Biomaterialen samenvatting Flashcards

1
Q

Wat is een biomateriaal?

A

een niet levend materiaal, in een medische toepassing, met als doel een interactie te hebben met het biologische systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is biocompatibiliteit?

A

de mogelijkheid van een materiaal om te presteren, bij implementatie, met een gewenste respons van de ontvanger in een specifieke toepassing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de materiaalklassen? (4)

A
  1. Polymeren
  2. Keramieken
  3. Metalen
  4. Composieten

je moet van elk voorbeelden kunnen geven en een specifieke toepassing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In grote lijnen de evolutie van de biomaterialen kennen.

A

jaren 1950-1960: eerste generatie biomaterialen, deze waren bio inert en biocompatibel.

voorbeelden: silicone rubber en pyrolitisch carbon.

jaren 1980: tweede generatie biomaterialen, meer eisen gesteld, bioactief, moest ook bepaalde integratie aangaan met het weefsel (botbinding bv).

voorbeelden: bioactief glas en keramiek, shape-memory polymeren. Medicijn gecoate stent.

jaren 2000-heden: derde generatie, niet alleen lichaam-materiaal interactie maar ook aanzetten tot regeneratie functioneel weefsel, smart materials.

voorbeelden zijn: advanced drug delivery, hybride materialen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Je moet in vitro testen kunnen benoemen en uitleggen. Welke zijn er? (4)

A
  1. cytotoxiciteit
  2. hemocompatibiliteit
  3. mutageniciteit
  4. hypersensitiviteit

geen van deze testen is helemaal bevestigend/uitsluitend m.b.t biocompatibiliteit. In vitro uitsluitsel geeft geen succes in vivo per defenitie.

je moet weten welke conclusie je wel/niet uit deze testen kunt trekken bij een gegeven resultaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De categorieën van de hemocompatibiliteit (ISO-test) kunnen toelichten. (5)

A
  1. trombose
  2. coagulatie
  3. bloedplaatjes
  4. hematologie
  5. immunologie (complement en leukocyten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Moet wat kunnen vertellen over de mechanische, fysische, chemische en oppervlakte eigenschappen.

A

Oppervlakte eigenschappen zijn het belangrijkst in de primaire respons, want oppervlak is het eerste wat in contact komt met het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is stress-shielding?

A

implantaat zorgt voor ongelijke distributie van krachten in bot, hierbij wordt er vaak ook kracht uitgeoefend op plekken in het bot waar dit eigenlijk nooit voor zou komen (onnatuurlijk). Doordat stukken bot hierdoor (langdurig) onbelast blijven (afgeschermd worden van belasting) gaat het bot hier actief resorberen. Dat noemen we stress-shielding. Osteoclasten hier overmatig actief leidend tot osteoporotische klachten krijgen in dat deel.

Zien we ook bij astronauten bij terugkomst lagere dichtheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly