Beeldvorming in de urogyn. Flashcards

1
Q

Wat zijn oorzaken voor uterovaginale prolaps (verzakking)?

A
  1. vooral vaginale baring
  2. na menopauze
  3. staan is ook een slecht idee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn risicofactoren voor uterovaginale prolaps?

A

obesitas, roken, zwaar lichamelijk werk, genetica, leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe komt uterovaginale prolaps tot stand?

A

slecht functionerende bekkenbodem, bieden geen goede ondersteuning aan de organen; gaan aan de ligamenten hangen met op den duur uitrekking of knapping. Prolaps het gevolg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke organen kunnen verzakken?

A
  1. blaas/ voorwand vagina (cystocele, bol voorkant)
  2. rectum (rectocele, bol achterkant)
  3. Baarmoeder kan verzakken (tot buiten vagina wanneer geen goede ligamenten meer; wanneer geen baarmoeder meer kan baarmoedertop verzakken) –> uterine prolaps
  4. verzakking dunne darm (enterocele), komt het minst voor, vooral bij mensen waar baarmoeder is weggehaald.
  5. intussuceptie, inwendige endeldarmverzakking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kun je vertellen over de stadiëringen?

A

normaal pas vanaf stadiëring 2 klachten, je behandelt ook pas bij (erge) klachten. Chirurgie heeft slechte cijfers namelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke klachten kunnen patiënten hebben bij uterovaginale verzakking?

A
  1. roze bal uit vagina of gevoel van bol tussen de benen. (meest voorkomend)
  2. Incontinentie mictie / defectie
  3. Bloedverlies (niet typisch, vooral bij baarmoeder(mond) verzakking)
  4. zwaar gevoel in de onderbuik (wss door harde trekken aan ligamenten).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Er wordt veel gedaan op lichamelijk onderzoek maar welke beeldvorming wordt hierbij ook gebruikt?

A
  1. standaardpraktijk is transvaginale echo, probe in vagina kijken of een tumor niet de reden is; ook checken op bloedingen.
  2. aanvullend X-decografie bij verdenking op achterwand problematiek, achterkant wat moeilijk te zien zijn namelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een beperking van X-decografie?

A

2D projectie; ziet eigenlijk niet anders dan het contrast. Wel gebeurt het in een natuurlijk positie van poepen etc. waar ook de klachten vaak zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de voordelen van een MR-defeco t.o.v een X-defecogram?

A
  1. geen ioniserende straling
  2. 3D
  3. goed zacht weefsel contrast
  4. acceptabele temporale resolutie (1-2 foto’s per seconde)

Nadeel: liggen, lastig poepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke delen worden opgevraagd bij dynamische MRI? (4)

A
  1. in rust
  2. aangespannen
  3. persen zonder ontlasting kwijt te raken
  4. poepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke verzakking zien we heel slecht?

A

enterocele en intussuceptie, bij intussuceptie typisch klacht geobstrueerd poepen. Aandrang hebben maar er komt niks uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is er aan de hand met de kantelbare scan?

A

liggend scannen geeft onderschatting van de verzakking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke onderzoeken worden er in de huidige praktijk gebruikt?

A
  1. LO (POP-Q)
  2. Mictiedagboek (hoevaak etc.)
  3. flowmetrie (hoe plas je)
  4. transvaginaal ultrasound
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Is de bevalling slecht voor de bekkenbodem?

A

ja, 200-300% oprekking van de spier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt een prolaps behandeld?

A
  1. niets doen is altijd optie één, wel kan dit groot effect hebben op de kwaliteit van leven
  2. fysiotherapie (optie 2), vooral voor organen boven spieren.
  3. pessarium therapie (ring); verschillende types maar one size fits all, meest effectief bij verzwakkingen blaas en uterus.
  4. operatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar staat TVT(-O) voor?

A

transvaginale tape (obturator variant)

17
Q

Waar staat AWP voor?

A

achterwandplastiek (rectum)

18
Q

Waar staat VWP voor?

A

voorwandplastiek (blaas)

19
Q

Waar staat MM/MF voor?

A

modified manchester (bij verzakking baarmoeder; baadmoeder sparende operatie)

20
Q

Waar staat SSF voor?

A

sacrospinale fixatie (verzakking baarmeoder)

21
Q

Waar staat SCP voor?

A

sacrocopul plexie (veelal robotisch)