgaans intact blijft. Vaak komen gaten in de tijd voor, en de ervaring kan voorwerpen bezitten waarvan de ehrkomst niet bekend is. Soms treedt spontaan herstel op wanneer mensen weer in veiligheid zijn.
Wat zijn oorzaken van dissociatieve amnesie en fugue? 3x
- trauma’s
- buitensporig alcoholgebruik
- schedeltrauma
Waarom is de diagnostiek van dissociatieve amnesie niet eenvoudig?
- somatische aandoeningen die ook een amnetisch beeld veroorzaken (schedeltrauma, intoxicaties, verlaagde bloedsuikergehalte, transient global amnesia, partiele epilepsie)
- kan onderdeel zijn van PTSS
- Daders simuleren vaak amnesie en helaas is deze simulatie niet te onderscheiden van amnesie
Waaronder is dissociatieve fugue ondergebracht in de DSM-V? Waarom?
Hoelang duurt het?
Dissociatieve amnesie, vanwege de zeldzaamheid en de prominente rol van amnesie tijdens fugue.
Fugue komt voor bij andere aandoeningen maar is opvallender voor buitenstaanders en minder ver reizen.
Enkele uren tot maanden en gaat vanzelf over.
Wat is de behandeling van dissociatieve amnesie? 2x
Wat is het doel van de behandeling?
Explorerende psychotherapie en/of hypnose
Doel: herinneringen geleidelijk re-integreren (zonder heftige emoties)
Kenmerken dissociatieve identiteitsstoornis (DIS)
Hoe heette dit voorheen?
- 2 of meer persoonlijkheidstoestanden of identiteiten die de controle over het gedrag (en de beleving) afwisselend overnemen.
Meervoudige persoonlijkheidsstoornis (MPS)
Oorzaken DIS 3x
- Mishandeling
- Seksueel misbruik
- Incest in jeugd
Hoe wordt DIS ook wel gezien?
Wat is het verschil?
Vorm van chronische PTSS. De cliënten ervaren niet opnieuw traumatische ervaringen, maar vertonen aangeleerde hulpeloosheid.
Comorbiditeit DIS 5x
Hoog
Depressie PTSS Somatisch-symptoomstoornis Slaapstoornissen Borderline