H7: Excitation of Skeletal Muscle Flashcards
Elk zenuwuiteinde maakt nabij het middelpunt verbinding met de spiervezel doormiddel van?
een neuromuscular junction (NMJ).
Hoeveel NMJ’s zijn er per spiervezel (bij de meeste)?
1
Welke structuur vormen de vertakkingen van een zenuwuiteinde op het oppervlak van een spiervezel?
de motorische eindplaat, deze wordt bedekt door één of meerdere cellen van Schwann die de structuur isoleren van omliggende vloeistoffen.
Wat is de neurotransmitter van de NMJ?
Acetylcholine
Hoe heet het deel van het spiervezelmembraan waar een axon het membraan doordringt?
Hoe heet het deel van het axon wat zich hier bevind?
Hoe heet de ruimte tussen het axon gedeelte en het membraan?
De synaptische goot/synaptische trog.
Het terminale uiteinde van het axon/ terminale axon.
De synaptische ruimte/synaptische spleet.
Wat zijn subneurale spleten en wat is hun functie?
Vele kleine plooien op de bodem van de synaptische goot in het spiervezel membraan. Vergoten het oppervlakte waarop de synaptische transmitter (acetylcholine) kan werken.
Waar wordt ACh gesynthetiseerd en waarom hier?
in het cytoplasma van het terminale axon en wordt daarna snel opgenomen door de vele kleine synaptische blaasjes. In de terminal van het axon bevinden zich vele mitochondriën die ATP leveren voor de synthese.
Hoe wordt ACh afgebroken in de synaptische ruimte?
In de synaptische spleet bevind zich een grote hoeveelheid acetylcholinesterase, wat acetylcholine kapot maakt een paar milliseconden nadat het vrijgelaten is door de synaptische blaasjes.
Hoeveel synaptische vesikels worden gesecreerd bij een impuls?
Ongeveer 125
Wat leidt tot secretie van ACh zodra er een impuls aankomt in de terminale axon?
Voltage gated Ca kanalen openen, waardoor Ca naar binnen diffundeert en de vesikels exocyteren
Waaruit bestaat een (foetale) acetylcholine receptor?
5 eiwit subeenheden:
2 alfa
1 bèta
1 delta
1 gamma (foetaal)/ 1 epsilon (volwassen)
Deze eiwitten vormen samen een buisvormig kanaal. Dit kanaal blijft dicht totdat 2 acetylcholine moleculen zich binden aan de twee alfa eiwitten waarnaar het kanaal zich opent. Negatieve ionen kunnen hier NIET doorheen.
Welk ion stroomt er voornamelijk door het acetylcholine-afhankelijke kanaal, en waarom? (2)
Vooral natrium:
- omdat alleen natrium en kalium in grote hoeveelheden aanwezig zijn in de extracellulaire en intracellulaire vloeistof.
- omdat het negatieve membraanpotentiaal de natriumionen naar binnen trekt en tegelijkertijd de uitstroom van kalium voorkomt.
Welke structuren zorgen nog meer voor post-synaptische depolarisatie van de spiercel?
Voltage gated ionkanalen openen ook als de acetylcholine receptoren genoeg depolarisatie hebben gemaakt.
Op welke manieren verdwijnt acetylcholine uit de synaptische spleet?
- Afbraak door acetylcholinesterase, dit zit voornamelijk vast aan de sponsachtige laag fijn bindweefsel welke de synaptische spleet bekleed.
- Diffusie uit de synaptische spleet
Wat is de drempelwaarde voor het genereren van een eindplaatpotentiaal?
-40mV, hier openen ook de spanningsafhankelijke kanalen.